Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Column Silvia Gawronski

Aanvullende etiketeisen in de nieuwe bioverordening

Vanaf 1 januari 2022 treedt de nieuwe Verordening inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten in werking (“de nieuwe Bio-Verordening”). Dit vormt de aanleiding voor een column door Silvia Gawronski over de regels die voor biologische producten gaan gelden. Deze keer aandacht voor de verplichte aanduidingen op het etiket. Volgende keer komt het Bio-logo zelf ter sprake. 

Inleiding
Naast de algemene etiketteringsvoorschriften die voor alle levensmiddelen bestaan, gelden er op basis van de nieuwe Bio-Verordening aanvullende regels voor etikettering van biologische producten en grondstoffen. De regels over het verplichte en facultatieve gebruik van het Bio-logo en benaming “biologisch” bespreken we in aparte blogt. Hieronder volgen de regels voor de verplichte aanduidingen op het etiket.

Verplichte aanduidingen op het etiket
Naast het gebruik van de biologische benaming en het Bio-logo, schrijft de nieuwe Bio-Verordening ook een aantal verplichte aanduidingen voor die zich op het etiket moeten bevinding. De belangrijkste hiervan zijn:

  • Het codenummer van de controleautoriteit of het controleorgaan waaraan de exploitant die de laatste productie- of bereidingshandeling heeft verricht is onderworpen;
  • Wanneer het Bio-logo voor de biologische productie van de EU wordt gebruikt, wordt in hetzelfde gezichtsveld als het Bio-logo de plaats vermeld waar de agrarische grondstoffen waaruit het product is samengesteld geteeld zijn in een van de volgende vormen:
    a)    „EU Landbouw”, wanneer de agrarische grondstoffen in de Unie zijn geteeld;
    b)    „niet-EU Landbouw”, wanneer de agrarische grondstoffen in derde landen zijn geteeld;
    c)    „EU/niet-EU Landbouw”, wanneer een deel van de agrarische grondstoffen in de Unie en een ander deel in een derde land is geteeld.

De begrippen „EU” of „niet-EU” mogen overigens niet worden aangebracht in een opvallender kleur, lettergrootte en lettertype dan de naam van het product.

De aanduidingen moeten op een opvallende en goed zichtbare plaats worden aangebracht. De verwachting is overigens dat er nog praktische uitvoeringsregels komen over het gebruik, de presentatie en grootte van de aanduidingen.

Silvia Gawronski is associate partner Voedsel & Waren bij Van Traa Advocaten te Rotterdam.

Publicatiedatum: