Doel van het project was de relatie tussen diergezondheid en weidekruiden te inventariseren en tastbaar te maken. Op de 22 deelnemende bedrijven (gangbaar, biologisch en biologisch-dynamisch) werd een positief verband gevonden tussen een gunstige graslandplantensamenstelling en lager antibioticagebruik. Dat is een signaal dat vegetatiediversiteit in de wei en diergezondheid in elkaars verlengde liggen. Melkkoeien lijken dus baat te hebben bij een gevarieerd dieet dat méér omvat dan alleen gras.
Kwaliteit weide belangrijk
Om de aanwezige graslandplanten en hun potentiële effect op diergezondheid te kunnen duiden heeft het Louis Bolk Instituut een nieuwe indicator ontwikkeld: Medical Herb Enriched grasslands (MHE). De MHE wordt berekend door het geschatte droge stofaandeel van een graslandplant te vermenigvuldigen met de voor de soort vastgestelde weegfactor. Vervolgens worden de waarden van alle op een bedrijf voorkomende graslandplanten bij elkaar opgeteld, wat resulteert in de MHE-waarde voor een bedrijf. Witte klaver heeft een gemiddeld aandeel van ongeveer 10% op de deelnemende bedrijven en draagt hiermee behoorlijk bij aan de MHE-waarde. Andere veel voorkomende kruiden die bijdragen aan de MHE zijn paardenbloem, kruipende boterbloem en rode klaver. In het onderzoek kwam naar voren dat hoe hoger de MHE-waarde voor een bedrijf is, hoe lager het gemiddelde antibioticagebruik. Alhoewel de gezondheid en de mate van antibioticagebruik van veel factoren afhangen, kan worden vastgesteld dat de kwaliteit van de weide in termen van kruiden een belangrijke factor is.Andere significante relaties die werden gevonden:
- Op bedrijven met een hogere MHE hadden koeien gemiddeld een lagere melkproductie;
- Op bedrijven die meer krachtvoer voerden hadden koeien een hogere melkproductie;
- Op bedrijven die meer krachtvoer voerden hadden koeien een hogere secretie uit neus en ogen;
- Op bedrijven die meer krachtvoer voerden was de bevuiling van de koeien groter.
De komende tijd kijkt het Louis Bolk Instituut onder andere naar welke kruiden specifiek bijdragen aan de diergezondheid en welke hoeveelheid kruid een dier dan minimaal moet opnemen.
Voor meer informatie: Jan-Paul Wagenaar, Louis Bolk Instituut
Bron: bioKennis