Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Duitsland: Nieuwe veehouderijplannen hebben biologische varkenshouders te weinig te bieden

Afgelopen week vond in Berlijn een speciale conferentie van de landbouwministers plaats met als thema herstructurering van de veehouderij. Het federale programma voor de omschakeling van de veehouderij moet investeringen in op de soort afgestemde huisvestingssystemen en een groot deel van de lopende extra kosten ten opzichte van de wettelijke norm op het gebied van de varkenshouderij ondersteunen. Bioland staat kritisch tegenover de huidige plannen en eist verbeteringen in de uitvoeringsmaatregelen.

Programma moet eerlijker en doelgerichter
Gerald Wehde, hoofd landbouwbeleid van Bioland, licht toe: "De ontwikkeling van de biologische veehouderij is een centraal punt van de doelstelling van 30 procent biologisch areaal van de Duitse regering. De geplande etiketteringswet, met biologisch als apart houderijniveau, biedt hiervoor al een belangrijk kader. Het federale programma voor de omschakeling van de veehouderij is een andere belangrijke bouwsteen. In zijn huidige ontwerpversie berooft het de biologische landbouwers echter van elke motivatie. Voor een dynamische ontwikkeling op het gebied van biologische varkenshouders moet het ministerie rond Cem Özdemir het federale programma eerlijker en doelgerichter maken. Het subsidiesysteem moet in de richtsnoeren worden aangepast aan de huidige meerkosten van de te subsidiëren bedrijfstypen: "openluchtstal", "openlucht/weide" en "biologisch". Het geplande uniforme aftoppingsbedrag voor alle houderijniveaus benadeelt biologische bedrijven namelijk ernstig. Wie belooft 70 of 80 procent van de meerkosten te subsidiëren, moet dit ook waarmaken voor de biologische varkenshouderij. Bioland eist daarom afschaffing van het veel te lage aftoppingsbedrag voor biologische bedrijven."

Hogere kosten voor biologische bedrijven
"Daarnaast moet worden uitgegaan van een professionele uitgebreide berekening van de meerkosten voor biologische bedrijven die de werkelijkheid weerspiegelt. Met name de voederkosten en de hogere arbeidskosten moeten in aanmerking worden genomen. Deze behoren tot de grootste kostenposten voor biologische bedrijven. De hoge kwaliteit van biologisch voer is een elementair onderdeel van de biologische landbouwmethode volgens de EU-verordening inzake biologische productie, in tegenstelling tot een zuivere dierenwelzijnsclassificatie. Een dergelijke aanpak zou dan ook alleen maar consequent zijn. Anders blijven biologische landbouwbedrijven zitten met hun hogere kosten en gaat het grootste potentieel van de veehouderij verloren. Wie tegen 2030 30 procent biologisch areaal wil, moet de subsidies zo vormgeven dat de biologische varkenshouderij niet stagneert op één procent."

Achtergrond over steun vanwege huidige meerkosten
Het ministerie van Landbouw plant een gedifferentieerde aanpak van de steun voor de lopende extra kosten naar gelang van het aantal dieren. De dierpremies moeten 80 procent van de extra kosten ten opzichte van de wettelijke minimumnorm dekken als het aantal verkochte mestvarkens of biggen per jaar niet meer dan 1.500 bedraagt. Het subsidiepercentage daalt tot 70 procent voor hoeveelheden tot 6.000 mestvarkens of biggen. Voor zeugen worden de overeenkomstige subsidieplafonds vastgesteld op 50 en 200 dieren per jaar.

De huidige extra kosten voor de drie subsidiabele houderijmethoden worden berekend door externe deskundigen. Het financieringsrichtsnoer voorziet in een maximum dat biologische varkenshouders volgens Bioland duidelijk benadeelt ten opzichte van varkenshouders die andere houderijmethoden toepassen. De subsidie per dier en per jaar mag niet meer bedragen dan 750 euro, vermenigvuldigd met een factor 0,05 voor mestvarkens, 0,03 voor biggen en 0,5 voor zeugen. Voor een mestvarken zou dit resulteren in een maximale toelage van 37,5 euro. Bij een subsidiepercentage van 80 procent zouden de huidige meerkosten dus gemaximeerd worden op een kleine 47 euro. Dit bedrag dekt geenszins de meerkosten in de biologische varkensmesterij. Bij varkens uit een "frisse lucht stal" worden de meerkosten bij het hoogste subsidiepercentage van 70 of 80 procent gedekt met minder dierenwelzijn, bij biologische varkens slechts ongeveer 30 procent. Dit is geen stimulans voor omschakeling naar een biologische varkenshouderij en een hoog niveau van dierenwelzijn. Bioland eist daarom dat de bovengrens voor de biologische varkenshouderij zonder vervanging uit de richtlijn wordt geschrapt.

Bron: Bioland

Publicatiedatum: