"De conventionele producten zijn te goedkoop", vervolgt Tobias, "de producenten vergeten zo'n vijftig procent van de kosten." Daarmee doelt hij de op de kosten aan het milieu, de vruchtbaarheid van de bodem en de duurzaamheid van de producten in het algemeen. Als voorbeeld noemt hij een ervaring op Keniaanse theeplantages, waar hij als consulent werkte. "Dertig tot veertig procent van de grond op de theeplantages is uitgeput", illustreert Tobias zijn standpunt. "De grond houdt geen vocht vast."
De grond van de theeplantages houdt geen vocht vast.
Opmerkelijk is dat de theeboeren ook een moestuin hebben waar ze voedsel verbouwen waarvan de grond wel vruchtbaar is en vocht vasthoud. Het verschil? De teeltwijze. In de moestuin worden geen chemische stoffen gebruikt, maar volgt de boer zijn eigen kennis en verstand. "Het resultaat van een monocultuur is dat er meer input nodig is van chemische stoffen, wat de vruchtbaarheid vermindert, waardoor weer meer kunstmest nodig is om de opbrengst vast te houden."
De grond uit de moestuin van de theeboeren is van betere kwaliteit.
De landbouw zou omgevormd moeten worden en in plaats van een 'footprint' moet er gesproken worden over een 'goodprint'. Daarmee doelt Tobias op de bijdrage van een bedrijf aan de samenleving, in plaats van dat een bedrijf een afdruk achterlaat.
"Daarvoor hebben we een holistische benadering nodig." Het ideaal van Tobias is een gemengd landbouwbedrijf.
Tot slot moet voedsel geherwaardeerd worden en is het belangrijk om jongeren te interesseren voor de biologische landbouw. Om omschakeling te bevorderen heeft Soil & More een fonds opgericht om de jongeren te helpen.
Voor meer informatie: www.soilandmore.com