Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Europese bio-pluimveesector blijft zoeken naar alternatieve voeders

Het vinden van kosteneffectieve bio-voeder is voor Europese bio-pluimveehouders een echte uitdaging. Ze zijn vanwege het hoge proteïne gehalte al vele jaren afhankelijk van geïmporteerde bio-soja. 
 
Het OK-Net EcoFeed project, dat vorig jaar via het EU Horizon 2020 programma werd opgericht, helpt Europese bio-landbouwers om alternatieve proteïne bronnen te vinden en moedigt het gebruik van regionale voeder aan.

Er zijn 19 partners in 11 Europese landen en loopt tot het einde van volgend jaar. Het consortium bestaat uit voederverwerkers en molens, landbouwers en lanbouworganisaties, onderzoeksinstituten, universiteiten en adviesbureaus. 

Proteïne behoeften van leggers en broeders
Onlangs heeft de IFOAM EU Group een studie van 72 pagina's over de proteïne-behoeften van leggers, broeders en varkens, de verschillende bronnen van proteïne voeder en hun voedingswaarde, apparatuur voor voederverwerking en verschillende voederstrategieën gepubliceerd. 

Om de uitdaging van 100% bio te overwinnen, zou volgens IFOAM lokaal voeder voor pluimvee en varkens dat voor 100% bestaat uit bio en regionaal geproduceerde voeder een uitdaging kunnen zijn, vooral wat betreft voldoende proteïne en specifieke aminozuren. Volgens IFOAM zijn er twee manieren:

"De eerste oplossing is door bijproducten zoals afval van verschillende soorten teelt te gebruiken. Ook is het mogelijk om nieuwe proteïne bronnen als zeeproducten te onderzoeken of het gebruik van bekende producten als gras te verfijnen."

"Een andere oplossing is door dieren minder intensief te voeren. Voor deze strategie zijn langzaam groeiende rassen het best geschikt. Enkele langzaam groeiende rassen zijn al bekend, sommige worden herontdekt als oude rassen. Ze vormen een uitdaging door een lage opbrengst en/of minder inkomen voor de teler wat zal leiden tot een prijsstijging van eieren en vlees. Maar er zijn veel manieren om voederstrategieën of regionaal geteelde voeder en rassen met een lage opbrengst te combineren. Daar zou meer onderzoek naar gedaan kunnen worden."

Bezoek aan twee Franse pluimveebedrijven
Projectleden en telers bezochten twee Franse pluimveebedrijven om te zien hoe ze het daar doen. 

Marc Pousins bedrijf in Saint-Pierre-des-Echaubrognes levert 100% bio, lokale voeder aan z'n broeders. Pousin is de oprichter van Volailles Bio de l'Ouest.

Het bedrijf heeft 3 vrije uitloop gebieden met 2 gebouwen en een kleine voederfabriek. De samenstelling van het voeder is goedgekeurd door het Franse bio-voederbedrijf Aliments Mercier, dat lokaal geteelde producten levert.  

Een kwart van de voeding wordt op het bedrijf gemaakt, 50% wordt van een bio-landbouwer in de buurt gekocht en de resterende 25% worden via Aliments Mercier geleverd en zo gemengd dat het voor de pluimveehouder geschikt is.

Het andere bezoek werd gebracht aan een bedrijf in Angers. 

3 Britse meetings
Het VK organiseert 3 bezoeken op een bedrijven in Aberdeenshire, Gloucestershire en Suffolk, waarbij de delegatie de gelegenheid krijgen om de praktische mogelijkheden voor pluimveehouders te bekijken. 

De Britse Soil Association organiseert een meeting in Cirencester op 17 april waar presentaties van verschillende Europese onderzoeken gegeven zullen worden en een systeem voor leggers en waar gediscussieerd zal worden over zaadmixen. 

Publicatiedatum: