Louis Bolk Instituut gevraagd voor visie op dierlijke mest en bodemvruchtbaarheid

Senior onderzoeker Geert-Jan van der Burgt heeft woensdag 15 mei deel genomen aan een brainstormsessie over dierlijke mest en bodemvruchtbaarheid, geïnitieerd door de Vaste Kamercommissie van Economische Zaken. Hij is met name ingegaan op het belang van organische stof voor de bodemvruchtbaarheid en de onterechte angst van akkerbouwers en vollegrondgroententelers om mest van dierlijke oorsprong in te zetten. "Dierlijke mest is een goede bron van nutriënten voor bodem en gewas. Er is een mestoverschot – dus waarom kunstmest inzetten terwijl de natuurlijke variant beschikbaar is? De bezwaren van agrarische ondernemers om ipv dierlijke mest kunstmest in te zetten, kan ik weerleggen", vertelt van der Burgt.

Geert-Jan van der Burgt

"Analyses over de inhoudsstoffen van dierlijke mest zijn vooraf op te vragen bij leveranciers: zo komt de teler niet voor verrassingen over de samenstelling te staan. Ook het idee dat de stikstof moeilijk te managen is met dierlijke mest, is achterhaald. Inmiddels zijn er diverse tools beschikbaar (bijvoorbeeld op www.ndicea.nl) waarmee de stikstofwerking goed te berekenen is. Bovendien verwacht ik dat het gebruik van compost duur gaat worden, nu Nederland ook doelstellingen heeft op het gebied van hernieuwbare energie. Zo zijn houtsnippers een gewilde grondstof voor composteerbedrijf én energiebedrijf."

Over de vraag of de bodemvruchtbaarheid in Nederland daalt, is van der Burgt genuanceerd. Over het algemeen blijft het organische stof gehalte in Nederland op gelijk niveau, maar individuele percelen kunnen wel degelijk een structurele daling vertonen. Naast organische stof is de structuur van de grond van groot belang, en daar lijkt gemiddeld genomen wél sprake van achteruitgang.

Naast het Louis Bolk Instituut zijn ook Oene Oenema (WUR) en Frank Verhoeven (Boerenverstand) uitgenodigd voor het debat.