Het gebruik van gevaarlijke gewasbeschermingsmiddelen moet tegen 2030 met 65% zijn verminderd. Dat hebben de leden van het Europees Parlement in een stemming besloten. Het Europees Parlement wil een verbod op alle chemische gewasbeschermings-middelen in gevoelige gebieden en steden. Daarnaast wil de EU voor 2030 de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico vergroten. Afgelopen dinsdag heeft de Milieucommissie haar standpunt aangenomen om de risico's van alle chemische gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030 met minstens 50% te verminderen.
In de stemming, met 47 stemmen voor, 37 tegen en 2 onthoudingen, is aangenomen dat de EU in 2030 het gebruik en risico's van chemische gewasbeschermingsmiddelen met minstens 50% moet verminderen. De EU wil dat elk land voor zichzelf doelen bepaalt. Lidstaten moeten ook gewasspecifieke regels invoeren voor ten minste die vijf gewassen waar een vermindering van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen de grootste impact hebben.
Het Europees Parlement wil het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen verbieden in gevoelige gebieden. Dat binnen een bufferzone van vijf meter in stedelijke groene ruimten, waaronder parken, speeltuinen, recreatiegebieden, openbare paden, en Natura 2000-gebieden.
Lees hier het hele verhaal bij het Europees Parlement.
Biologische sector blij
IFOAM Organics Europe is blij met de stemming van gisteren van de Milieucommissie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening betreffende duurzaam gebruik van pesticiden (SUR), maar tegelijkertijd roept de organisatie de parlementsleden en de lidstaten nog steeds op om de indicator voor het meten van pesticidengebruik en -risico's te repareren. Die indicator is volgens IFOAM misleidend.
Aandringen op een betrouwbare indicator
Eduardo Cuoco, directeur van IFOAM Organics Europe, zei: "Het verminderen van het gebruik van synthetische pesticiden moet een prioriteit blijven voor alle politici die geven om de gezondheid van boeren en burgers, waterkwaliteit en natuurbescherming, en dit is de reden waarom de biologische beweging blij is met de inspanningen van de EP-rapporteur Sarah Wiener om vooruitgang te boeken in deze onderhandelingen over de SUR. Het is positief dat de meeste biologische landbouwpraktijken en natuurlijke stoffen worden erkend als biocontrole, maar we betreuren het dat een coalitie van demagogische Europarlementariërs het bereiken van een compromis verhinderde om het SUR-voorstel vast te leggen met een betrouwbare indicator die niet leidt tot kunstmatige reductie en die natuurlijke stoffen niet discrimineert. Om de geloofwaardigheid van de SUR en van de beleidsvorming te waarborgen, dringen we er bij de leden van het Europees Parlement op aan om het werk in de plenaire vergadering af te maken en de SUR te voorzien van een betrouwbare indicator."
Achtergrond
De indicator die de Commissie voorstelt om de vooruitgang te meten ten opzichte van de doelstelling van de EU "van boer tot bord"-strategie om het gebruik en de risico's van pesticiden met 50% te verminderen, is gebaseerd op de beruchte HRI-methodologie, die om twee redenen is bekritiseerd door de Europese Rekenkamer, wetenschappelijke instellingen zoals UBA (Duits milieuagentschap) en maatschappelijke organisaties. Deze indicator wekt de indruk dat lidstaten het gebruik van pesticiden verminderen, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is, simpelweg wanneer een werkzame stof op EU-niveau verboden is. Daarnaast wekt deze indicator de indruk dat biologische landbouw eerder het probleem is dan de oplossing, omdat natuurlijke stoffen, die in grotere hoeveelheden worden gebruikt dan synthetische pesticiden, worden benadeeld.
Bron: Europees Parlement en IFOAM Organics Europe