Wilde bestuivers profiteren van agrarisch natuurbeheer
Roodgatje Andrena haemorrhoa bestuift appelbloesems (Foto: David Kleijn)
Maatregelen zoals het minder zwaar bemesten van graslanden, het aanleggen van bloemenstroken of biologische landbouw leiden tot hogere aantallen bestuivers in landbouwgebieden. "Maar van deze maatregelen profiteren vooral soorten bijen en zweefvliegen die toch al algemeen voorkomen", zegt David Kleijn. "Uit oogpunt van natuurbehoud leveren de maatregelen dus weinig op." Deze wilde soorten bijen en zweefvliegen spelen echter een belangrijke rol bij de ecologische intensivering van de landbouw. De onderzoekers hebben 71 studies geanalyseerd die het effect van agrarisch natuurbeheer op wilde bestuivers in Europa hadden gemeten. Daarbij werden gemiddeld meer wilde bestuivers op natuurvriendelijk beheerd land gevonden dan op gangbaar boerenland. Dit was vooral gekoppeld aan de hoeveelheid bloemen die dankzij de maatregelen terugkwamen in het landschap. Hoe meer bloemen, hoe groter de effecten. In akkerbouwgebieden leidde dit tot de sterkste toenames omdat juist hier tegenwoordig nauwelijks nog bloemen voorkomen.
Wilde soorten bestuivers spelen een steeds belangrijkere rol in de landbouw. David Kleijn: "De mogelijkheden die wij hebben om het voeden van de groeiende wereldbevolking te combineren met een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving hangen in belangrijke mate af van de mogelijkheid om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te vervangen door natuurlijke plaagbestrijding, door het gebruik van kunstmest te verminderen en door natuurlijke bestuiving te bevorderen. Het inzetten van de natuur bij de productie van landbouwgewassen heeft zich tot nog toe vooral bewezen in tropische landbouwsystemen zoals de koffieteelt. Recent zijn we begonnen met een aantal onderzoeken naar de kwantificering van de bijdrage van wilde bijen, zweefvliegen en sluipwespen aan de productie van gewassen zoals appel, blauwe bes en wintertarwe."
Voor meer informatie: David Kleijn