Om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan, verplicht een nieuwe Europese verordening bedrijven ervoor te zorgen dat producten die in de Europese Unie worden verkocht niet hebben geleid tot ontbossing en aantasting van bossen. Het Europees Parlement nam nieuwe wet op woensdag 19 april aan met 552 stemmen voor, 44 tegen en 43 onthoudingen.
Bedrijven mogen alleen producten in de Europese Unie verkopen als de leverancier van het product een verklaring heeft afgegeven waarin wordt bevestigd dat het product niet van ontbost gebied komt of heeft geleid tot bosdegradatie. Bedrijven moeten ook verifiëren dat de producten voldoen aan de relevante wetgeving van het land van productie, onder meer op het gebied van mensenrechten, en dat de rechten van de inheemse bevolking zijn gerespecteerd.
De producten die onder de nieuwe wetgeving vallen zijn: vee, cacao, koffie, palmolie, een aantal palmoliederivaten, soja, rubber houtskool, bedrukt papier en hout, inclusief producten die deze grondstoffen bevatten, ermee gevoerd zijn of ermee gemaakt zijn. Het Europees Parlement heeft gezorgd voor een ruimere definitie van bosdegradatie, waaronder de omzetting van oerbossen of natuurlijk regenererende bossen in plantagebossen of in ander bebost land.
De Europese Commissie zal landen, of delen daarvan, op basis van een objectieve en transparante beoordeling binnen 18 maanden na inwerkingtreding van de verordening classificeren als laag-, standaard- of hoog risico. Producten uit landen met een laag risico worden onderworpen aan een vereenvoudigde procedure. Het aandeel van de controles wordt uitgevoerd op operators volgens het risiconiveau van het land: 9% voor landen met een hoog risico, 3% voor standaardrisico's en 1% voor laagrisicolanden.
De bevoegde Europese autoriteiten krijgen toegang tot relevante informatie die door de bedrijven wordt verstrekt, zoals geolocatiecoördinaten, en voeren controles uit met behulp van satellietmonitoring en DNA-analyse om te controleren waar producten vandaan komen. Sancties voor niet-naleving moeten evenredig en afschrikkend zijn en de maximale boete moet ten minste 4% van de totale jaaromzet in de Europese Unie van de marktdeelnemer of handelaar bedragen.
Bron: Europees Parlement