Familiebedrijf Gulpener werkt volgens het Cradle to Cradle-principe, dat houdt in dat een product zo ontworpen en geproduceerd wordt dat afval (weer) voedsel wordt. Wat in dit geval concreet betekent dat de gist en het bierborstel die overblijven terug gaan naar de lokale boeren als voer voor het vee. "Het proces is zo ingericht dat de milieubelasting minimaal is", vertelt woordvoerster Toos Hofstede. De grondstoffen zoals rogge, gerst en hop, worden binnen een straal van maximaal vijftig kilometer verbouwd, op een milieuvriendelijke manier. "Prijstechnisch gezien is dat helemaal niet slim. Het is dus een bewuste keuze waarin onze duurzaamheids- en familiefilosofie terugkomt."
Beter een goede buur…
Ondernemen is per definitie, ongeacht wat je doet of maakt, een maatschappelijke activiteit, meent Hofstede. "Je leeft in een maatschappij en gebruikt die maatschappij. En je moet die maatschappij ook wat teruggeven. In ons geval doen we dat zo: we staan midden in een dorp en hebben rekening te houden met onze buren. Sterker nog, we willen ze er graag bij betrekken. Onze boeren zijn onze buren. En als wij onze producten van het land halen, betrekken we daar de mensen om ons heen bij. De hopoogst is daar een voorbeeld van. Dat vieren we met omwonenden of wie er in de buurt is, meestal zo'n zesduizend mensen in totaal."Het is cruciaal dat Gulpener een zelfstandig familiebedrijf is, zegt Hofstede. "Het draait om het maken van een mooi product, met een gezond rendement, waar we met z'n allen gelukkig mee zijn. De kracht is de lokale binding. Een familiebedrijf denkt altijd na over de langere termijn, in generaties." De keuze voor duurzaamheid is in de jaren '90 gemaakt, in een tijd dat niemand daarop zat te wachten. "Het meest ultieme is biologisch bier brouwen met de grondstoffen uit de eigen streek. Niemand doet of kan dat op dit moment in Nederland", vertelt Hofstede trots. "Wij doen het al jaren, alleen vertelden we het tot voor kort nog niet."
Bron: Metro