Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Pleit voor meer ruimte en minder beperkingen

BPV oneens met aanvullende regels biologisch pluimvee IFOAM

Na discussie over de EU-regels voor biologische pluimveehouderij komt IFOAM met voorstellen die de omvang van het bedrijf en stalgrootte sterk beperken. Hiermee wil men vooral schaalvergroting een halt toe roepen, maar dat schaalgrootte direct samenhangt met dierwelzijn is niet bewezen. Namens haar leden bepleit de BPV voor meer ruimte en minder beperkingen.

Op uitnodiging van BPV is een groep met pluimveehouders en beleidsmakers op 9 september rondgeleid op het opfokbedrijf van de familie Remijnse. Het bedrijf heeft geïnvesteerd in de opfok voor biologische legpluimveehouders. De opfok van de jonge hennen vindt plaats binnen de huidige Nederlandse opfokregels. Willem en Elly Romeijnse hebben ruimte voor 35.000 opfokhennen, dit in twee stallen. De opfokhennen blijven tot 17 weken op het bedrijf en verhuizen daarna naar meerdere biologische legpluimveehouders.

"De opfok vraagt om veel aandacht en die kunnen wij geven omdat we hieraan een dagtaak hebben", aldus Elly Remijnse. "Door dagelijks meerdere keren rond te gaan in de opfokstal raken de dieren gewend aan mensen en geluiden. Dit voorkomt schrikachtige koppels." Elly houdt de dieren nauwlettend in de gaten en ziet geen enkel probleem in de huidige omvang van de koppel, de grootste met 30.000 opfokhennen.

"Met de aandacht die wij geven is het dierenwelzijn gediend, kleinere bedrijven hebben vaak minder tijd en aandacht waardoor het sneller mis kan gaan. Waar het verder om draait tijdens de opfok is voor afleiding zorgen. In de stal wordt regelmatig graan gestrooid. Daarnaast zorgen kalk- en luzerneblokken en een aantrekkelijk ingerichte wintergarten voor afleiding. Maar ook speelgoed zoals touwtjes leiden af waardoor de dieren elkaar met rust laten. Al met al is de kwaliteit van de biologische opfokhen de laatste jaren met sprongen vooruit gegaan in Nederland", eindigt Willem Remijnse zijn betoog.

De BPV is groot voorstander om de Nederlandse regels voor opfokhennen in de EU-verordening over te nemen. Hieronder de regels op een rij:

  • Tijdens de tweede fase in de opfok vanaf 8 weken mag de bezetting maximaal 10 dieren per m2 zijn;
  • Volière stallen zijn toegestaan, maximaal 4 niveaus;
  • Er is altijd strooisel aanwezig in de scharrelruimte;
  • De stallen zijn voorzien van zitstokken of verhogingen;
  • Vanaf 8 weken zijn er verhoogde zitstokken aanwezig, minimaal 6 cm per dier;
  • Na 70 dagen is buitenuitloop beschikbaar, minimaal 1 vierkante meter per opfokhen.

De voorgestelde regels raken niet alleen de opfokker, ook de legpluimveehouder. De familie Corts leidt de groep rond op het bedrijf en vooral door de uitloop. Dat de leghennen niet rond de stal blijven hangen, blijkt uit de langgerekte buitenuitloop. Hierin zijn 400 (knot)wilgen in rijen geplant. Conrad Corts geeft toe dat dit volgens de nieuwe voorstellen (50 procent grondbedekking) nog onvoldoende is, maar met wat extra aanplant is dit wel op te lossen. Houtige gewassen in de uitloop past bij kippen, het zijn immers van oudsher bosvogels. Zodra er beschutting aanwezig is, waaieren de dieren wel uit, tot achterin de uitloop.

Ondanks alle beschutting lopen de hennen toch nog gevaar. Dit komt vanuit de lucht waar Sperwers en Buizerds loeren op een prooi. Volgens Conrad eet de Sperwer alleen nog maar de filets, ze zijn te veel verwend met ons huidige aanbod.

Wat de regels betreft bepleit de pluimveehouder dat de regels in alle EU-landen gelijk behoren te zijn en gehandhaafd. De inrichting van de huidige uitloop is geënt op de KAT leveringsvoorwaarden. De lengte is bepaald op maximaal 350 meter lang vanaf de staluitgang. Indien dit volgens IFOAM voorstel terug gaat naar 150 meter is de impact groot. Bestaande veelal grotere bedrijven zouden door deze maatregel 25 tot 50 procent moeten gaan inkrimpen.

De gemiddelde bedrijfsgrootte is nu circa 10.000 leghennen per bedrijf, variërend van 3.000 tot 33.000. Vanuit dierenwelzijnperspectief pleit de BPV voor een uitlooplengte van 250 meter. Afhankelijk van de stallocatie kunnen dan grotere koppels tot maximaal 12.000 hennen worden gehouden. "Laat vooral de uitloop de bedrijfsomvanggrens bepalen zonder onderverdeling in kleinere groepen zoals nu is opgenomen in de IFOAM voorstellen", vindt BPV voorzitter Jaap van Deelen. Naar verwachting komen de voorstellen voor aanpassing van de regels eind dit jaar op de agenda van de Commissie. Een compromis lijkt onvermijdelijk.

Voor meer informatie: Jan Paul Wagenaar, Louis Bolk Instituut

Bron: BioKennis
Publicatiedatum: