Decor voor de studiedag was het biologische melkgeitenbedrijf van de familie Van Wolfswinkel in Maarsbergen. Een bedrijf met 1000 biologische melkgeiten en 12.000 biologische kippen en voorzien van een prachtige vergaderruimte. Na het welkomstwoord door marketing- en salesmanager Henk van der Vegt van Reudink stelde Ton van Wolfswinkel zijn bedrijf voor aan de deelnemers. Van Wolfwinkel besteedt op zijn bedrijf veel aandacht aan de optimalisatie van dierwelzijn en -gezondheid. Onder andere met een gelijkdruk ventilatiesysteem bij de lammeren. En het dak van de melkgeitenstal bestaat voor 50% uit lichtplaten. Uiteraard is er op het bedrijf ook veel aandacht voor het melkgeitenrantsoen. Zo werkt Van Wolfswinkel veel met losse grondstoffen en bijproducten en is hij van plan om te starten met bietenteelt.
De spagaat tussen grasklaver en bodemkwaliteit
Na de introductie splitste de groep zich op in drieën voor de praktische workshops 'in het veld'. Nick van Eekeren, senior onderzoeker duurzame melkveehouderij van het Louis Bolk Instituut, nam de geitenhouders mee de wei in voor een verhaal over bodemkwaliteit en bemesting. Hij leerde de deelnemers hoe zij met slimme maatregelen een goede balans kunnen houden tussen gras en klaver. De biologische geitenhouders kregen aan de hand van hun eigen kuiluitslag bedrijfsspecifieke adviezen en verbetertips.Nick van Eekeren nam een deel van de groep mee het veld in voor zijn verhaal over grasklaver en bodemkwaliteit.
Optimaal inkuilen
Dat er bij het in- en uitkuilen van het gewonnen ruwvoer veel voederwaardeverlies kan optreden, bleek wel uit het verhaal van Tom Niehof. Hij is Teeltspecialist Ruwvoer bij ForFarmers, het moederbedrijf van Reudink, en adviseert de klanten van Reudink en ForFarmers dagelijks over een optimale ruwvoerteelt op hun bedrijf. Niehof liet de geitenhouders zien waar de grootste verliezen optreden: 5 tot 20% veldverlies, 3 tot 15% conserveringsverlies, 0 tot 2% perssapverlies en 1 tot 6% bewaarverlies in de toplaag. Aan de hand van een kuil op het gastbedrijf liep Niehof tien praktische tips langs voor optimaal in- en uitkuilen met zo min mogelijk voederwaardeverlies."Verkeerd inkuilen kan tot flink verlies van voederwaarde leiden", aldus Tom Niehof.
Rantsoenoptimalisatie
De derde workshop werd verzorgd door Geitenspecialist Jelle van de Mortel. In zijn dagelijks werk adviseert hij de klanten van Reudink met het rantsoen, bedrijfsmanagement en in dierspecifieke zaken. In de workshop nam hij de duidelijk geïnteresseerde deelnemers mee in de mogelijkheden van rantsoenoptimalisatie. Het gebruik van losse grondstoffen en verschillende bijproducten trok de belangstelling. Daarbij legde Van de Mortel uit hoe hij zorgt voor een goede balans in het rantsoen tussen de gezondheid en melkproductie van de biologische geiten én een gunstige kostprijs. Een rantsoensamenstelling begint bij het ruwvoer dat voorradig is. Vervolgens kijkt hij gezamenlijk met de boer welke krachtvoerachtigen het beste passen bij het ruwvoer. Doel is om een rantsoen te creëren met de juiste balans tussen eiwit en energie met voldoende structuur en dat niet te verzurend is voor de geit.Jelle van de Mortel liet de deelnemers zien hoe hij zorgt voor een optimale balans in het rantsoen.
Na de gezamenlijke afsluiting keerden de biologische geitenhouders met de opgedane kennis en inspiratie weer huiswaarts. Duidelijk was dat het zaadje voor verbetering van het ruwvoer bij de deelnemers al vlot begon te ontkiemen.
Voor meer informatie: www.reudink-bio.eu