Duitse wetenschappers van de universiteit van Augsburg hebben de externe kosten voor het milieu van de Duitse landbouw in beeld gebracht en becijfert wat het zou betekenen wanneer deze kosten ook in levensmiddelen doorberekend zouden worden. De hoogste externe kosten voor het milieu vonden ze bij vleesproductie door gangbare veehouderijbedrijven. Volgens de onderzoekers zou de prijs verdrievoudigd moeten worden. Voor de kosten die de productie veroorzaken voor het milieu is een toeslag van 196% nodig. Bij gangbare zuivelproducten komen ze uit op een toeslag van 96%. De laagste externe kosten zijn er bij de biologische productie van plantaardige producten. Dan kan er met een toeslag van 6% worden volstaan.
Bij de gangbare veehouderij zijn de externe kosten voor een belangrijk deel te verklaren door het hoge energiegebruik. Daarbij gaat het om de productie van veevoer en de verwarming ven ventilatie van de stal. Dat zorgt voor veel extra uitstoot van ammoniak en broeikasgassen in vergelijking tot plantaardige productie. De biologische productie komt gunstiger uit de bus omdat daar geen kunstmest wordt gebruikt en minder industrieel geproduceerd krachtvoer.
Bron: Universiteit Augsburg