Om de GGO-wetgeving duurzamer, toekomstbestendig en uniform uitvoerbaar te maken moeten er nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkeld worden. Dat is de belangrijkste conclusie van het in de land- en tuinbouwsector langverwachte rapport van de EU over de toepassing van ‘nieuwe genetische technieken’ in Europa en de relatie met de wetgeving over genetische modificatie. Wel ontbreken in het rapport aanbevelingen over hoe die wetgeving eruit moet zien.
Biologische sector bezorgd
Bionext maakt zich grote zorgen over de conclusies uit het rapport en luidt samen met IFOAM Organics Europe (Europese koepelorganisatie voor de biologische landbouw) de noodklok om een aantal redenen.
"Door de deur open te zetten voor nieuwe veredelingstechnieken negeert de Commissie het belang van keuzevrijheid voor de biologische sector die vrij wil blijven van deze technieken. Hierdoor komt ook de keuzevrijheid van alle Europese burgers in het geding" stellen de organisaties. Ze wijzen er ook op dat 'de natuur zich niet houdt aan grenzen'. "Zonder co-existentie afspraken en volledige traceerbaarheid zadel je biologische en gangbare telers op met een probleem waar ze niet op zitten te wachten."
De Europese Commissie hecht veel waarde aan de beloftes van de nieuwe verdelingstechnieken om bij te dragen aan een duurzame landbouw. Bionext vindt het onverantwoord om hiervoor de bewezen duurzaamheidsprestaties van de biologische sector op het spel te zetten. Daarnaast wil de biologische sector kunnen groeien op een manier die past bij haar eigen principes en uitgangspunten. In samenwerking met de natuur en dus zonder gentech.
Verder vragen Bionext en IFOAM Organics Europe zich af wat de nieuwe wetgeving betekent voor patenten. Toepassingen van de nieuwe veredelingstechnieken zijn patenteerbaar. Met het gebruik van deze technieken haal je dus ook weer het probleem van “patenten op ons voedsel” in huis. Dit terwijl de biologische sector daar, met een brede maatschappelijke en politieke coalitie, de afgelopen jaren met succes tegen gestreden heeft.
Michaël Wilde, directeur van Bionext: "Door nu in te zetten op deze nieuwe vorm van gentech komt de rol van de biologische landbouw in de Farm to Fork plannen onder druk te staan. Er is geen 'silver bullet' om het Europese landbouw en voedselsysteem te verduurzamen maar het gaat alleen lukken als wij de natuur er bij betrekken in plaats van deze te bestrijden zoals wij dat de afgelopen 80 jaar hebben gedaan."
Verheugd
Plantum daarentegen is blij met het rapport omdat dit een nieuwe start betekent in de discussie over plantenveredeling. Directeur Plantum Niels Louwaars: “We zijn verheugd over de teneur van het rapport, dat het belang van veredeling benadrukt en bevestigt dat de huidige wetgeving niet ‘fit for purpose’ is.”
Plantum roept de Commissie, de lidstaten en betrokkenen op om vaart te maken met de nieuwe beleidsinstrumenten, want alleen dan kan de veredeling de extra bijdragen aan de maatschappelijke doelen, verwoord in de ‘Green Deal’ en de ‘Boer tot Bord’ strategie, waar maken.
Crispr Cas9
De studie is tot stand gekomen mede dankzij de inspanningen van Minister Carola Schouten (LNV) in de Landbouwraad. Zij deed dit op basis van het regeerakkoord van 2017: “Nederland zal zich in Europa inzetten voor de toepassing en toelating van nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr Cas9, mits daarbij geen soortengrenzen worden overschreden.”
Het is zaak dat ook de nieuwe regering deze lijn consistent en met veel energie doorzet, stelt Plantum. Ook LTO Nederland is blij met het feit dat in het rapport wordt erkend dat de huidige wetgeving innovatie belemmerd.
Innovatie in de plantenveredeling noodzakelijk
Plantenveredeling draait niet alleen om producteigenschappen zoals bijvoorbeeld de smaak van tomaten. Plantenveredeling richt zich met name op het weerbaar maken van gewassen tegen ziekten en plagen en de gevolgen van klimaatverandering. Ook het ontwikkelen en diversifiëren van landbouwsystemen vraagt om aanpassing van gewassen, schrijft Plantum in reactie op het rapport.
Wat in het zaadje of de jonge plant georganiseerd kan worden, hoeft tijdens de teelt niet gecorrigeerd te middels gewasbescherming of irrigatie. Het Nederlandse gewasbeschermingsbeleid en de Europese ‘Boer tot Bord’ strategie noemen plantenveredeling essentieel om de maatschappelijke doelen te bereiken. Veredeling is krachtig, maar het proces is traag. Het duurt vele jaren om een nieuw ras te ontwikkelen.
Veredelaars hebben meerdere manieren gevonden om dit te versnellen. De nieuwe methoden waar dit rapport over gaat, met name ‘gene editing’ via Crispr, leveren geen fundamenteel andere gewassen op, maar de verbeteringen komen aanzienlijk sneller tot stand. Het is een belangrijke nieuwe stap om veredeling te versnellen en daarmee de bijdrage van veredeling aan de maatschappelijke doelen te vergroten.
Achtergrond van het rapport
In 2018 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat producten van ‘gene editing’ gereguleerd zijn en onder de GGO wetgeving vallen. Dit was een teleurstellende uitspraak voor plantenveredelaars, maar ook voor telers en handelaren in landbouwproducten, omdat het brede gebruik van deze technologie hiermee praktisch onmogelijk wordt.
Naar aanleiding van de grote inzet van de Nederlandse overheid in Brussel, heeft de Europese Commissie de afgelopen twee jaar een studie uitgevoerd naar de ‘passendheid van de huidige GGO wet- en regelgeving’. Deze resultaten zijn op donderdag 29 april gepubliceerd.
Het rapport levert volgens Plantum 'een goed overzicht van de ideeën van betrokkenen over veredeling en het gebruik van verschillende veredelingsmethoden.'
Uitkomsten van het rapport
EU Commissaris for Health and Food Safety, Stella Kyriakides: “De gepubliceerde studie concludeert dat nieuwe veredelingstechnieken kunnen bijdragen aan duurzaamheid, in lijn met de doelen van de Farm to Fork strategie. Met de veiligheid van consumenten en het milieu in ons achterhoofd, is het tijd om een open dialoog te voeren met onze burgers, lidstaten en het Europese Parlement over het gebruik van deze biotechnologieën in de EU.”
Het rapport concludeert dat er bij de meeste onderzochte methoden geen specifieke veiligheidsrisico’s zijn, anders dan bij eerdere en algemeen geaccepteerde methoden. Er zijn wel verschillende ethische aspecten, zowel voor als tegen het gebruik van deze methoden. De conclusies van het rapport geven de noodzaak van nieuwe regelgeving helder aan.
De huidige wetgeving is niet uitvoerbaar gegeven de technologische ontwikkeling. Nieuwe regels moeten toekomstbestendig, en uniform uitvoerbaar zijn.
De studie wordt op de volgende Europese Landbouw- en Visserijraad in mei besproken met de betrokken ministers. In de komende maanden volgt nog een 'impact assessment' om de beleidsopties te verkennen.
Het volledige rapport is hier te vinden.
Bronnen: Plantum, LTO Nederland, Glastuinbouw Nederland, Bionext en Europese Commissie