De conclusies komen uit het tweede rapport van het project 'Groeien in rendement' dat werd gefinancierd door het Productschap Zuivel en in nauwe samenwerking met enkele agrarische accountantskantoren werd uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research en andere onderzoeksinstituten binnen Wageningen UR. Met dit deel van het onderzoek beogen de onderzoekers oorzaken te achterhalen van verschillen in economisch resultaat tussen succesvolle en minder succesvolle investeerders.
Succesvolle groeiers
Succesvolle groeiers focussen dus sterk op economie en arbeidsefficiëntie. Daardoor zijn hun financieel bedrijfsresultaat per kilogram melk en het aantal melkkoeien per arbeidskracht na afloop van de groei ook sterker gegroeid. Het gaat om hard werkende ondernemers die weten wat ze willen. Om hun plan te maken, gebruiken ze minder informatie van vakbladen, collega's en adviseurs. Graag willen ze alles in eigen hand houden en daarom kiezen ze bij groei van het werk minder vaak voor uitbesteden of personeel inhuren. Na afloop zijn ze erg tevreden over hun eigen plan en dat komt mede doordat ze minder zelfkritiek toelaten en succes zien als gevolg van hun eigen inzet. Verder investeren ze in de groeifase iets minder per extra kilogram melk en daardoor nemen ze minder extra krediet op om de uitbreiding rond te zetten. Tijdens en na de groei weten ze voor vrijwel alle opbrengsten- en kostenposten voordelen te behalen ten opzichte van de minst succesvolle groeiers. Dit verschil kan oplopen tot tienduizenden euro's extra kasstroom per jaar.Minst succesvolle groeiers
De minst succesvolle groeiers hebben veel redenen om te groeien. Naast economie en arbeidsefficiëntie zijn ze onder andere sterk gericht op sociale doelen. Ze leggen meer nadruk op tijd voor gezin en vrije tijd. Daarom proberen ze ook vaker loonwerkers en personeel in te schakelen. Omdat het eigen machinepark meestal ook gehandhaafd blijft, zijn de kosten voor arbeid, loonwerk en machines op deze bedrijven relatief hoog. Ze tonen graag hun kwaliteiten aan de buitenwereld en willen graag meer verantwoordelijkheid hebben. Ook hechten ze duidelijk meer waarde aan indirecte economische doelen zoals de kansen voor de opvolger verbeteren, zorgen voor continuïteit en het voorkomen van belastingbetaling. Bij het maken van plannen willen ze graag gebruik maken van ervaringen van collega's, informatie uit vakbladen en adviezen van adviseurs.Voor meer informatie: Jelle Zijlstra
Klik hier voor het rapport.
Bron: Agri-Connect