Na meer dan een jaar praten en onderhandelen, hebben de lidstaten van de Europese Unie een besluit genomen over de toekomst van koper in de landbouw, een werkzaam bestanddeel dat met name wordt gebruikt in de biologische landbouw tegen meeldauw en het zure ingrediënt in zogeheten “Bordeauxse pap” (een mengsel van kopersulfaat en gebluste kalk) is. De lidstaten hebben besloten het gebruik ervan de komende zeven jaar weer toe te staan, maar daarbij wel de toegestane hoeveelheid koper te verlagen van 6 naar 4 kilo per jaar.
Ondanks de negatieve effecten ervan op de bodem, is koper in de biologische landbouw het enige alternatief dat gebruikt mag worden bij de bestrijding van bepaalde ziekten. Het rendements- en kwaliteitsverlies bij het verbieden van deze producten met koper in de biologische landbouw zouden er – op basis van schattingen van Europese landbouworganisatie Copa Cogeca – als volgt uit hebben gezien: 10 tot 15% voor groenten en siergewassen, 15 tot 20% voor aardappelen en ongeveer 50 tot 100% voor hop, wijn en fruit. Het besluit wordt daarom toegejuicht door Parijs en Brussel, voorstanders van deze vernieuwing, in tegenstelling tot sommige landen in Noord-Europa waar koper reeds van de velden verbannen is.
Sommige boeren menen echter dat ze, om hun bedrijf winstgevend te houden, de biologische landbouw moeten verlaten en over moeten schakelen op standaardlandbouw. Sommige boeren krijgen zonder koper te maken met technische problemen. Na het verbod op koper te hebben ingesteld heeft Denemarken bijvoorbeeld 1/5 van de productie van biologische aardappelen verloren.
Bron: Ouest-France