Femke Marije Wiersma, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, reageert op het tussentijds verslag over de evaluatie van de Nitraatrichtlijn. De Europese Commissie (EC) voert sinds begin 2024 onderzoeken en gesprekken met lidstaten over mogelijke verbeteringen. De rapporteurs melden dat "de EC aangeeft dat Nederland in een unieke situatie zit waar het gaat op het mest- en stikstofbeleid, en dan ook één van de weinige landen is die grote problemen ervaart met de implementatie van de richtlijn."
Gebruiksnorm dierlijke mest en derogatie
De EC acht het "onwaarschijnlijk dat de 170 kg N/ha norm voor dierlijke mest wordt versoepeld." De minister benadrukt: "Uiteraard blijft mijn inzet het halen van de doelen van de Nitraatrichtlijn, welke 50 mg/l nitraat in grondwater is en het voorkomen en verminderen van eutrofiëring in oppervlaktewater." Tegelijkertijd wil zij "komen tot een herziening van de Nitraatrichtlijn, waarbij ik de gebruiksnorm voor dierlijke mest ter discussie wil stellen." Zij stelt dat "door afschaffing van een gebruiksnorm voor dierlijke mest de stikstof uit dierlijke mest optimaal benut kan worden en dat er niet meer kunstmest dan nodig door agrariërs gebruikt hoeft te worden." De rapporteurs "geven in dat kader aan informatie op te vragen over de wetenschappelijke onderbouwing van de 170 kg N/ha gebruiksnorm voor dierlijke mest."
Over derogaties zegt Wiersma: "Naar mijn idee is het hebben van een derogatie, onder de criteria die de richtlijn noemt, en het behalen van de doelen van de richtlijn goed met elkaar verenigbaar en kunnen deze elkaar juist versterken. Zeker in de vorm van een derogatie voor grasland." Nederland moet aantonen "dat wordt gewerkt aan de verbetering van de waterkwaliteit."
Toelating RENURE en toekomstvisie
Nederland zet zich in voor de toelating van RENURE: "Nederland blijft zich uiteraard inzetten voor de toelating van RENURE. Ook blijft Nederland de lidstaten, die nog vragen hebben, zoveel mogelijk voorzien van informatie en argumenten."
Tot slot zegt de minister: "Afsluitend wil ik aangeven dat ik mij blijf inzetten voor een goede waterkwaliteit en circulair gebruik van nutriënten. Deze ambities passen ook in de onlangs gepubliceerde Visie op Landbouw en Voedsel van de EC voor een aantrekkelijke landbouw- en voedselsector voor toekomstige generaties. Nederland kan daarin een belangrijke bijdrage leveren als belangrijke, innovatieve voedselproducent in de Europese Unie."
Bron: Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur