Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Wetenschappelijke studie toont aan dat synthetische bestrijdingsmiddelen gevaarlijker zijn dan natuurlijke middelen

De doelstellingen van de Europese Green Deal, namelijk uitbreiding van de biologische landbouw tot 25%, halvering van het gebruik en de risico's van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en bescherming van kwetsbare gebieden tegen negatieve effecten van pesticiden tegen 2030, zorgen ervoor dat natuurlijke bestrijdingsmiddelen die zijn toegestaan in de biologische landbouw steeds meer in de politieke belangstelling komen te staan. Hoewel velen natuurlijke bestrijdingsmiddelen zien als veelbelovende alternatieven voor chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, waarschuwt de Europese bestrijdingsmiddelenindustrie voor "ecologische compromissen die gepaard gaan met een toename van de biologische landbouw", zoals een "toename van het totale bestrijdingsmiddelengebruik in Europa".

Beeld: IFOAM Organics Europe

Onderzoek
Namens IFOAM Organics Europe, de Europese koepelorganisatie voor biologische landbouw, heeft GLOBAL 2000 deze vermeende "ecologische compromissen" aan een feitenonderzoek onderworpen. Daarin zijn de verschillen tussen de 256 werkzame stoffen van bestrijdingsmiddelen die alleen in de conventionele landbouw zijn toegestaan en de 134 stoffen die ook in de biologische landbouw zijn toegestaan, geanalyseerd in termen van hun gevarenpotentieel en risico's, alsmede de frequentie van hun gebruik. De toxicologische evaluatie waarop deze feitencheck is gebaseerd, is vervolgens verder ontwikkeld en gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Toxics. De gevarenclassificaties van het Globally Harmonized System (GHS) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de op voeding en arbeid gebaseerde richtwaarden die de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in het goedkeuringsproces heeft vastgesteld, werden gebruikt als maatstaf voor de vergelijking.

Verschil biologisch versus conventioneel zeer significant
Van de 256 meestal synthetische werkzame stoffen van bestrijdingsmiddelen die alleen in de conventionele landbouw zijn toegestaan, is 55% voorzien van waarschuwingen voor gezondheids- of milieurisico's; voor de 134 natuurlijke werkzame stoffen die ook in de biologische landbouw zijn toegestaan, is dat slechts 3%. Waarschuwingen voor mogelijke schade aan het ongeboren kind, vermoedelijke carcinogeniteit of acute dodelijke effecten werden aangetroffen in 16% van de in de conventionele landbouw gebruikte bestrijdingsmiddelen, maar in geen van de voor biologisch gebruik goedgekeurde middelen. De EFSA achtte het passend om voor 93% van de conventionele middelen, maar slechts voor 7% van de natuurlijke werkzame stoffen, op de gezondheid gebaseerde richtwaarden voor aanvaardbare inname via het werk of de voeding vast te stellen.

"De verschillen die we hebben gevonden zijn even significant als niet verrassend wanneer men de oorsprong van de respectieve werkzame stoffen van de chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen nader bekijkt", zegt Helmut Burtscher-Schaden, biochemicus bij GLOBAL 2000 en hoofdauteur van de studie: "Terwijl ongeveer 90% van de conventionele middelen van chemisch-synthetische oorsprong is en screeningprogramma's heeft ondergaan om de stoffen met de hoogste toxiciteit (en dus de hoogste werkzaamheid) tegen doelorganismen te identificeren, zijn de meeste natuurlijke werkzame stoffen niet eens 'stoffen' in strikte zin, maar levende micro-organismen. Deze vormen 56% van de in de biologische landbouw goedgekeurde middelen. Als natuurlijke bodembewoners hebben zij geen gevaarlijke stofeigenschappen. Nog eens 19% van de biologische bestrijdingsmiddelen zijn van meet af aan geclassificeerd als 'werkzame stoffen met een laag risico' (bijvoorbeeld bakpoeder, ijzerfosfaat) of goedgekeurd als basisstoffen (bijvoorbeeld zonnebloemolie, azijn, melk)."

Preventieve maatregelen
Jan Plagge, voorzitter van IFOAM Organics Europe, voegt hieraan toe: "Het is nu duidelijk dat synthetische werkzame stoffen die zijn toegestaan in de conventionele landbouw veel gevaarlijker en problematischer zijn dan natuurlijke werkzame stoffen die zijn goedgekeurd in de biologische landbouw. En laten we niet vergeten dat biologische landbouwbedrijven zich richten op preventieve maatregelen zoals het gebruik van robuuste rassen, verstandige vruchtwisselingen, het behoud van de gezondheid van de bodem en het vergroten van de biodiversiteit op het veld om het gebruik van externe inputs te vermijden. Daarom worden op ongeveer 90% van de landbouwgrond (vooral in de akkerbouw) helemaal geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, zelfs geen natuurlijke stoffen. Als ongedierte echter uit de hand loopt, is het gebruik van nuttige insecten, micro-organismen, feromonen of afschrikmiddelen de tweede keuze van biologische landbouwers. Natuurlijke bestrijdingsmiddelen, zoals de mineralen koper of zwavel, bakpoeder of plantaardige oliën, zijn een laatste redmiddel, voor speciale gewassen zoals fruit en wijn."

Snelle goedkeuringsprocedure nodig
Jennifer Lewis, uitvoerend directeur van de International Biological Manufacturers Association (IBMA), wijst op het "enorme potentieel" van de natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen en -methoden die nu al beschikbaar zijn, zowel voor conventionele als voor biologische landbouw: We moeten de goedkeuringsprocedure voor biologische bestrijding versnellen, zodat deze producten beschikbaar zijn voor alle boeren in Europa. Dit zal de overgang naar een duurzamer en biodiversiteitsvriendelijker voedselsysteem, zoals geschetst in de Europese Green Deal, ondersteunen."

Lili Balogh, voorzitter van Agroecology Europe, benadrukt: "De uitvoering van de Farm to Fork-strategie en de Biodiversiteitsstrategie met haar doelstellingen voor de vermindering van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen is essentieel om veerkrachtige agroecologische voedselsystemen in Europa - en daarbuiten - tot stand te brengen. Het doel van de landbouw moet, naast het leveren van voedsel, voeder en brandstof, altijd zijn om de biodiversiteit en de bijbehorende ecosysteemdiensten zoveel mogelijk te bevorderen, zodat het gebruik van externe inputs overbodig wordt. Met preventieve en natuurlijke maatregelen bij gewasbescherming, zoals soorten- en rasdiversiteit, kleinschalige landbouwstructuren en geen synthetische bestrijdingsmiddelen, creëren we een echt duurzaam landbouw- en voedselsysteem dat crises goed overleeft."

De studie is hier te vinden.

Bron: IFOAM Organics Europe

Publicatiedatum: