Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Eerste indicatie economische impact

Directe schade fipronilaffaire voor biopluimveesector: 3 euro per hen

Wageningen Economic Research heeft in opdracht van staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) onderzoek gedaan naar de directe schade van de fipronilaffaire voor de betrokken pluimveebedrijven. Die directe schade voor de gehele pluimveesector wordt geschat op ongeveer 33 miljoen euro.

Schade tijdens blokkade

Voor de circa 200 leghennenbedrijven waarop fipronil is gebruikt, wordt de directe schade voor de periode van blokkade waarin de eieren worden afgevoerd en vernietigd, geschat op circa 16 miljoen euro. Dit bedrag is gebaseerd op de stand van zaken per 16 augustus 2017. Afhankelijk van het houderijsysteem varieert de geschatte schade per hen van 1 tot 2 euro. Voor biologische bedrijven is de geschatte schade een stuk hoger: bijna 3 euro per hen. De genoemde bedragen geven een indicatie van de gemiddelde schade, waarbij er tussen de bedrijven grote verschillen zullen zijn afhankelijk van de periode, het niveau van eiproductie en de eierprijzen, en ook afhankelijk van verschillen in bedrijfsgrootte.


Uitgangspunten en geschatte schade per hen per houderijsysteem bij een blokkade van 21 dagen (in euro's).

Schade door maatregelen 'vroegtijdig doden' en 'ruien'

Daarnaast lijdt de leghennenhouder directe schade door maatregelen om de gevolgen van de fipronilbesmetting op het bedrijf weg te nemen. De leghennenhouder heeft de keuze tussen vroegtijdig doden of ruien. Voor de circa 200 bedrijven wordt dit bedrag totaal geschat op circa 17 miljoen euro; bestaande uit circa 9 miljoen euro voor vroegtijdig doden en circa 8 miljoen euro voor ruien. Bij het vroegtijdig doden op 60 weken bedraagt de geschatte schade ongeveer 3,50 tot 8,50 euro per hen. Ook voor deze bedragen zal er in de praktijk een grote spreiding zijn, vooral afhankelijk van de leeftijd waarop de dieren vroegtijdig worden gedood. Bij de keuze voor ruien wordt de schade geschat op 1,5 à 3 euro per hen. Ook hier geldt dat de schade bij toepassing van rui in de praktijk sterk zal variëren.


Totale economische schade voor variant blokkade van 21 dagen plus vroegtijdig doden en de variant blokkade plus ruien (in euro's per hen en per volwaardig bedrijf)

Totale schade

De totale directe schade voor de circa 200 getroffen leghennenbedrijven ligt in de ordegrootte van 33 miljoen euro met een geschatte spreiding van 30 tot 35 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit circa 16 miljoen euro als gevolg van de blokkade, circa 9 miljoen euro voor vroegtijdig doden en circa 8 miljoen euro voor ruien. Bij het vroegtijdig doden op 60 weken bedraagt de totale geschatte schade ongeveer 4,50 tot 11,50 euro per hen. Bij de keuze voor ruien wordt de totale schade geschat op 2,5 à 6 euro per hen. Voor een standaardbedrijf met het aantal leghennen dat een volwaardige arbeidskracht kan verzorgen, varieert de totaal berekende schade van circa 80.000 tot 320.000 euro.


Financiële buffers getroffen bedrijven onder druk

De schadebedragen per bedrijf hebben direct invloed op de liquiditeitspositie van de getroffen leghennenbedrijven. Voor de fipronilaffaire beschikten de meerderheid van deze leghennenbedrijven over enige financiële reserves. Als gevolg van de opgelopen schade daalt het percentage getroffen bedrijven met een positieve kasstroom van 55 procent naar circa 5 tot 15 procent. Het merendeel van de bedrijven met een negatieve kasstroom kan dit opvangen door de inzet van eigen liquide middelen, besparen op uitgaven en/of uitstellen van aflossingen aan de bank. Door deze affaire en het onder druk staan van de kasstroom verdwijnen eventueel opgebouwde financiële buffers die bedoeld waren voor het opvangen van toekomstige tegenvallers of toekomstige investeringen om te voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving.

Schade in de keten en onzekerheid over imagoschade

Ook andere pluimveesectoren (broederijen, opfok en vermeerdering) lijden schade door blokkade van het bedrijf en verstoring van de aan- en afvoerstromen. Als gevolg van recall is er ook schade bij eierpakstations en de retail. Deze schade kan op dit moment nog niet worden berekend. Ten slotte is er nog grote onzekerheid over eventueel opgelopen imagoschade (die ook gevolgen kunnen hebben voor bedrijven die niet zelf met fipronil hebben gewerkt) van Nederlandse eieren. Omdat meer dan 60 tot 65 procent van de Nederlandse eieren wordt geëxporteerd, is een goed imago in het buitenland zeer belangrijk.

Bron: Rijksoverheid.nl
Publicatiedatum: