Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"BioForum Vlaanderen: "Neem bio-werkwijze als voorbeeld"

Biologische veeteelt maakt minimaal gebruik van antibiotica

Terwijl minister Onkelinx de resistentieproblematiek 'zeer zorgwekkend' noemt en de gangbare veeteelt naar oplossingen zoekt om het hoge antibioticagebruik te reduceren, lijkt men over het hoofd te zien dat de biologische veeteelt flink wat antwoorden kan bieden. Daarom heeft BioForum Vlaanderen dit bericht opgesteld.

Zo'n 60 Vlaamse biologische vleesveehouders kweken varkens, runderen en kippen met een minimum aan antibiotica. Ook 40 melkveehouders (koe en geit) passen de principes van de biologische veeteelt toe en beperken zo hun antibioticagebruik.

De wetgeving voor biologische veeteelt laat antibiotica slechts toe voor curatief gebruik en slechts een beperkt aantal keer per jaar. In praktijk slagen verschillende veehouders erin om flink onder het wettelijk toegelaten gebruik te blijven dankzij een aanpak gestoeld op dierenwelzijn. Robuuste rassen, biologisch voer, lichte en ruime stallen en weidegang zijn maar enkele van de toegepaste preventieve maatregelen.

BioForum Vlaanderen roept beleid en betrokkenen op om de biologische veeteelt naar waarde te schatten en de gangbare veeteelt naar diens voorbeeld aan te passen.
 
In de marge van landbouwbeurs Agribex organiseerde het Secretariaat-Generaal van de Benelux vorige week een symposium over antibioticaresistentie bij mens en dier. Verschillende sprekers lieten hun licht schijnen over de resistentieproblematiek, die door minister van Volksgezondheid Onkelinx 'zeer zorgwekkend' werd genoemd. De minister pleit voor verhoogde investeringen in preventie, en erkent dat België 'lang niet de beste leerling van de klas is'. Nederland, Frankrijk en België vormen samen de top drie in antibioticagebruik bij dieren. Overmatig of onoordeelkundig gebruik blijft niet zonder gevolgen voor de volksgezondheid. Antibioticagebruik werkt immers resistentievorming in de hand.


Nils Mouton, biologisch melkveehouder, die voor zijn hele kudde melkkoeien hooguit vier keer op een jaar antibiotica nodig heeft. Foto: Frank Toussaint voor BioForum Vlaanderen.

In de biologische veeteelt is het gebruik van antibiotica strikt geregeld.

Per jaar zijn maximaal drie behandelingen met antibiotica en chemisch gesynthetiseerde allopatische diergeneesmiddelen toegestaan. Voor dieren met een productieve levenscyclus die korter is dan één jaar (bv. vleesrammen, vleeskippen, vleesvarkens) is zelfs maar één diergeneeskundige behandeling per jaar toegestaan.

Krijgt een biologisch dier antibiotica toegediend, dan moet de boer de dubbele wettelijk voorgeschreven wachttijd in acht nemen zodat gegarandeerd geen antibiotica of andere residuen in biologische eieren, zuivel of vlees zitten. Daarnaast is de biologische boer verplicht om een medicijnregistratie per dier bij te houden. Gebeurt het vaker, dan mag het vlees, het ei of de melk niet meer als biologisch verkocht worden (=decertificatie).

Dit beperkte antibioticagebruik is perfect mogelijk omdat de biologische veeteelt sterk inzet op preventieve gezondheidszorg en op optimaal dierenwelzijn.

Biologische veeteelt start met de keuze voor inheemse rassen die het vermogen bezitten om zich aan de lokale omstandigheden aan te passen, die robuust zijn, die minder kans maken op specifieke ziekten en die zonder hulp kunnen kalven of werpen. Preventieve keuzes die latere geneeskundige zorgen en dierenleed kunnen voorkomen en beperken.

Biologische dieren worden gevoed met biologisch voer; het voer dient aangepast te zijn aan de behoeften van het dier in de verschillende stadia van zijn ontwikkeling. Dus moedermelk bij het jonge dier en gras voor grazers. Stoffen die de groei of de productie bevorderen zijn niet toegestaan. Voeding staat in het teken van de gezondheid van het dier, niet in teken van maximale productie.

Voor elke diersoort bepaalt de wetgeving exact op hoeveel stalruimte - met voldoende licht en lucht - het dier minimaal recht heeft, zodat dieren zich makkelijk vrij en natuurlijk kunnen bewegen en soorteigen gedrag kunnen vertonen. En over hoeveel buitenruimte het dier kan beschikken om zelf te grazen, te pikken, te wroeten.

Uiteraard is het niet eenvoudig om elk van deze principes toe te passen in een intensieve veehouderij. Maar misschien is dat precies de vraag die gesteld moet worden. Om het met de woorden van professor Hellebrekers te zeggen: Hebben we dan geen omslag in ons veehouderijsysteem nodig?

Voor meer informatie: www.bioforumvlaanderen.be
Publicatiedatum: