Hoewel certificerende instanties belangrijk zijn om "de integriteit van het biologische label te behouden en een eerlijke markt te creëren voor deelnemers binnen de industrie", toont een rapport van The Cornucopia Institute aan dat het proces dat gebruikt wordt door het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) om deze instanties te begeleiden en controleren "zwak kan zijn". De non-profit onderzoeksgroep voegde toe dat "inconsequente toepassing van biologische regels en wetgeving ervoor heeft gezorgd dat sommige certificerende instanties de huidige regels ombuigen, zodat hun grootste klanten en de groeiende industrialisatie hier voordeel van hebben".
Doordat de federale overheid weinig zicht heeft op de derde partij certificerende instanties domineren industriële kwekerijen nu de biologische marktplaats die een waarde heeft van €44,15 miljard, zo zei The Cornucopia Institute. Enkele van de grootste certificeerders hebben toegestaan dat bedrijven eieren en melk van veebedrijven inkopen en verse producten telen op water om "familiebedrijven die de regels wel volgen buiten spel te zetten."
The Cornucopia Institute heeft ook een lijst met beoordelingen gepubliceerd over 45 biologische certificeerders. Hierbij hebben ze de instanties cijfers gegeven op basis van hoe goed ze zich houden aan de "geest en regels van de biologische wet." Vijf certificeerders werden beoordeeld als "Uitstekend (Groen licht)," 25 als "Goed tot Uitstekend (Blijf opletten)," en 18 werden beoordeeld als "Bewezen onethisch (Niet langer steunen)."
Dit is misschien wel "het meest provocerende project" waar de groep in zijn 15-jarige bestaan aan gewerkt heeft, volgens Mark Kastel, directeur van The Cornucopia Institute. In het rapport staat dat veel van de originele biologische certificerende instanties zijn veranderd van goed bedoelende non-profitinstellingen in "grote corporaties die meer interesse hebben in het najagen van agri-bedrijven die vele miljoenen waard zijn."
Als biologische boeren en telers bepaalde certificerende instanties niet langer gebruiken, zou dit een grote economische impact kunnen hebben, voegde Kastel toe. "Dit zou telers en boeren de macht geven om de geldstroom van enkele van de grootste en meest invloedrijke certificeerders in de biologische industrie te verstoren, door over te stappen op echt ethische alternatieven," zei hij in een persbericht. The Cornucopia Institute uit vooral kritiek op California Certified Organic Farmers (CCOF) omdat het de grootste certificeerder in het land is en het ook veel certificeringen aan bedrijven verleent die op water telen. De groep zei dat CCOF producten van Driscoll's, een grote bessenproducent in Californië die op water teelt, certificeert. Bovendien is CCOF één van de grootste donoren van de Organic Trade Association.
Het rapport van de groep haakt voornamelijk in op de handelsrelaties waarvan ze vinden dat die tegen de kernwaarden van de biologische sector ingaan.
"Cornucopia vindt dat belangenverstrengelingen de biologische integriteit bedreigen wanneer er geen duidelijke grenzen tussen certificerende instanties, hun klanten, de OTA en het National Organic Program worden verduidelijkt en afgedwongen, zo staat in het rapport.
Aangezien The Cornucopia Institute vindt dat voedsel dat op water wordt geteeld niet biologisch gecertificeerd zou mogen worden, komt het rapport niet als een verrassing. Maar de beoordeling van 45 biologische certificeerders kan inkopers en consumenten wel helpen om een mening te vormen over deze organisaties, zodat ze kunnen beslissen of ze zaken met hen willen blijven doen.
Veel groepen en mensen, waaronder de OTA, hebben hun zorgen geuit over de integriteit van biologische labels en of het publiek het biologische label van de USDA nog wel vertrouwd. Er zijn meerdere gevallen bekend van biologische fraude, waaronder een zending in 2016 met conventioneel geteeld mais uit Turkije en sojabonen die naar de VS werden geïmporteerd met het "USDA Organic" label. Dergelijke gevallen kunnen het vertrouwen dat mensen hebben in de biologische sector gemakkelijk beschadigen.
Daarnaast is er ook nog de vraag of geïmporteerde biologische voeding wél vertrouwd kan worden. De OTA zei dat deze import in 2017 met bijna 25% is gestegen, naar in totaal €1,85 miljard. Hoewel dit slechts een fractie is van het recordbedrag van €39,96 miljard in de binnenlandse verkoop van biologische voeding, is dit toch erg belangrijk. Daarom is zicht op potentiële buitenlandse derde partij certificeerders een andere mogelijke zorg.
Volgens The Washington Post zal The Cornucopia Institute naar aanleiding van hun rapport alle biologische telers, boeren en voedselbedrijven in de VS een brief gaan sturen met de suggestie dat ze certficeerders om een moratium vragen voor de teelt op water. Daarnaast willen ze nogmaals benadrukken welke zuivel- en eierproducenten de biologische standaard niet volgen.
Kastel vertelde tegen The Post dat hij hoopt dat consumenten om meer transparantie in het biologische certificeringssysteem zullen gaan vragen.
"Als je een certificeerder of het systeem van de USDA niet wereldwijd kunt vertrouwen, is geen enkele soortgelijke instantie betrouwbaar," zei hij. "Er is echter een hogere autoriteit dan de USDA. De consument heeft namelijk controle over de dollar en ze hebben ook het laatste woord."
Het is nog niet duidelijk of de federale instanties die over de biologische sector gaan veranderingen zullen aanbrengen de integriteit en het vertrouwen in certificerende instanties te verbeteren, zoals The Cornucopia Institute voorstelt. Wellicht zullen ze geen andere keuze hebben als telers, inkopers en consumenten hier aandacht aan besteden en erop gaan reageren door hun biologische bedrijven en aankoopbeslissingen te veranderen.