Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nationale Bijentelling: Koud weer zorgt voor lager aantal getelde bestuivers

Meer dan 3400 Nederlanders telden weer mee tijdens de Nationale Bijentelling afgelopen week. Het was over het algemeen koud met af en toe zon, dus zowel voor de bijen als voor de tellers was het zoeken naar een half uur droog weer om naar buiten te gaan. De honingbij en de twee metselbijen (rosse en gehoornde) werden het meest geteld, met de hommels op een flinke achterstand.

Het 6e jaar van de bijentelling laat, door het koude weer, een deels ander beeld zien dan de voorgaande jaren. Door jaren achtereen te tellen krijgen we langzamerhand een goed beeld van de stand van de bestuivers in het voorjaar. De bijen-experts gaan komende weken werken aan een volledige analyse, maar er zijn nu al een paar opvallende zaken te melden.

Bekijk de resultaten hier in een groter formaat.

Verschillen tussen platteland en stad
In vergelijking werden er meer bestuivers geteld op het platteland en aan randen van dorpen en steden, dan midden in de stad. De honingbij is wederom de meest getelde bij in Nederland en is op het platteland duidelijk de algemeenste bij. In de provincies Drenthe, Friesland en Overijssel was de honingbij ook de meest getelde bij in tuinen.

Ondanks dat de honingbij opnieuw op nummer 1 staat, wordt de bij, net als vorig jaar, relatief minder vaak gezien. "Mogelijk heeft dit te maken met een hogere sterfte in de winterperiode. De enquĂȘte van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging zal meer duidelijkheid geven over hoeveel imkers honingbijen zijn verloren tijdens de winter", vertelt Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur en bijenexpert bij Naturalis.

Ook in steden wordt de honingbij veel geteld, maar zijn ze minder dominant dan op het platteland. De gehoornde metselbij en de rosse metselbij staan ook dit jaar weer in de top drie van meest voorkomende wilde bijen in de tuin. Een op de drie bestuivers in stadstuinen is een metselbij. De gehoornde metselbij, een nieuwkomer die van de klimaatverandering profiteert, is de meest getelde wilde bij in het zuiden van het land (Limburg, Noord-Brabant en Zeeland). In het midden en het noorden van het land blijft de rosse metselbij de meest algemene metselbij.

Koud weer levert minder bestuivers op
Door het koude weer werden er per teller gemiddeld minder bijen geteld dan eerdere jaren. Ondanks de verlenging van de Nationale Bijentelling noteerden mensen rond de 15 bestuivers per telling. Voorgaande jaren werden er meestal rond de 20 individuen geteld. Dit ligt ongetwijfeld aan het koude weer, bijen zijn namelijk koudbloedig en moeten zich opwarmen om te kunnen vliegen. Honingbijen hebben 'centrale verwarming' in de bijenkorf en kunnen dus bij relatief lage temperaturen al vliegen. Ook een bijenhotel op een zonnige plek in de relatief warme stad kan ervoor zorgen dat metselbijen actief zijn ondanks de kou. Andere soorten moeten zich helemaal zelf opwarmen en laten zich in de kou minder zien.

Nog veel bestuivers blijven onbekend
Opvallend is dat van 1 op de 4 getelde bestuivers niet bekend is om welke soort het gaat. Zowel 'bij onbekend', 'hommel onbekend' als 'zweefvlieg onbekend' werden vaak aangekruist. Bestuivers herkennen is moeilijker dan tuinvogels of vlinders en de betrokken organisaties gaan het komende jaar extra aandacht besteden aan nog betere online informatie om de bestuivers op naam te brengen.

Voor meer informatie: www.nationalebijentelling.nl 

Publicatiedatum: