Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Opiniestuk Ruud Hendriks

Kan biologisch de wereld voeden?

De EU wil het aandeel biologische landbouw uitbreiden naar 25 procent. Vanuit diverse hoeken wordt dit bekritiseerd omdat het de voedselvoorziening in gevaar zou brengen. "Dat wordt honger!" wordt volop getwitterd. Is die zorg terecht? Daar gaat Ruud Hendriks in dit opiniestuk uitgebreid op in. Ruud is Practor Kringlooplandbouw bij Aeres MBO en docent bodemvruchtbaarheid bij Aeres Warmonderhof. Hij stelt hierin onder meer: "Indien we ons consumptiepatroon niet aanpassen naar minder dierlijk eiwit zal gangbaar noch biologisch de wereld blijvend kunnen voeden."

Europa promoot biologische landbouw om de milieulast en afhankelijkheid van inputs te beperken. Gangbare landbouw beperkt die ook stapsgewijs, maar niet genoeg. Biologisch gaat daarin verder en heeft daarvoor Europees vastgelegde normen met certificering.

Of bio beter is en de wereld kan voeden wordt vaak betwist. Een recent verslag van 10 jaar Zwitsers onderzoek concludeert dat biologisch weliswaar 22 procent minder produceert, maar wel de nodige voordelen biedt (Wittwer et al, Sci Adv 08/21).

De biologische bodem is beter vanwege meer bodemleven en een stabielere structuur, en is daardoor meer 'klimaatadaptief'. De bijdrage aan opwarming van de aarde is per hectare bekeken ongeveer de helft van gangbaar. De giftigheid voor water is tot 85 procent lager.

Inkomen bio-boer ligt hoger
Omdat er per hectare minder kilo's worden geoogst is het voordeel per kilogram product minder groot dan per hectare. Het inkomen van de biologische boer ligt hoger. Opschalen in Europa moet zorgen dat het inkomen wel goed blijft.

Ecomodernisten, die vanuit een technologische invalshoek de landbouw ecologischer willen maken, stellen dat omschakeling naar biologische landbouw leidt tot minder productie, en dat het dus meer ruimte kost om iedereen te voeden. 'Je moet daarom op landbouwgrond juist heel intensief telen om zoveel mogelijk grond voor natuur over te houden', vinden zij.

Het klopt dat op dit moment de gangbare landbouw door veel inputs van kunstmest en chemie meer kilo’s per hectare oplevert dan biologisch. Het verschilt sterk per gewas, maar gemiddeld gezien is de opbrengst biologisch in ons klimaatgebied rond 80 procent van gangbaar.

In een land als Spanje of in de droge streken van de VS is dat verschil overigens minder of afwezig. Daar zijn de opbrengsten ook gangbaar veel lager dan bij ons.

Een afname van 20 procent lijkt veel. Het is echter een momentopname die niet zomaar naar de toekomst kan worden doorgetrokken. De gangbare opbrengst staat onder druk door de beperking van chemiegebruik en van bemesting. Ook de zorg om de bodemkwaliteit zet gangbare teeltmethoden onder druk, denk aan de recente berichten vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) over verplichtingen rond rustgewassen.

Onze export echt van wereldbelang?
Nederland is de tweede exporteur van de wereld. Onze export is van wereldbelang, zo wordt gesteld. Maar is dat echt zo?

Onze export behelst rond 6 procent van de wereldhandelsmarkt. Omdat de helft van het voedsel in de wereld lokaal wordt verhandeld en daardoor geen deel is van de wereldhandelsmarkt, leveren we feitelijk maar 3 procent van de wereldvoedselmarkt. Op dit moment gaat echter minstens 30 procent van het voedsel op de wereld verloren! Als we dat naar 27 procent weten terug te brengen is onze export al gecompenseerd. Overigens gaat 80 procent van de export naar Europese landen waar obesitas een groter probleem is dan honger.

Netto zijn we uiteindelijk geen exportland maar juist een importland! We hebben voor onze voedselconsumptie rond 3,6 miljoen ha per jaar nodig terwijl we maar 1,8 miljoen hectare landbouwgrond hebben. Van die 1,8 miljoen hectare wordt 1,0 miljoen voor export gebruikt en gaat maar 0,8 miljoen naar de eigen bewoners.

Tegenover die 1 miljoen ha exportsucces staat dus 2,8 miljoen hectare importnoodzaak! Daar zitten zaken als koffie en specerijen bij die we niet zelf kunnen telen, maar ook bijna alle graan voor onze bakkers.

Broodgraan kunnen we ook zelf gaan telen. Bovenop de buitenlandse oppervlakte voor ons voedsel komt op dit moment nog de oppervlakte voor voer voor vlees en eieren die we exporteren. Veel voedselkilometers die kunnen worden voorkomen.

De stelling 'we moeten de wereld blijven voeden omdat we dat efficiënt kunnen' is niet juist. Nederland voedt de wereld nu niet en zal dat ook biologisch niet gaan doen. Nederland is als gezegd netto een flink importerend land.

Minder dierlijke producten
Dan de discussie over het minder eten van dierlijke producten. 'Welke mate van consumptie is mogelijk is als we de draagkracht van de planeet als uitgangspunt nemen?' is een vraag die hoogleraar Dieren & Duurzame voedselsystemen Imke de Boer voor Wageningen UR uitwerkt. Zij gaat uit van een toekomst waarin koeien worden gehouden op grond waar tuinbouw en akkerbouw niet mogelijk zijn.

Varkens en kippen krijgen de reststromen uit de akkerbouw en voedingsindustrie. Resten die wij niet kunnen eten maar dieren wel. Percelen waar nu granen, mais en soja voor dieren op staan worden in de toekomst gebruikt voor teelten voor humane consumptie. Een onvermijdelijke verandering als we straks 10 miljard mensen willen voeden.

In Europa eten we nu rond 50 gram dierlijk eiwit per dag. Dat kan probleemloos terug naar de helft, een reductie tot een kwart is voeding technisch ook geen probleem. Verminderen van dierhouderij is geen doel op zich, maar wel een logisch gevolg van het optimaliseren van landgebruik om zoveel mogelijk mensen te voeden. Van Imke de Boer komt ook de stelling: 'we moeten geen lege calorieën produceren', verwijzend naar de vaak lagere voedingswaarde bij hogere productie.

Indien we ons consumptiepatroon niet aanpassen naar minder dierlijk eiwit zal gangbaar noch biologisch de wereld blijvend kunnen voeden.

Bodemkwaliteit
De bodem is het fundament onder de landbouw. Nederland heeft een goede bodem. De kwaliteit staat onder druk want chemie en kunstmest zijn een aanslag op de bodem, maar vergeleken met veel andere landen gaat het nog prima.

Omschakeling naar biologisch betekent behoud of verbetering van bodemkwaliteit. Het is een van de doelen waar een omschakelende boer of tuinder op is gericht. Het gaat dan vooral om bodemleven en structuur, aspecten die bijdragen aan een hogere efficiëntie van mineralenbenutting en een betere klimaatbestendigheid.

Bodemverbetering is overigens niet voorbehouden aan biologische boeren, elke boer kan daar aan werken, maar door het grotendeels achterwege laten van kunstmest en bestrijdingsmiddelen gaat het sneller.

Het woord voor de toekomst: kringlooplandbouw
In Nederland gaat omschakelen naar biologisch op dit moment nog ten koste van opbrengst. In de tropen gaan gronden veel sneller achteruit, warmte versnelt de processen. Omschakelen daar kan voor uitgeboerde gronden juist leiden tot hogere productie.

Dat gaat echter niet makkelijk. De bodem kan in enkele jaren zeer arm zijn geworden, op die plekken is eerst een grondige herstelperiode voor de bodem nodig. Als we dan toch de schaarse kunstmest willen inzetten moeten we het als tussenfase naar biologisch vooral daar doen omdat het op die gronden meer rendement oplevert dan in Nederland. Liever in de (sub)tropen meer produceren dan vanuit Nederland daarheen exporteren.

Het woord voor de toekomst is kringlooplandbouw. Dat houdt onder andere in dat mineralen binnen een regio blijven. Verkoop van producten door de landbouw betekent afvoer van mineralen. Die mineralen moeten in de toekomst allemaal weer retour naar de landbouw.

Dat gebeurt nu al een beetje, maar verre van wat kan. Voedsel gaat naar de maatschappij, de mineralen eindigen grotendeels in het riool, om als rioolslib te worden verbrand. Het mineralenverlies compenseert de landbouw vervolgens weer via kunstmest en krachtvoer uit het buitenland. Dat is niet toekomstproof.

Europa
De EU richt zich op een kringloop binnen Europa ('Farm to Fork'). Kunstmest en krachtvoer van buiten Europa passen daar niet in en worden dus afgebouwd. Het op termijn niet meer gebruiken van fossiele brandstof is ook onderdeel van kringlooplandbouw.

Biologische landbouw heeft een voorsprong omdat er meer korte ketens zijn, er veel samenwerking tussen bedrijven is en omdat er geen kunstmest en minder krachtvoer worden gebruikt. Biologisch zijn vlinderbloemigen de belangrijkste stikstofbron.

Ook de bioboer levert echter aan de consument. Als daar niets van terugkomt zal ook de biobodem uitputten, niet anders dan de gangbare bodem als die minder dierlijke mest (= krachtvoer) en geen kunstmest meer krijgt.

Zowel bio als gangbaar gaan het niet volhouden als kringlopen niet worden gesloten. Onze eigen broek ophouden in plaats van terug te vallen op eindige natuurlijke reserves. Zelfs als we dat zo goed mogelijk doen wordt het nog een mega uitdaging omdat landbouw nooit helemaal zonder verliezen kan werken.

Mest van 18 miljoen Nederlanders gaat nu verloren
Rioolslib wordt in Nederland vrijwel niet hergebruikt. Er is een begin gemaakt met het winnen van fosfaat uit rioolslib. De mineralenrijke mest van 18 miljoen Nederlanders, dagelijks een dikke kilo per persoon, gaat nu verloren. In het buitenland gebruikt men rioolslib wel, met Spanje en Ierland aan top. Die gebruiken 75 procent van hun rioolslib in de landbouw.

Gangbaar heeft nog geen antwoord op de vervanging van kunstmest en chemie. Zolang dat de basis van het systeem is, is gangbaar een eindig systeem dat de wereld niet blijvend kan voeden.

Biologisch biedt perspectief maar kan de wereld pas voeden als we ons voedselpatroon veranderen naar substantieel minder dierlijke producten, als kringlopen vergaand worden gesloten en als, last but not least, de afhankelijkheid van energie (veel) minder wordt.

Dat alles, laten we daar eerlijk in zijn, staat nog maar in de kinderschoenen.

Ruud Hendriks

Ruud Hendriks is Practor Kringlooplandbouw bij Aeres MBO en docent bodemvruchtbaarheid bij Aeres Warmonderhof

Publicatiedatum: