Volgens een nieuw verslag van de Europese Rekenkamer (ERK) werd de bescherming van wilde bestuivers niet gewaarborgd met de EU-maatregelen. De biodiversiteitsstrategie voor 2020 was grotendeels ondoeltreffend wat betreft het voorkomen van de terugloop van wilde bestuivers. Daarnaast omvatten belangrijke EU-beleidslijnen, waaronder het gemeenschappelijk landbouwbeleid, geen specifieke vereisten voor de bescherming van wilde bestuivers. Bovendien is de EU-wetgeving inzake pesticiden een van de belangrijkste oorzaken van de terugloop van wilde bestuivers, aldus de controleurs.
Bestuivers zoals bijen, wespen, zweefvliegen, vlinders, motten en kevers dragen in belangrijke mate bij tot een grotere kwantiteit en betere kwaliteit van ons voedsel. In de afgelopen decennia zijn de abondantie en de diversiteit van wilde bestuivers echter afgenomen, wat hoofdzakelijk te wijten is aan de intensieve landbouw en het gebruik van pesticiden. Als reactie hierop heeft de Europese Commissie een kader van maatregelen vastgesteld, dat grotendeels gebaseerd is op haar initiatief inzake bestuivers van 2018 en haar biodiversiteitsstrategie voor 2020. In het kader van bestaande EU-beleidslijnen en -wetgeving heeft zij ook maatregelen genomen die mogelijk van invloed zijn op wilde bestuivers. De controleurs beoordeelden de doeltreffendheid van deze maatregelen.
“Bestuivers spelen een essentiële rol bij de voortplanting van planten en ecosysteemfuncties en hun achteruitgang moet worden gezien als een grote bedreiging voor het milieu, de landbouw en de kwaliteit van de voedselvoorziening”, aldus Samo Jereb, het lid van de Europese Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor het verslag. “De tot nu toe genomen EU-initiatieven voor de bescherming van wilde bestuivers waren helaas te zwak om vruchten af te werpen.”
Bron: Europese Rekenkamer