Provincie Noord-Brabant begint weer met de behandeling van vergunningsaanvragen van veehouders die willen deelnemen aan de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (LBV) en de LBV+-regeling. Deze stap volgt op de door het Rijk, gemeenten en omgevingsdiensten opgestelde handreiking. De LBV-regeling biedt subsidie aan landbouwbedrijven met varkens, melkvee, kippen of kalkoenen die hun activiteiten willen stoppen.
Door een uitspraak van de Raad van State van december vorig jaar is intern salderen niet meer mogelijk in de voortoets. Dit betekent dat voor nieuwe activiteiten vaak een natuurvergunning nodig is. Om veehouders te ondersteunen heeft het ministerie van LVVN samen met de provincies, gemeenten en omgevingsdiensten een handreiking opgesteld.
Deze handreiking biedt een juridische onderbouwing dat maximaal 15 procent van de resterende stikstofruimte mag worden ingezet voor nieuwe activiteiten. Deze ruimte is dus niet nodig voor natuurherstel.
Dit biedt een oplossing voor de deelnemers aan de LBV-regelingen. Een terechte ondersteuning, volgens ZLTO-bestuurder Angelique Huijben: 'Wij hebben de provincie in een eerder stadium opgeroepen om haar verantwoordelijkheid te nemen. Dat ze dat nu doen, net als andere provincies, is een positief signaal. Het is belangrijk dat de vergunningverlening van deze boeren doorgaat, waardoor ze vervolgstappen kunnen zetten met hun onderneming.'
Bron: ZLTO