Bij de vervaardiging van biologische producten moet minimaal 95% van de ingrediënten biologisch zijn. Hoe zit het met die overige 5%? Er zijn best wel veel misvattingen over de samenstelling van een biologisch product. Angelique Smit, senior certificatiemedewerker bij Skal, legt uit hoe het zit met die 95% norm:
"Aan de telefoon met biologische bedrijven hoor ik vaak dat bedrijven denken dat maar 95% van een product biologisch hoeft te zijn. Dat is echt een fabeltje! Maak je een samengesteld biologisch product, bijvoorbeeld biologische aardbeienjam, dan moeten alle aardbeien biologisch zijn. Die 5% is bedoeld voor de niet-biologische ingrediënten die toegestaan zijn om te gebruiken in biologische producten."
Waar bestaat die 5% uit die is toegestaan?
"In samengestelde producten kunnen naast agrarische ingrediënten, ook additieven (toevoegmiddelen) en technische hulpstoffen worden gebruikt. De Europese biologische wetgeving bevat een lijst met toegestane additieven en technische hulpstoffen. Dit is een beperkte lijst van stoffen die in biologische producten mogen zitten. Staat een ingrediënt niet in deze lijst, dan mag het niet gebruikt worden.
Zout en water worden trouwens helemaal niet meegenomen in de berekening, dat wordt niet gezien als een agrarisch ingrediënt namelijk. Dus maak je biologische groentesoep, dan is het niet zo dat daar bijvoorbeeld maar 5% water in zou mogen zitten. Dat water telt niet mee. Die 95% gaat over de agrarische ingrediënten, bij groentesoep dus wél de groentes, maar niet het water en zout."
Bestaan biologische producten dan meestal maar voor 95% uit biologische agrarische ingrediënten?
"De meeste biologische producten bestaan zo goed als volledig uit biologische ingrediënten. Die 95% is een minimum, in de praktijk is dit bijna altijd meer. Dus het idee dat biologische producten maar voor 95% biologisch zijn, is echt onzin.”
Mogen er ook niet-biologische agrarische ingrediënten worden gebruikt voor die 5%?
"Er zijn een paar niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong die mogen worden gebruikt voor de productie van verwerkte biologische levensmiddelen. Deze staan vermeld in de wetgeving. Voor die ingrediënten geldt dat ze onvoldoende biologisch beschikbaar zijn. Maar dat is dus echt bij hoge uitzondering en het gaat maar om een beperkt aantal ingrediënten en additieven. De regel is: biologische producten bestaan uit biologische agrarische ingrediënten. Vanaf dit jaar zijn er weer minder ingrediënten toegestaan dan onder de oude biologische wetgeving. Het aantal toegestane niet-biologische agrarische ingrediënten neemt af, omdat er meer biologisch beschikbaar is."
Waarom bestaat die 5% regel, denk je?
"Een biologisch product voldoet 100% aan de biologische wetgeving. Die wetgeving staat toe dat tot 5% van een samengesteld bio-product bestaat uit overige toegestane ingrediënten, zoals additieven. Die toegestane ingrediënten en additieven zijn toegestaan omdat het anders niet mogelijk zou zijn die producten te maken."
Additieven, die term klinkt niet heel erg biologisch?
"Het gaat in biologische producten om natuurlijke additieven. Dat kunnen overigens ook E-nummers zijn. In de bijlage staan best wel wat toegestane E-nummers. Het is een misvatting dat E-nummers altijd synthetisch of ongezond zijn, het gaat in dit geval om natuurlijke E-nummers. Bijvoorbeeld melkzuur, dat is E-nummer 270. Dat is een natuurlijk additief en is toegestaan in biologische producten. Biologische producten bevatten dus wel additieven en E-nummers, maar die zijn natuurlijk."
Voor meer informatie:
Skal Biocontrole
Dr. Klinkertweg 28a
8025 BS Zwolle
038 4268181
info@skal.nl
www.skal.nl