Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Opwinding over ontbossing door vraag naar veevoer

Het persbericht van Milieudefensie van 19 oktober heeft nogal wat stof doen opwaaien. Hierin staat uitgelegd dat de vraag van de veevoersector naar soja medeverantwoordelijk is voor de ontbossing in Zuid-Amerika. Aanleiding voor alles was de publicatie van een rapport dat economisch onderzoeksbureau Profundo heeft gemaakt in opdracht van Milieudefensie. De belangrijkste conclusie uit dat rapport is dat zowel de vraag vanuit de markt naar sojaolie als de marktvraag naar sojameel drijvende krachten zijn achter de sojateelt in Zuid-Amerika. Je kunt de ene sojafractie niet beschouwen als het restproduct van de andere fractie.

Henk Flipsen, de directeur van de Nevedi, de brancheorganisatie van de veevoersector, schrijft in een commentaar dat die conclusie klopt. Hij vindt zelfs dat Milieudefensie daarmee oude koeien uit de sloot haalt. Dat laatste is beslist niet het geval. In delen van de veevoersector wordt nog steeds beweerd dat de vraag naar sojaolie dominant is. Voor veevoer zou slechts gebruik gemaakt worden van een overblijfsel van de productie van sojaolie. Het belangrijkste nu is de constatering dat de Nevedi en Milieudefensie het met elkaar eens zijn. De vraag naar sojameel voor veevoer is een belangrijke drijver achter de sojateelt.

Ontbossing

Het was vooral de stelling van Milieudefensie dat de vraag naar sojameel voor veevoer ook een belangrijke oorzaak is van het kappen van regenwoud in Zuid-Amerika, die Flipsen en anderen in het verkeerde keelgat is geschoten. Dat staat helemaal niet in dat rapport van Profundo, beweerden zij. Dat klopt, want die bewering doet Milieudefensie op basis van andere en reeds bekende onderzoeksrapporten. Het onderzoek van Profundo laat vervolgens zien dat veevoer een belangrijke rol speelt in de groeiende vraag naar soja.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de sojateelt in Braziliƫ zich uitbreidt op gronden die voorheen in gebruik waren als weidegrond voor de veeteelt. Vervolgens worden nieuwe weidegebieden ten koste van het regenwoud aangelegd. Op die manier draagt de expansie van de sojateelt bij aan de ontbossing. Twee recente onderzoeken die dat aantonen zijn die van een groep Canadese en Colombiaanse wetenschappers en van een aantal Amerikaanse wetenschappers.

Vrijwillig moratorium

In 2006 hebben Braziliaanse sojaproducenten en -handelaren afgesproken geen sojabonen meer te kopen van land in het Amazone oerwoud dat na dat jaar is ontbost: het Amazone Moratorium. Flipsen haalt cijfers aan waaruit blijkt dat vorig jaar op slechts minder dan 1% van het na 2006 ontboste Amazonegebied soja wordt geteeld. Sojateelt is volgens hem dan ook niet verantwoordelijk voor de huidige ontbossing van het Amazonegebied. Het hierboven aangehaalde Amerikaanse onderzoek komt op grond van zijn analyse van de indirecte verandering van landgebruik tot een precies tegenovergestelde conclusie. Namelijk dat 'het vrijwillige moratorium om oerbos te kappen door de Braziliaanse sojaboeren er niet in geslaagd is de ontbossingseffecten van de uitbreidende sojateelt te stoppen'.

Als wij in Europa de Zuid-Amerikaanse soja in het veevoer vervangen door Europese grondstoffen, dragen we bij aan het wegnemen van de druk op het regenwoud in Zuid-Amerika. Dat is een belangrijke opgave waarvoor de vele spelers in de sector (boeren, veevoerproducenten, vlees- en zuivelfabrikanten, winkeliers) zich gesteld zien. Milieudefensie wil daar graag aan meewerken. 
Publicatiedatum: