- De biologische witte wijnen van bijzonder goede kwaliteit zijn en ook door kenners geprezen worden
- Ze zelf de druiven telen én tot wijn verwerken
- Het familiebedrijf voortdurend bezig is om de bodemkwaliteit op een natuurlijke manier verder te verbeteren
Eind mei is Allard ten Dam (één van de oprichters en directielid van De Nieuwe Band) op bezoek geweest bij Bernard & Reibel in de Elzas. Hier komen onze elk jaar weer bekroonde en veelgeprezen Elzasser-wijnen vandaan. Allard schreef een reisverslag van zijn bezoek:
Biologische wijnteelt in de Elzas
Op vakantie in de Elzas. Een week lopen door de wijngaarden en beboste hellingen. Het eerste wat me opvalt is de scherpe branderige geur die er in de meeste wijngaarden in dit gebied hangt. Oorzaak: de chemische bestrijding van 'onkruid' om de wijnstokken zo weinig mogelijk concurrentie te geven. Ik zie boeren aan het spuiten. Ze dragen een masker, een gesloten overall en rubberen handschoenen. Na het maken van een foto van één van deze boeren komt die me achterna gerend en vraagt me argwanend of ik journalist ben. Daarna zegt hij dat hij een biologische boer is.Een uur later vertel ik dit verhaal aan Pierre Bernhard en laat hem de foto zien: hij kent deze boer en deze werkt zeker niet biologisch, zegt hij. Spuiten ligt nog steeds gevoelig, of misschien zelfs wel steeds gevoeliger. De chemisch werkende boeren kunnen steeds minder met de chemische middelen die ze gebruiken. Schadelijke insecten worden immuun en de grond is praktisch dode grond geworden. Door het geven van kunstmest wortelen de conventionele wijnstokken heel oppervlakkig, en dit heeft als gevolg dat bij droogte de conventionele boeren het moeilijker hebben. Pierre daarentegen voert lichte grondbewerkingen toe, gebruikt geen mest, werkt deels met brandnetelpreparaten en zijn druiven hebben daardoor veel meer weerstand. In zijn wijngaarden niet de branderige geur, maar een frisse aardse geur, vermengd met een zweem van de vlierbloesem die volop bloeit aan de rand van de wijngaarden. Pierre verwacht dat binnen 10 jaar zo'n 90% van de Franse druiventeelt biologisch zal zijn.
Zwijnen
Direct buiten de oude stadsmuren van Chatenois beginnen de wijngaarden van Bernhard & Reibel. Deze tellen 22 hectare in totaal, waarvan 9 hectare aaneengesloten op de hellingen boven Chatenois, dicht tegen de bossen aan.Er zitten veel wilde zwijnen in de heuvels van de Elzas. Deze weten elk najaar weer de weg te vinden naar de lager gelegen hellingen, waar de druiven groeien. De zwijnen geven de voorkeur aan biologische druiven, zo blijkt, want de biologisch werkende boeren ondervinden meer schade van de zwijnen dan de chemisch werkende boeren.
Cecile Reibel, de moeder van Pierre Bernhard, vertelt dat de zwijnen bovendien echte fijnproevers zijn: ze bezoeken steevast als eerste de gewürztraminer-druiven van Bernhard, gevolgd door de muscat-druiven.
Zelf druiven telen én er wijn van maken
Cecile Reibel, de moeder van Pierre, is de dochter van een wijnboer. Haar vader leverde zijn druiven aan een coöperatie. Cecile zag met lede ogen aan dat de druiven weg gingen zonder ooit ook maar zelf het eindproduct te zien. Dit deed haar besluiten om een opleiding tot 'viticulteur' (wijnmaker) te volgen en zelf wijnmaker te worden. En zo kon zij 30 jaar geleden voor de eerste keer wijn van eigen druiven af laten vullen! Zoon Pierre heeft 10 jaar geleden het stokje van haar overgenomen.
Proeverij
Cecile laat ons zo'n 20 wijnen te proeven. Daar zitten ook vijf Rieslings bij. Eerst van verschillende jaren en vervolgens van verschillende wijngaarden (kalkzandsteen grond, graniet).En elke wijn is weer anders! Bijzonder om zo tastbaar te ervaren dat wijn een natuurproduct is, afhankelijk van het weer en de grond. En ja, dat betekende dus ook dat we dit voorjaar een tekort aan Pinot Blanc hadden, want 2010 is een slecht jaar geweest. De opbrengst was klein vanwege het kapotvriezen van de bloesem in het voorjaar. En de (mooie) oogst van 2011 was nog niet afgerijpt omdat dit voorjaar zo koud geweest is.
Pierre kiest ervoor om de wijnen in de eigen omgeving ongeforceerd te laten rijpen, dus er is geen verwarming van de opslagruimtes. Op het moment dat wij er waren was de Pinot Blanc 2011 bijna klaar en proefden we zo uit het opslagtank de nog ongefilterde wijn. Dit belooft weer een mooie wijn te worden!
Klik hier voor meer informatie.