Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
James Lomax van UNEP vertelt:

Waarom voedselsystemen moeten veranderen

James Lomax, expert op het gebied van voedselsystemen, is werkzaam bij het UN Environment Programme (UNEP). Hij vertelt over zijn eerdere werkzaamheden: "Hiervoor werkte ik in de landbouw in Europa en Oost-Afrika. De achterliggende gedachte van dit werk was duurzaamheid in een commerciële setting. We hadden groepen telers die versproducten aan de markt leverden. Sinds ik bij UNEP werk, zie ik dat hoewel de duurzame landbouw een essentieel onderdeel van een duurzame voedseltoekomst is, dit slechts een onderdeel van het geheel is. Daarom ligt mijn interesse bij het onderzoek van voedsel- en agrarische systemen als geheel.

De huidige voedselsystemen schieten in wezen tekort wat levensonderhoud, de menselijke gezondheid en het milieu betreft. We moeten verder kijken dan het idee dat meer voedsel en een hogere productiviteit onze problemen zullen oplossen. Lokale en nationale voedselsystemen moeten worden versterkt om zich aan te passen aan de klimaatcrisis en om beter toegerust te worden om consumenten in gemeenschappen waar voedselonzekerheid heerst van diverse diëten te voorzien. Diversiteit in diëten kan boeren helpen hun risico's te diversifiëren, markten voor gewassen te creëren, hun afhankelijkheid van grondstoffen te doorbreken en de biodiversiteit en veerkracht te vergroten."

Daarnaast is obesitas ook een enorm probleem. Lomax: "Er is een duidelijk verband tussen de huidige voedselsystemen, het voedsel dat we produceren, de prijs ervan, en obesitas en andere niet-overdraagbare ziekten zoals diabetes type 2 en de huidige voedselsystemen. Wat niet helpt, is dat onze voedselsystemen door steeds minder gewassen gedomineerd worden, waardoor een negatief voedselsysteem ontstaat. De veranderende smaken van de groeiende wereldwijde middenklasse, net als de vercommercialisering van onze voedselsystemen, die vaak opgebouwd worden door landbouwsubsidies, hebben ertoe geleid dat mensen minder divers eten dan voorheen. Dit heeft geresulteerd in de overmatige bewerking van landbouwgrond wat de bodemkwaliteit vermindert, waardoor er koolstof vrijkomt en boeren vast komen te zitten in onrendabele productiesystemen.

Landbouwsubsidies vormen hierbij ook een probleem. De wereld geeft ongeveer 1 miljoen dollar per minuut uit aan agrarische subsidies die vaak een negatieve invloed hebben op de biodiversiteit en klimaatsverandering bevorderen. We zien dat ongeveer twee derde van deze subsidies op de lange termijn een negatieve invloed hebben op het levensonderhoud, het milieu en onze gezondheid. We kunnen ze herprogrammeren om de landbouw en het herstel te regenereren, wat op lange termijn leidt tot een goede voedselzekerheid. Er zijn verbazingwekkende nieuwe technologieën die grote fondsen helpt om kleine boeren te helpen, bijvoorbeeld door middel van blockchains. We hebben nu dus de middelen om zelfs kleine boeren toegang te geven tot financiële middelen, maar er zijn nog steeds allerlei investeringen nodig. De unieke kracht van de Verenigde Naties is om bijeen te komen, zeer duidelijke richtlijnen te geven om een goed beleid te creëren, marktsignalen aan te moedigen en de verschuiving van het belastingbeleid te stimuleren."

Volgens Lomax moet de UNEP niet alleen bij onze traditionele partners zoals het ministerie van Milieu voor verandering pleiten, maar ook bij andere ministeries en in het hele voedselsysteem, als we 'business unusual' willen creëren. "Het is niet langer voldoende dat een ministerie alleen werkt. We moeten regeringen in staat stellen om voedsel en landbouw te gaan beschouwen als iets dat moet worden aangepakt door ambtenaren voor de volksgezondheid, beleidsmakers op het gebied van landbouw, water- en milieuministeries en uiteindelijk de ministeries van planning en financiën. We noemen dit een 'voedselsysteembenadering'. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan, omdat mensen het gemakkelijker vinden om alleen te werken dan om samen te werken. Maar stel je voor dat het voedselbeleid werd ontwikkeld door alle ministeries van Volksgezondheid, Landbouw en Milieu, dan zouden de compromissen en synergieën onmiddellijk worden gesignaleerd en aangepakt voordat het effect zichtbaar wordt. Als we blijven snijden in de op de natuur gebaseerde basis van onze voedselsystemen door hoe en wat we produceren en consumeren, zal het mensenrecht op voedsel verder worden aangetast.

Hoewel ontwikkelde landen hele andere voedselsystemen hebben dan ontwikkelingslanden, heeft de verwestersing van ons dieet met steeds meer bewerkte en minder diverse voeding ook invloed op ontwikkelingslanden. Toch hebben deze voedselsystemen nog wel hun verschillen: de één is zeer georganiseerd en wordt gedomineerd door grote producenten, fabrikanten en retailers, en de ander bestaat voornamelijk uit kleine ondernemers en korte toeleveringsketens. Ook is hier meer diverse voeding beschikbaar op informele markten. We hebben echter geconstateerd dat uit de analyse van deze twee voedselsystemen verschillende actiepunten naar voren kunnen komen, afhankelijk van het land. In een ontwikkelingsland kan bijvoorbeeld een belangrijk actiepunt zijn om verliezen na de oogst en het gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen, terwijl in een ontwikkelend land de aantasting van de bodem door continu slechts eenzelfde gewas te telen te verminderen of het terugdringen van voedselverkwisting belangrijke actiepunten kunnen zijn".

Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties kost voedselverspilling wereldwijd jaarlijks gemiddeld 2,6 miljard dollar (€2,34 miljard) per jaar, oftewel ongeveer het Bruto Binnenlands Product van Frankrijk. De halvering van de voedselverspilling tegen 2030 is een doelstelling van de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

Volgens Lomax kan het volgende worden gedaan om voedselverspilling tegen te gaan: "Het stimuleren van beter consumentengedrag thuis en tijdens het winkelen, in combinatie met de verantwoordelijkheid om actie te ondernemen door de supermarkten, kan een enorme impact hebben,  hoewel het wel tijd kost om dit te bereiken."

Voor meer informatie:                                                                          James Lomax                                                                    James.Lomax@un.org

Bron: UN Environment Programme

Publicatiedatum: