Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Henri Verstappen (Kemperkip):

"Boeren genieten meer als ze een band hebben met de kippen"

Dertig jaar geleden werd Herman Kemper uitgelachen om zijn scharrelkippen, maar nu beheert KemperKip de volledig circulaire productieketen. De toekomstplannen: een groot ‘kippenpark’ waar consumenten het leven van een biologische kip kunnen ervaren.

Begin jaren negentig besloot Herman Kemper, oprichter van KemperKip, dat hij genoeg had van de intensieve pluimveehouderij. Hij miste de ouderwetse kip die voldoende ruimte had om te scharrelen, kwaliteitsvoer kreeg en die uiteindelijk ook beter van smaak was. Die kip vond hij in Frankrijk, waar hij een kleinschalige samenwerking met boeren startte om de kippen van weleer opnieuw op de kaart te zetten.

Van kuiken tot consument
"Het succes kwam niet uit de lucht vallen", zegt Henri Verstappen, commercieel directeur en woordvoerder van KemperKip. "KemperKip bewaakt de hele productieketen, van eendagskuikentje tot eindproduct, en werkt intensief samen met kleinschalige pluimveehouders. We leveren de eendagskuikens en het hoogwaardige voer zonder antibiotica, samengesteld uit biologisch graan en andere lokale reststromen. We betrekken daar permanent dierenartsen bij en verzorgen zelf het transport naar de productiefaciliteit in Uden om dat zo stressvrij mogelijk te laten verlopen."

De consumentenmarkt voor dit soort producten groeit. "Het is allemaal heel logisch", legt Verstappen uit. "Wanneer we dierenwelzijn uit het oog verliezen en alleen naar kwantiteit kijken, gaat het mis. Mensen willen steeds meer weten over de herkomst van hun eten, vandaar dat we 'boerencodes' plaatsen op de verpakking, zodat het product via onze website kan worden getraceerd. En dankzij de speciale aandacht van onze veehouders worden onze kippen diervriendelijk gefokt en kunnen ze hun natuurlijke gedrag vertonen. We merken ook dat de boeren veel meer van hun werk genieten omdat ze een veel betere band hebben met de kippen."

Scharrelen op het thuishonk
Een van de belangrijkste voorwaarden voor de kenmerkende producten van KemperKip – namelijk de biologische 'landhoen', een oud Europees kippenras, en de maïs scharrelkip – is de foerageerruimte die de dieren krijgen. Maar die vraag naar ruimte gaat gepaard met een uitdaging: weinig bedrijven zijn geschikt voor de productie van de Kemper-kippen.

"Ons houderijsysteem is heel specifiek", legt Verstappen uit. "We willen samenwerken met boerderijen die een kleine staloppervlakte hebben met een groot buitengebied voor de kippen. En die zijn moeilijk te vinden. De agrarische kleinschalige bedrijven worden steeds zeldzamer. Opvolging binnen het gezin neemt af en alleen de grote pluimveebedrijven blijven bestaan. Daarom hebben we een plan ontwikkeld om zelf pluimveebedrijven te bouwen, zodat we aan onze groei voor de komende jaren kunnen voldoen."

Zien is geloven
En het is nogal een plan. Het bedrijf wil in het oosten van het land een enorm biologisch kippenpark op poten zetten waar bezoekers met hun eigen ogen kunnen zien hoe de kippen worden grootgebracht. Maar dat plan is nog niet zo populair bij de lokale bevolking van Doetinchem. Bewoners zijn bezorgd over aandoeningen zoals longziekten. Maar Verstappen maakt zich geen zorgen: "Ons plan omvat dertien stallen op dertig hectare. Daar komen minder kippen in dan in twee grote boerderijen met ‘gangbare’ kippen. Onze kleinschalige houderijsystemen hebben boerderijen van ongeveer 5.000 kippen, terwijl een grote stal in de intensieve pluimveehouderij tot 35.000 kippen heeft op een veel kleiner oppervlak."

Toch was er weerstand tijdens informatievergaderingen met de gemeenschap. Verstappen: "We zitten tussen twee vuren. We willen onze keten transparant laten zien aan de consument, maar aan de andere kant is er veel regulering om de introductie van dierziekten en dergelijke te voorkomen. Daarom heeft het realiseren van dit park meer tijd nodig dan we hadden geschat."

Niet in mijn achtertuin
"Een plan van dertig hectare is moeilijk te realiseren in een land dat zo dicht bebouwd is als Nederland", zegt Verstappen. Maar het verplaatsen van activiteiten naar een ander Europees land is geen optie, omdat toezicht afneemt met afstand. "Elke Nederlander is er inmiddels van overtuigd dat onze manier van kippen kweken de juiste is. Maar niemand wil het in zijn eigen achtertuin. Als marktleider willen we heel transparant zijn over hoe de productie van biologische kip moet gebeuren en hoe we het doen. Naarmate we van gespecialiseerde winkels naar reguliere winkels gaan, neemt de schaal waarop we onze keten moeten organiseren enorm toe. Daar hebben we ruimte voor nodig."

Circulaire teelt
De meningen lopen uiteen over de voetafdruk van biologisch in vergelijking met conventionele pluimveebedrijven, maar voor KemperKip is biologische landbouw de enige weg vooruit. Verstappen: "Onze kippen zullen langer leven en meer voer gebruiken. Maar we gebruiken geen conventionele beschermingsmiddelen in de veevoederproductie en hebben geen mestoverschot. Dat wordt allemaal gebruikt voor de teelt van een reeks biologische gewassen."

Toegevoegde meerwaardeconcepten, zoals het gebruik van afvalstromen, zijn een belangrijk component in de zogenaamde 'geoptimaliseerde karkasopbrengst'. "Als ik een kip heb, hoef ik niet alleen de haas en de dijen te verkopen. Ik moet ook geld verdienen aan de drumsticks, de vleugels en alle andere onderdelen om een realistische en aantrekkelijke kostprijs voor het hele concept te bereiken."

“Je kunt ook de reststromen van afvalstoffen bij de klant neerleggen,” vervolgt Verstappen, “maar daarmee verschuift het probleem alleen maar. We verdienen geld aan onze afvalstromen door allerlei andere producten te maken. Karkassen worden bijvoorbeeld verwerkt tot biologisch voedsel voor huisdieren. Door voortdurend nieuwe mogelijkheden te onderzoeken om onze kippen te verwerken, halen we het meeste uit elk dier zonder iets te verspillen."

Bron: Rabobank

Publicatiedatum: