John Janssen stond aan de wieg van vereniging BioLogisch Limburg en was de drijvende kracht. Na bijna vijf jaar geeft hij het stokje door. Hij blikt terug op zijn voorzitterschap. Biologisch speelt al lang een rol in zijn werkleven. Na zijn baan als maatschappelijk werker bij de gemeente Heerlen wilde hij de uitdaging van het boeren aangaan. “Voor mij was het vanaf het begin duidelijk: het moet bio zijn.”
Foto: Biologisch Limburg
Opgegroeid op melkveebedrijf
De 69-jarige Janssen groeide op een melkveebedrijf op. Toch leek hem zelf twee keer per dag koeien melken niets voor hem. “Ik ben in Klimmen in 1987 met Limousin zoogkoeien begonnen met daarbij akkerbouw, groenteteelt en eigen verkoop.” Groenten en fruit werden ingekocht bij collega’s uit de regio. Ook hield de bioboer zich bezig met natuurbeheer. Aangezien hij officieel een biologische boer was, werd hij geregistreerd en kreeg hij het Skal-keurmerk. In 2017 is hij gestopt met het boeren en begin dit jaar is het bedrijf opgeheven.
Verantwoording naar samenleving
Janssen vindt dat hij een verantwoording naar de samenleving toe heeft. “Ik ben niet alleen boer geweest, maar ook consument en burger. Ik voel de verantwoording om goed en zorgvuldig met het milieu om te gaan. Naar mijn idee kon ik dat als biologische boer goed doen. Ik heb geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. De grootvee-eenheden (GVE), wat de minister nu voorstelt van twee koeien per hectare, was er in de biologische sector al in de jaren 70.”
Nieuw tijdperk
Het vooruitstrevende lijkt in de familie te zitten. “Mijn opa had de eerste tractor in de regio. Vanaf dat moment had hij geen contact meer met collega’s uit het dorp. Zij vonden dat hij de paarden had afgezworen. Maar hij had het ingeruild voor een nieuw tijdperk.” Die ontwikkeling ziet de oud-voorzitter van BioLogisch Limburg nu ook in de landbouw. “We hebben een kantelmoment, denk ik, met het stikstofprobleem en het waterprobleem dat eraan komt. Er gaat iets veranderen in de landbouw, maar we weten nog niet precies wat. De verandering van de mechanisatie destijds kwam plots dichtbij toen mijn opa een tractor had. Ik heb zelf geleerd dat we in gesprek moeten blijven en elkaar niet moeten negeren, zoals mijn opa zwart-wit gezegd genegeerd werd.”
In de tijd dat Janssen biologische boer was, was hij nieuwsgierig naar wie zijn collega’s waren. “Ik vroeg me af: willen we en kunnen we iets samen. Dat werd de basis van de vereniging.” Tien jaar geleden begon het met een clubje van 19 biologische boeren uit Zuid-Limburg. “Ik kende ze niet allemaal.”
Ontstaan BioLogisch Limburg
Het zaadje voor BioLogisch Limburg is in 2016 geplant. De voormalige voorzitter werd in dat jaar benaderd door de provincie Limburg. Daar was een brief binnengekomen dat Limburg te weinig biologische boeren heeft. Er werd aan Janssen gedacht en hij kreeg de vraag voorgelegd of hij daarmee provinciebreed aan de slag wilde gaan. Hij ging met medewerkers van Arvalis/LLTB op bezoek bij verschillende biologische boeren en tuinders in de provincie om te polsen hoe belangrijk zij de biologische sector in Limburg vinden. Daaruit bleek dat er wel degelijk interesse is om deze sector beter op de kaart te zetten en er behoefte is aan onder andere kennisdeling. In november 2018 is vervolgens de vereniging BioLogisch Limburg opgericht.
Serieuze gesprekspartner
Tot op de dag van vandaag is BioLogisch Limburg volgens Janssen de enige vereniging van en voor biologische tuinders en boeren die opgericht is en regionaal functioneert. Hij is van mening dat BioLogisch Limburg een serieuze gesprekspartner is geworden. “Als ik bijvoorbeeld kijk naar Natuurinclusieve Landbouw (NIL). Daar hebben we een stoel gekregen. We worden niet meer ontkend wat we lang hebben gehad. We moeten in dialoog blijven met de politiek en organisaties zoals de LLTB.”
Bijdrage plaatsbepaling biologische landbouw
Voor Janssen, die inmiddels in Roermond woont, was het voorzitterschap een bijzondere, mooie tijd. “Ik vond het leuk om in het landbouwhuis in Roermond te lopen. De LLTB en biologische boer gingen niet altijd makkelijk door een deur. Maar we staan nu open voor elkaar en kunnen veel dingen met elkaar bereiken. Ik heb het gevoel dat ik een bijdrage heb kunnen leveren in de plaatsbepaling van biologische landbouw in Limburg en daarbuiten. Ook andere provincies kijken hoe wij het doen. Dat vind ik het allerbelangrijkste.”
Maar nu was hij van mening dat het tijd is om het aan anderen over te laten. “Er moet nieuwe energie komen. Ik denk dat Judith (Deusings, red.) een zeer waardevolle bijdrage kan leveren als bestuurder, voor BioLogisch Limburg en de veehouderij.”
Bron: Biologisch Limburg