Tholen - De beweging naar meer biologisch voedsel krijgt in Overijssel steeds meer vorm. Twee kwartiermakers, Erik Koldewey en Ellen de Lange, begeleiden sinds begin dit jaar een regionale aanpak waarin samenwerking, kennisdeling en gedragsverandering centraal staan. Hun opdracht: bouwen aan duurzame samenwerkingsverbanden die leiden tot meer biologische afzet, meer natuurinclusieve landbouw en meer verbinding tussen partijen.
© Kwartiermakers Bioregio Overijssel
Erik Koldewey en Ellen de Lange
Het kwartiermakerschap loopt tot het einde van dit jaar. De twee vullen elkaar bewust aan: de één met sterke keten- en foodervaring, de ander met een achtergrond die diep in de biologische landbouw wortelt. Die combinatie blijkt waardevol in een traject waarin beleid, praktijk en regionale dynamiek samenkomen.
Energie in het veld als vertrekpunt
De kwartiermakers schreven vorig jaar een plan van aanpak en stelden direct een denktank aan met experts uit onder meer onderwijs, ketens, biologische landbouw en belangenbehartiging. "Het heeft ons denkvermogen echt verbreed", zegt Ellen. Die brede blik was nodig, want de regio kende al veel losse initiatieven die elkaar nog niet vanzelf vonden.
Daarom voeren de kwartiermakers begin dit jaar 40 tot 50 verkenningsgesprekken in Overijssel. Erik vertelt: "We zijn bewust gaan varen op de energie die er al was. Waar zagen mensen kansen? Wie liep al warm voor meer biologische inkoop? Daar zijn we mee verdergegaan." Het leidde tot drie concrete samenwerkingen die nu verder worden opgebouwd.
Een Twente waar goed eten goed is voor iedereen
In Twente bleek een groep instellingen al bezig met verduurzaming van hun voedselinkoop. Ze bleken ieder voor zich stappen te zetten, maar zonder elkaar te kennen. "Ze merkten dat ze in dezelfde regio actief waren, maar niet samen optrokken. Door hen bij elkaar te brengen ontstond er ruimte om de inkoopkracht te bundelen", aldus Erik.
Met deze partijen – Aveleijn, gemeente Enschede, Groene Metropool Twente, Huuskes, Medisch Spectrum Twente, Provincie Overijssel, Stichting Twickel, Twente Board en Universiteit Twente – wordt op dit moment gewerkt aan een intentieverklaring, waarbij het Twentse noaberschap echt een motor voor verandering en samenwerking is. Deze partijen spreken de ambitie uit om te groeien in biologische inkoop, meer in te zetten op natuurinclusieve landbouw en kennisuitwisseling centraal te zetten. Erik vertelt: "Die intentie ligt nu bij de besturen. Het mooie is dat de energie van de groep zelf komt."
Manifest 'Zwolle voedt de toekomst'
Ook in Zwolle kwamen bestaande initiatieven bij elkaar. Een groep partijen – waaronder provincie Overijssel, Landstede, De Makersfabriek, Biohuis en Economic Board Regio Zwolle – werkte aan een manifest dat tijdens de Week van Ons Eten werd gelanceerd. Het manifest 'Regio Zwolle voedt de toekomst' bevat drie ambities:
- Toekomstbestendig inkoopbeleid voedsel: 30% regionaal en 30% biologisch in publieke en bedrijfsinkoop in 2030.
- Foodlab Regio Zwolle: Samenwerken met lokale gemeenschappen, scholen en organisaties om kennis en vaardigheden te delen.
- Volkskantine: gezond en duurzaam voedsel voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te maken
© Kwartiermakers Bioregio OverijsselLancering van Manifest 'Zwolle voedt de toekomst'
Nieuwe verbindingen die anders niet waren ontstaan
De kwartiermakers benadrukken dat zij geen eigen projecten bedenken, maar bestaande energie helpen versnellen. Erik: "Als wij weg zijn, moet het doorgaan. Daarom is het zo belangrijk om de energie bij mensen in het veld te laten."
Dat blijkt onder andere bij een initiatief rondom schoollunches van twee lokale pioniers. "Nieske Neimeijer en Jan Overesch regelen jaarlijks een biologische schoollunch voor meer dan 700 basisschoolleerlingen en zijn nu aan het kijken hoe ze dat verankert kunnen krijgen in het onderwijsprogramma. Scholen zeggen stuk voor stuk: wij willen meedenken, dat is mooi om te zien", aldus Erik. De kwartiermakers helpen dit nu richting opschaling door partijen bijeen te brengen.
De kracht van taal, timing en vertrouwen
De grootste uitdaging is volgens Erik niet inhoudelijk, maar organisatorisch. "Mensen zitten al in processen, zeker duurzaamheidsmanagers. Elke dag moeten ze keuzes maken en dan gaat iets als bioregio soms onderaan de stapel liggen." Daarom vragen organisaties nadrukkelijk om ondersteuning. "Ze zeggen vaak: als jullie stoppen, stoppen wij ook. Niet omdat ze niet willen, maar omdat het praktisch niet anders kan."
De keten blijkt complex en sterk op kosten ingericht. "Er leeft snel de aanname dat gangbaar vervangen door biologisch automatisch duurder is. Daardoor gaan deuren dicht voordat er creativiteit kan ontstaan", aldus Erik. Daarnaast staat het onderwerp ver van sommige organisaties af. "Voor een ziekenhuis is de kwaliteit van eten voor patiënten topprioriteit. Hoe boeren telen voelt dan ver weg, terwijl die twee werelden natuurlijk wel met elkaar verbonden zijn."
Taalgebruik speelt daarbij een belangrijke rol, vertelt Ellen. "Als je in sommige regio's het woord 'biologisch' te vroeg op tafel legt, haken mensen af. Dan werkt het beter om te praten over een gezonder voedselsysteem, over anders inkopen of over rentmeesterschap."
Kansen voor de biologische sector
In de regio zien de kwartiermakers een breed gedragen behoefte aan gezondheid, zorg voor de aarde en rentmeesterschap. "Overijsselaars hebben een nuchtere houding rondom voedsel, maar de waarden die ze belangrijk vinden sluiten juist goed aan bij biologisch", aldus Erik.
Erik voegt daaraan toe dat biologisch niet als doel op zichzelf gezien wordt. "Bio moet niet bijzonder zijn, maar het nieuwe normaal. Het is één van de manieren om tot een duurzaam voedselsysteem te komen." Het sterke en herkenbare keurmerk helpt daarbij volgens Ellen: "Mensen zijn klaar met alle verschillende termen. Biologisch is helder en betrouwbaar, en dat helpt in de groei van zowel areaal als consumptie."
Vervolgstappen en lessen
Nu het project vanuit het RVO ten einde loopt, onderzoekt de provincie Overijssel hoe de kwartiermakersrol kan worden verlengd. "Een jaar is heel kort als je vanuit een greenfield begint. We zijn ver gekomen, maar we zijn er nog niet", beamen zowel Erik als Ellen.
De kwartiermakers zien dat verandering tijd kost. "Als het makkelijk was, was het allang gebeurd. Het vraagt bouwen, sleutelen en vertrouwen. Ik ben een inhoudsmens, maar ik besef steeds opnieuw dat aandacht voor de mens belangrijker is dan aandacht voor de inhoud. Als mensen geen energie voelen, gebeurt er niets – zelfs niet als het plan inhoudelijk beter is", aldus Erik.
Ellen sluit af: "Ik word optimistisch van mensen die nadenken hoe we beter voor elkaar, de aarde en onze gezondheid kunnen zorgen."
Voor meer informatie:
Erik Koldewey
[email protected]
Ellen de Lange
[email protected]