Kool
De kool groeit maar moeizaam weg dit jaar. Ook hier is de slechte bodemstructuur vaak de oorzaak, de vochtbeschikbaarheid is slecht, mede hierdoor komen ook mineralen slecht vrij. Door het weer van de laatste twee weken is nu ook het koolmotje weer erg actief. Koolmot is goed waar te nemen wanneer u door het gewas loopt, de zilverachtige motjes vliegen dan op van planten en zijn dan goed te zien in de lucht. De kleine rupsen hiervan vreten 'venstertjes' in het blad waardoor de productie van de plant geremd wordt. Bij warmer weer vermeerdert de koolmot snel, laat u dus niet verrassen!Koolmotten zijn in een jong stadium goed te bestrijden met 0,5 kilogram Xen Tari +1 ltr Aminozol (hechter) met minimaal 600 liter water. Bij grotere rupsen druk is het goed de dosering te verhogen naar 1 kilogram BT/hectare. Spuit bij warm weer 's avonds! Oudere rupsen zijn eigenlijk alleen met Tracer te bestrijden. Als Tracer al voor zaai op de tray is gebruikt mag er slechts één gewasbehandeling worden uitgevoerd.
Naast rupsen is ook de koolvlieg weer erg actief dit jaar. De eieren die aan de plantvoet worden afgezet kunnen met eggen en 'rommelen' in de rij verstoord worden. Al aangetaste planten zijn te herkennen doordat ze achterblijven in groei. In de stengel zijn dan de maden van de vlieg te vinden die de planten van binnenuit opvreten. Bij een dergelijke aantasting kunnen de koolplanten vooral geholpen worden door een extra bemesting, voldoende water en eventueel stevig aanaarden. De koolplanten zullen daarna extra steunwortels maken waarmee ze verder groeien. Vooral in bloemkool en broccoli is dit zeer belangrijk om toch wat productie te krijgen.
Witlof
Inmiddels zijn alle percelen witlof wel gezaaid en opgekomen. Niet overal is de stand heel uniform. Dit kan meerdere redenen hebben. Bij ruggen die voor zaai geschoffeld en weer aangeaard zijn, is het vocht in de top van de rug niet meer egaal aanwezig geweest. Daarnaast lijkt ook het zaad over het algemeen wat minder kiemkracht te hebben dan andere jaren waarbij ook een korst, bodemschimmels en vraat voor plantenwegval en achterstand tijdens kiemen hebben gezorgd. Ook breken van het zaad tijdens zaaien door bijvoorbeeld een roerasje heeft voor beschadiging van zaaizaad gezorgd. Dit alles geeft een wisselende stand van de gekiemde planten. Tenslotte zorgen duiven in het begin van de teelt ook voor een wisselende stand, zodra de planten groter worden zullen ze echter verdwijnen. Dit alles kan de mechanische onkruidbestrijding lastig maken zeker wanneer er nog na opkomst gebrand moet worden tegen onkruid.Let goed op het moment van branden! Bij mals weer en vanaf het 3e, tot uiterlijk 5e blad heeft branden nauwelijks effect (ongeveer 5% plantuitval) op de wortel- en lofproductie.
Rijdt het liefst een dag/avond van tevoren een paar banen met verschillende snelheid zodat het in één keer goed gebeurd. Na 1-2 dagen kleurt het hart van de planten dan weer groen. Het is dit jaar zeker aan te raden om enkele keren een N-mineraal monster te steken (0-60 centimeter) om te zien hoe de beschikbaarheid van stikstof is in de bodem. Hierdoor kan er tijdig worden bijbemest met bijvoorbeeld verenmeel waardoor er voldoende maat en energie komen in alle pennen. Zeker voor een late trek met een ras als Vintor is dit belangrijk.