Kies biologisch: geen tegenstelling tussen duurzaamheid en diervriendelijke veehouderij
De duurzame, diervriendelijke veehouderij bestaat al: Biologisch is dier- en milieuvriendelijk tegelijk.
Met de toenemende aandacht voor duurzaamheidsthema's als CO2- en energiereductie, wordt regelmatig beweerd dat biologisch niet duurzaam zou zijn. Een recente studie van Blonk wees de plofkip aan de meest duurzame kip en biologisch als minst duurzaam. Ook Bleker kiest voor de polarisering tussen duurzaam en diervriendelijk. De Superwijzer komt tot omgekeerde conclusies, daar is biologisch het meest duurzaam. Wat is nu waar?
Het opknippen van de prestaties (bijvoorbeeld alleen de kippensector, alleen energie en CO2-reductie) leidt automatisch tot scheve vergelijkingen. Zo neemt Blonk in zijn vergelijking de productie van veevoer niet mee en komt zo tot andere conclusies als de superwijzer. Daar is ontbossing en veevoerteelt wel meegenomen in de calculatie.
Biologische landbouw gaat uit van natuurlijke samenhang; tussen plantaardig en dierlijk, tussen economie en ecologie, tussen boer en consument. Daarmee levert de biologische landbouw op tal van duurzaamheidsthema's een positieve prestatie, zoals: diervriendelijkheid, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, schoon water, gezonde voeding, regionale afzet, eerlijke prijsvorming en betrokken consumenten. De biologische sector definieert duurzaamheid zo breed mogelijk en heeft de ambitie om de kampioen van de duurzame meerkamp te zijn. Kenmerk van veelzijdige sporters is dat zij niet op een specifiek gebied uitblinken, maar op alle deelterreinen tezamen de beste totaalprestatie leveren. Daar staat biologisch voor!