Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Van Hall Larenstein pleit in opiniestuk voor nieuw financieel landbouwsysteem

"Wat ons betreft nog maar twee labels in de supermarkt: Regulier Duurzaam en Biologisch"

Hogeschool Van Hall Larenstein focust met onderwijs en praktijkgericht onderzoek op het realiseren van transities met betrekking tot landbouw, voedsel, water, klimaat en leefomgeving. Niek de Boer, Robert Baars, Rik Eweg en Peter van der Maas zetten namens de hogeschool in het onderstaande opiniestuk uiteen welke kant het op zou moeten met de landbouw. Wat hen betreft gaan we in Europa nog maar twee labels in de supermarkt tegenkomen: Regulier Duurzaam en Biologisch.

Opinie: Nieuw financieel landbouwsysteem noodzakelijk voor perspectief landbouw en natuur
De klimaat-, biodiversiteit- en wateropgaven in Nederland hebben onvoldoende voortgang en de landbouw heeft niet genoeg perspectief, omdat we vastzitten in het bestaande landbouwsysteem. De kosten die zijn gekoppeld aan transformatie naar een eigentijds, volhoudbaar landbouwsysteem worden onterecht bij de boer neergelegd. We komen hierdoor niet in transitie.

Waarom een nieuw financieel systeem voor grondgebonden landbouw?
Voor de implementatie van transities is een nieuw financieel systeem een randvoorwaarde. Nederland staat voor grote klimaat-, biodiversiteit- en waterkwaliteitsopgaven. De overheid maakt hiervoor plannen, maar die sluiten vaak onvoldoende op elkaar aan en zijn bovendien niet toegesneden op de werkelijke opgaven in een bepaald gebied. De rekening wordt vervolgens voor een belangrijk deel bij de boeren neergelegd.

De ketenpartijen ontwikkelen allerlei producten met duurzaamheidskeurmerken of -labels, zodat boeren een extra boterham kunnen verdienen, maar dit blijven kleine volumes die de burger maar beperkt herkent en erkent. De burger erkent wel de biologische landbouw, maar deze omvat nog geen 5% van het areaal in Nederland.

De afgelopen jaren zijn vele burgers actief achter de boer gaan staan, maar passen hun koopgedrag in de winkels maar beperkt aan. De boeren worden gedwongen om hogere kosten te maken voor de genoemde maatschappelijke opgaven, terwijl het hen geen of zeer beperkt financiële baten oplevert. Overheid, ketenpartijen, burgers en boeren kunnen dit kennelijk niet afzonderlijk of samen binnen het huidige systeem oplossen.

Wie moet dan wat gaan doen?
We moeten samen aan de slag. De klimaat-, biodiversiteit-, en waterkwaliteitsopgave is niet enkel een opgave van de boeren, maar een gezamenlijke maatschappelijke opgave van alle primaire ketenactoren en andere actoren die hen daarbij ondersteunen of beïnvloeden. De overheid en ketenpartijen moeten nu leiderschap tonen door in te zetten op een transformatie naar een nieuw landbouwsysteem, waarin boeren niet alleen worden gewaardeerd en betaald voor de kilo's voedsel, maar ook voor het resultaat dat hun bedrijfsvoering heeft op de omgeving, het klimaat, de waterkwaliteit en -beschikbaarheid en biodiversiteit.

Hoe dan wel?
We gaan wat ons betreft in Europa nog maar twee labels in de supermarkt tegenkomen: Regulier Duurzaam en Biologisch. Indien in de toekomst blijkt dat dit drie of vier labels moeten zijn, dan is dat voor ons ook prima. Want de wirwar aan labels en keurmerken met beperkte volumes levert onvoldoende impuls voor een transitie op.

De prijszetting van de door ons voorgestelde Regulier Duurzaam producten wordt bepaald door de huidige marktwaarde * kringloopfactor. Indien een bedrijf hoog scoort voor de kringloopfactor kan de productwaarde met circa 15-35% toenemen. Dit wordt dan uitgekeerd door de ketenpartij en/of afnemer aan de producent.

Op basis van onze eerste denklijn zit in de kringloopfactor:

  • Emissie van stikstof en fosfaat per hectare
  • Emissie CO2-equivalenten per hectare
  • Gebruik gewasbeschermingsmiddelen per hectare
  • Biodiversiteitscore door beheerpakketten, waaronder perceelrandenbeheer
  • Water vasthouden en peilbeheer

Waarom maar twee labels?
Biologische landbouw is een label met wereldwijde/Europese erkenning en herkenning. De rest valt wat ons betreft onder Regulier Duurzaam. Deze moet zo in elkaar zitten dat een boer als ondernemer uitgedaagd wordt om een goede kringloopscore te realiseren, waardoor hij meer inkomsten heeft dan nu met alleen focus op maximale productie per hectare. Het geheel komt onder één noemer en één (gemiddelde) prijs in de winkel, omdat de burger nu nog niet massaal gaat kiezen voor extra betalen voor gedifferentieerde categorieën duurzaamheid.

Betekent dit dan dat we de rekening neerleggen bij de consument en kan die
dat betalen?
Inderdaad, en als we vinden dat de consument deze rekening niet kan betalen, dan zou de overheid voor bepaalde productcategorieën een lager btw-bedrag kunnen inzetten. Ook kan de overheid wat ons betreft kiezen voor langjarige subsidies, die de extra benodigde baten vanuit de kringloopfactor dienen te dekken.

Waarom komt dit niet van de grond?
De noodzakelijke transformatie wordt belemmerd zolang Nederlandse voedselproducenten blijven concurreren op de wereldmarkt en boeren, burgers, overheid en ketenpartijen hun krachten niet bundelen. Dit dwingt de landbouw om kostprijzen heel laag te houden door zoveel mogelijk te produceren per hectare. Dit vraagt om turbo landbouw: high input, high output. Maar ook met relatief grote verliezen naar en in de omgeving: fosfaat en stikstof, broeikasgassen, gewasbeschermingsmiddelen en te beperkte ruimte voor biodiversiteit, met negatieve gevolgen voor bodem, water, klimaat en natuur. Dit model is lang succesvol geweest, maar de huidige opgave vraagt om een nieuwe aanpak.

Voor elk gebied hetzelfde perspectief?
Op kleigronden zal een andere emissie optreden dan op zandgronden, waardoor op kleigrond mogelijk makkelijker een hogere kringloopfactor te realiseren is. Ook zullen grondwaterstandregimes zorgen voor differentiatie. De draagkracht van het gebied is hiermee naast het management van de boer verankerd.

Een heffing op niet duurzame producten?
Het moet niet zo zijn dat boeren die conform huidige maatstaven produceren geld inbrengen om de duurzamere producten van een hogere prijs te voorzien. Dit is voor de boeren een sigaar uit eigen doos. Dan komt weer de rekening bij de boeren terecht. De prijs in de winkel moet omhoog. De echte waarde moet betaald worden. Het reguliere product komt in ons voorstel wel voor een hogere prijs in de winkel. De prijszetting zal gelijk zijn aan het duurzame product. Hierbij kun je ook spreken van een heffing, maar die wordt betaald door de consument.

Maar kunnen we dan niet meer exporteren?
Dit moeten we samen in Europa oppakken. We moeten naar een sterke en duurzame landbouw of beter gezegd voedselinfrastructuur in Europa. Dit is dus meer dan het inkleuren van een landbouw hoofdstructuur in Europa, die er overigens nog niet is. Om de Europese landbouw op grote schaal te verduurzamen, moet worden gestreefd naar minder im- en export van/naar buiten de EU, optimaliseren binnen de EU, en bescherming tegen concurrerende wereldmarktprijzen van producten die elders niet duurzaam zijn geproduceerd. Op dit moment vindt al meer dan 70% van de melk en vleesproducten uit Nederland de Europese markt.

Is dit niet te moeilijk?
We beseffen ons bijzonder goed dat de vernieuwing, die we hierboven schetsen, niet eenvoudig zal zijn, maar het leidt wel tot meer eenvoud. Want doormodderen zoals nu is een heilloze weg. In heel Europa hebben we inmiddels protesten vanuit de landbouw en de biodiversiteit-, water- en natuuropgaven blijven bestaan. De complexiteit is geen excuus, want we kunnen niet blijven dweilen met de kraan open.

Niek de Boer, Robert Baars, Rik Eweg en Peter van der Maas - Hogeschool Van Hall Larenstein

Voor meer informatie:
Hogeschool Van Hall Larenstein
Agora 1
8934 CJ Leeuwarden
058 2846100
[email protected]
www.hvhl.nl

Publicatiedatum: