Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Hoger voerniveau jonge zeugen verbetert vruchtbaarheid

Als eerste- of tweedeworps zeugen 30 procent meer voer krijgen tijdens de eerste vier weken van de dracht verhoogt dat de toomgrootte, maar het lijkt ook het percentage terugkomers te verhogen. Dit laatste zou kunnen worden voorkomen door pas enkele dagen na inseminatie te beginnen met het hogere voerniveau. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen UR, in opdracht van het Productschap Vee en Vlees (PVV), De Heus Voeders en Varkens KI Nederland.

Gewichtsverlies tijdens de lactatie is van grote invloed op de vruchtbaarheid van zeugen. Als zeugen tijdens de lactatie meer dan 10-12 procent gewicht verliezen, vermindert hun vruchtbaarheid in de volgende worp. Met name in jonge zeugen kan dit gewichtsverlies grote gevolgen hebben. Een aangepast voerniveau tijdens de vroege dracht kan de zeug helpen herstellen van de lactatie en daarom mogelijk de vruchtbaarheid verbeteren.

Reproductieresultaten

Het doel van het onderzoek was dan ook om de reproductieresultaten van tweede- en derdeworps zeugen te verbeteren door de voerstrategie tijdens de eerst 4 weken van de dracht aan te passen. Dit is gedaan door 30% meer voer te voeren (Plus Voer) of 30 procent extra eiwit te voeren (Plus Eiwit) van dag 2 tot en met dag 32 na inseminatie. De controlegroep kreeg een standaard voer en stond op de standaard voercurve. Daarnaast hebben de onderzoekers gekeken of een lactatielengte van 3 weken de reproductieresultaten in de volgende worp beïnvloedt. Naast reproductiekenmerken zijn ook het gewicht en de spek- en spierdikte tijdens de eerste 4 weken van de dracht gemeten.

Effect eiwit- en energieniveau

Uit het onderzoek komt naar voren dat een 30 procent hoger voerniveau in de eerste 4 weken van de dracht de toomgrootte vanuit eerste inseminatie met twee biggen verhoogt ten opzichte van het controle voerniveau (15.2 vs. 13.2 biggen). Echter, het percentage terugkomers lijkt ook met 13 procent te stijgen (23 procent vs. 13 procent, niet significant). Wellicht kan het verhoogde percentage terugkomers worden voorkomen door niet direct, maar pas enkele dagen na inseminatie, te beginnen met het hogere voerniveau. Zowel het hogere percentage eiwit als spenen op 3 weken lieten geen significante effecten op reproductieresultaten zien.

Contact informatie: Lia Hoving, Departement Dierwetenschappen van Wageningen University

Lees hier het volledige rapport.

Bron: BioKennis

Publicatiedatum: