De voortdurende strijd die katoentelers in de armste regio's van de wereld aan moeten gaan, wordt weergegeven in het rapport 'The Great Cotton Stitch-up'. Dit rapport onthult dat er vele miljoenen dollars worden betaald aan telers in de grootste economieën. Dit alles is nu erg actueel omdat deze week de tiende Doha-handelsbesprekingen plaatsvinden.

Actievoerders dringen er bij de VS en Europa op aan om te snijden in katoensubsidies. Katoentelers in Burkina Faso hopen dat het terugdringen van subsidies West-Afrikaanse katoentelers kan helpen. Ze zijn van mening dat het geld dat rijke landen gebruiken om hun telers te steunen - meer dan 1 miljard dollar per jaar - het mondiale aanbod kunstmatig stimuleert. Dit verlaagt ook de prijzen die katoentelers krijgen.
Onderhandelaars van de zogenaamde 'Cotton 4' (vier West-Afrikaanse staten: Tsjaad, Mali, Benin en Burkina Faso) zijn van mening dat alleen al door het verwijderen van de Amerikaanse katoensubsidies het inkomen van de boeren met 10 procent kan verhogen. Volgens het rapport lijden katoentelers in deze vier landen zo'n 250 miljoen dollar verlies door de subsidies.

Katoenoogst in de regio Vidarbha (Maharashtra, India)
De Fairtrade Foundation heeft berekend dat de VS, de EU, China en India de afgelopen tien jaar zo'n 47 miljard dollar aan subsidies hebben betaald. Dit komt vooral de telers in West-Afrika niet ten goede.