Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Opiniestuk van Tosca Peschier

"De film 'Paved Paradise' is een onwetenschappelijke aanval op biologische landbouw gebaseerd op industriebelangen"

Deze weken speelt er in filmtheaters in Nederland een nieuwe documentaire: Paved Paradise. Volgens de makers, wetenschapsjournalist Hidde Boersma en filmmaker Karsten de Vreugd, bewijst hun film dat biologische landbouw slecht is voor de biodiversiteit. Ze claimen dat biologische landbouw per definitie meer land nodig heeft om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren als conventionele landbouw en dat als we overschakelen op meer biologische landbouw dit ten koste gaat van grond voor natuurgebieden. "Helaas staat deze film, die wordt gepresenteerd als een onafhankelijke documentaire van een wetenschapsjournalist, bol van de onwetenschappelijke claims en agro-industriebelangen. Boersma en de Vreugd negeren duizenden wetenschappelijke studies, wetenschappers en departementen die onderzoek doen naar biologische landbouw en agro-ecologie en bewijzen dat deze landbouwmethodes wel degelijk een groeiende wereldbevolking volledig kunnen voeden zonder extra land te gebruiken. Maar als de politiek en maatschappij zouden kiezen voor een 100% biologisch- en ecologisch landbouwsysteem dan raken landbouwmultinationals hun verdienmodellen van biljoenen euro's en hun macht in de voedselketen kwijt. Uiteraard doen deze machtige grootkapitalistische bedrijven er al decennialang alles aan om dat te voorkomen. Het verbaast dan ook niet dat deze juich-documentaire-over-intensieve-landbouw is gesponsord door een hele rits aan bedrijven waaronder pesticidenfabrikant Syngenta, energievretende glastuinbouwbedrijven uit het Westland en de Rabobank", aldus Tosca Peschier. Lees hieronder de rest van haar uitgebreide opiniestuk:

Dubieuze framing
De film Paved Paradise kan haar feitelijk onjuiste stellingen over biologische landbouw alleen overeind houden door vrijwel alle complexe factoren van het voedselsysteem buiten beeld te laten. De negatieve effecten van alle inputs in de conventionele landbouw zoals gigantische uitstoot van CO2, grond- en watervervuiling, massasterfte van bestuivende insecten, voedselverspilling, consumptiepatronen: het komt allemaal niet aan bod. Boersma en de Vreugd bouwen hun hele documentaire rondom slechts één parameter: landgebruik. De centrale stelling in deze film is dat biologische landbouw 30% minder oogst oplevert dan conventionele landbouw en dat overschakelen op biologische landbouw daardoor automatisch zorgt voor meer landgebruik en daarmee natuurgrond vernietigt. Dit is een vreemde oorzaak-gevolg trekking zonder basis in de realiteit. Het is triest dat Boersma zijn eigen wetenschappelijke graad in de moleculaire biologie gebruikt om deze claim kracht bij te zetten. Veel kijkers van deze documentaire volgen geen wetenschappelijke discoursen over landbouw en biodiversiteit en zullen deze documentaire dus niet in de juiste context weten te plaatsen. Daarom hieronder een helder overzicht van de wetenschappelijke realiteit.

De wetenschappelijke feiten over biologische landbouw
Het klopt dat biologische landbouw momenteel een iets lagere opbrengst heeft dan conventionele landbouw, in wetenschappelijke literatuur wordt dit de 'crop yield gap' genoemd. De cijfers die in studies worden genoemd, lopen uiteen tussen de 8 en 25%. In een grote metastudie wordt geschat dat het gemiddelde op ongeveer 19% procent ligt[i]. Waar Boersma de door hem genoemde 30% minder oogst vandaan haalt is dus een raadsel. Boersma verkondigt vervolgens heel stellig dat deze lagere oogsten er automatisch voor zorgen dat we meer grond gaan gebruiken als we op grotere schaal overstappen op biologische landbouw. Ook dit is een conclusie die door de wetenschappelijke literatuur niet wordt ondersteund. Er spelen namelijk naast oogsthoeveelheden veel andere factoren mee in het voedselsysteem. Zo wordt 31% van het voedsel dat momenteel globaal wordt geproduceerd, verspild in de ketens van akker tot bord. Ook worden er in het huidige systeem grote hoeveelheden voedsel geteeld voor veevoer, voedsel dat je deels ook direct zou kunnen gebruiken om mensen te voeden en dat op die manier veel efficiënter ingezet wordt. Als je deze twee factoren aanpakt dan is het mogelijk om een landbouwsysteem met 100% biologische landbouw te realiseren dat de wereldbevolking kan voeden zonder extra land te gebruiken.[ii] Maar Boersma en de sponsoren van zijn film zijn duidelijk niet blij dat de Europese Unie als doel heeft gesteld om 25% van alle landbouwgrond biologisch te maken in 2030. Hij probeert dit beleidsdoel dus aan te vallen op basis van zijn theorie over landgebruik. Maar de Europese 'Farm to Fork Strategy' heeft ook duidelijk doelen om voedselverspilling tegen te gaan, een plantaardiger dieet te realiseren en biologische landbouw te combineren met agro-ecologie. Het beleidsdoel van 25% biologische landbouwgrond in 2030 zal dus ook zeker niet tot meer landgebruik leiden. Waar het wel toe zal leiden is dat landbouwmultinationals minder winst maken omdat in de biologische landbouw geen chemische pesticiden en kunstmest worden gebruikt.

Bizarre opvattingen over de milieubeweging
Boersma claimt aan het begin van de film dat de parameter landgebruik door milieubewegingen compleet wordt genegeerd. Ook dit is een absurde claim omdat milieubewegingen daar al decennialang mee bezig zijn, denk aan de bekende focus op de massale ontbossingen die wereldwijd plaatsvinden voor conventionele landbouwplantages. Je zal dan ook geen enkele milieuorganisatie of milieuactivist horen zeggen dat het een goed idee is om natuurgrond op te offeren voor biologische of ecologische landbouw. Er zijn talloze studies die laten zien dat het mogelijk is om een 100% biologisch en ecologisch landbouwsysteem te vormen en daarnaast ruimte te hebben om grote natuurgebieden te rewilden.[iii] Ook heeft de westerse milieubeweging in toenemende mate oog voor het feit dat 80% van de biodiversiteit op aarde wordt beheerd door Inheemse volkeren. En dat het essentieel is om de politieke rechten en zelfbeschikking van de 5000 Inheemse volkeren op deze planeet te steunen. Maar in het filmuniversum van Boersma bestaan al deze dingen niet. De milieubeweging bestaat in zijn film uit Greenpeace en dat zijn jaren tachtig hippies in bootjes die de wetenschap negeren en romantische onhaalbare ideeën hebben. Een absurde karikatuur, die blijkbaar als makkelijk scoren voelt voor de Vreugd en Boersma.

Een conventionele akkerbouwer over biologisch
De film Paved Paradise is op een meta-manier gefilmd. Dat wil zeggen dat de makers Boersma en de Vreugd continu in beeld zijn en dat het lijkt alsof we hun zoektocht in het maken van deze film volgen. De filmmakers reizen van het regenwoud van Costa Rica naar landbouwakkers in de Flevopolder en klaslokalen aan de Universiteit van Wageningen en in Londen. De meest absurde scène van de film is wanneer ze een conventionele akkerbouwer in de Flevopolder laten uitleggen wat biologische landbouw is. Hij vertelt dat hij zelf allerlei inputs gebruikt om zijn gewassen te verzorgen, maar dat ze in de biologische landbouw een akker inzaaien en dan zeggen: "Ik trek mijn handen ervan af, God zegene de greep, ik doe niets aan plagen." Het is eigenlijk een hilarische scene, ware het niet dat de filmmakers niet een wetenschapper aan het woord te laten die wel kan uitleggen wat biologische landbouw echt is. Er wordt in de hele film kort één biologische boer aan het woord gelaten en de conclusie van deze scenes is dat biologische landbouw vooral beperkingen oplevert. Want conventionele boeren kunnen alle middelen gebruiken die de biologische landbouw gebruikt, maar andersom is de biologische landbouw beperkt en kunnen ze geen gebruik maken van de chemische wondermiddelen van hun buren. Dat het grote voordelen voor het milieu, de biodiversiteit en de gezondheid van boeren oplevert om deze chemische middelen niet te gebruiken, laat Boersma uiteraard buiten beeld.

Verborgen motief: het pleidooi voor de deregulatie van CRISPR-Cas
Halverwege de film komt zogenaamd en passant ook nog een van die wondermiddelen van de conventionele landbouw ter sprake: CRISPR-Cas, de nieuwste generatie gentechnologie. Momenteel valt CRISPR-Cas in de Europese wetgeving onder gentechnologie en daardoor moeten er verschillende veiligheidstrajecten doorlopen worden die financieel onaantrekkelijk zijn voor de industrie. Na een jarenlange lobby is er daarom nu een voorstel van de Europese Commissie in de maak om CRISPR-Cas te dereguleren. De techniek wordt dan niet langer als gentechnologie gezien en het is ook niet meer traceerbaar in welke producten het wordt gebruikt. Maar de techniek zit wel in allerlei patentconstructies van de industrie die dan heel winstgevend worden. Alhoewel gentechnologie in theorie voor verschillende doeleinden gebruikt kan worden, heeft het tot nu toe in de praktijk van de landbouw alleen maar voor slechte producten gezorgd die puur gericht zijn op het vergroten van winst voor multinationals. De biologische landbouwsector is momenteel in de EU de enige sector die georganiseerd in verzet komt tegen dit nieuwe wetsvoorstel over CRISPR-Cas. Tegenstanders van gentechnologie in de landbouw worden vaak weggezet als romantisch en onwetenschappelijk, terwijl zij zich simpelweg beroepen op het voorzorgsprincipe om niet zomaar zeer ingrijpende technologieën toe te passen waarvan de lange-termijn-effecten onvoorspelbaar zijn. Maar Boersma is zelf al meer dan 10 jaar een pleitbezorger van gentechnologie in de landbouw en het is zelfs de reden dat hij zijn carrière als moleculair bioloog aan de wilgen heeft gehangen om mediamaker te worden. Dat zijn biologische-landbouw-bashing film uitkomt vlak voordat in de zomer van 2023 de EU Commissie hun voorstel over de deregulatie van CRISPR-CAS lanceert, is dan ook ongetwijfeld geen toeval.

Er is ook een grote rol in deze film weggelegd voor de Britse denker George Monbiot die recentelijk precisiefermentatie, het namaken van vlees met behulp van genetische gemodificeerde bacteriën, heeft omarmd. Precisiefermentatie is een ingewikkeld onderwerp, waar een hoop over te zeggen valt. Het heeft de potentie om een disruptieve technologie te zijn die de gangbare dierenindustrie overbodig kan maken en dat is ook de reden dat Monbiot zo'n fan ervan is. Maar momenteel wordt het nog niet op grote schaal toegepast en zijn vrijwel alle faciliteiten voor chemische fermentatie in handen van agro-multinationals als Cargill. De reden dat Monbiot in deze film zo’n grote rol speelt is dat ecomodernisten, de filosofisch-maatschappelijke denkrichting waar Boersma deel van uitmaakt, smullen van mensen die deel zijn van de milieubeweging en dan ineens publiekelijk een controversiële technologie gaan omarmen die beheerst wordt door multinationals. Monbiot mag ook een paar van zijn antikapitalistische ideeën delen, wat de indruk wekt dat hij toch echt niet op de hand van de industrie is. Maar ieder realistisch plan om technieken als precisiefermentatie en CRISRP-Cas uit de klauwen van de industrie te krijgen, ontbreekt volledig. 

'Land sparing' en 'Land sharing' gaan wel samen 
Er zitten ook een aantal goede ideeën in de film Paved Paradise en dat maakt het op zijn zachtst gezegd een verwarrende kijkervaring. Venijnige aanvallen op biologische en ecologische landbouw worden afgewisseld met goede ideeën over land sparing en rewilding. Land sparing betekent dat grote stukken land niet meer worden gebruikt voor menselijke activiteiten en dat we daar met de natuurbeheermethode rewilding de komende honderden jaren natuurlijke ecosystemen weer laten herstellen. Dit is een beheermethode die heel gunstig is voor specialisten: planten, dieren en schimmels die van heel specifieke parameters in ecosystemen afhankelijk zijn en weinig menselijke activiteit in hun omgeving dulden. Daarnaast bestaat er ook het concept van land sharing: het delen van het land met generalistische soorten, dat wil zeggen planten, dieren en schimmels die goed gedijen in ecologische- en biologische landbouwgebieden. In sommige wetenschappelijke stromingen binnen het vakgebied conservatiebiologie wordt het idee van land sparing tegenover het idee van land sharing geplaatst. Land sparing is volgens deze theorie alleen mogelijk door in de gebieden die wel voor landbouw bestemd zijn aan hoogtechnologische conventionele landbouw te doen die steeds verder intensiveert. Deze theorie heet 'sustainable intensification' en het is deze theorie die Boersma in zijn film in beeld probeert te brengen. Het is een theorie die gesteund wordt door de agro-industrie, niet omdat zij iets geven om het creëren van natuurgebieden maar omdat ze hun eigen verdienmodellen willen beschermen tegen de invloed van biologische en ecologische landbouwmethodes. Natuurlijk is het Boersma zijn goed recht om een documentaire te maken over deze stroming, maar het is als journalist ook zijn taak om aan hoor en wederhoor te doen en als wetenschapper zijn taak om te erkennen dat er een complex discours gaande is bestaande uit verschillende theorieën. Er zijn namelijk ook veel wetenschappers die stellen dat land sharing en land sparing wel samen gaan en dat biologische en ecologische landbouw veel effectiever zijn in het voeden van de groeiende wereldbevolking.[iv] Maar Boersma vindt het niet nodig om iemand uit deze wetenschappelijke stromingen aan het woord te laten. Dit maakt zijn film misleidend en hem de titel wetenschapsjournalist onwaardig.

Agro-ecologie blijft volledig buiten beeld
Het wetenschapsgebied over ecologische landbouw dat door Boersma in zijn film volledig wordt genegeerd, heet agro-ecologie. Dit wetenschapsgebied combineert letterlijk de woorden landbouw en ecologie en gaat over landbouwsystemen die de werking van ecosystemen gebruiken om voedsel te telen. Het is een stroming met een sterke nadruk op macht en rechtvaardigheid in de voedselketen en neemt ook sociale, economische en politieke dimensies mee. Deze interdisciplinaire stroming weet de complexe realiteit van onze samenleving veel beter weet te benaderen. Naast een wetenschappelijke discipline is agro-ecologie ook een wereldwijde boerenbeweging die geleid wordt door boeren uit het Globale Zuiden. Ook de Inheemse volkeren op onze planeet die 80% van de wereldwijde biodiversiteit beheren, zijn onderdeel van de agro-ecologische stroming. Centraal in de agro-ecologie staan de feiten dat toegang tot land en voedselteelt voor de eigen regio met ecologische landbouwmethodes de beste manieren zijn om honger en armoede tegen te gaan. De conventionele landbouw wordt namelijk gedomineerd door multinationals in een wereldmarkt waarin het vooral de oneerlijke handelssystemen zijn die honger veroorzaken. Ook bij de zogenaamde efficiëntie van de conventionele landbouw zijn sterke vraagtekens te zetten. Wetenschapper en biologische boer Meino Smit toont in zijn proefschrift aan dat de opbrengsten van de Nederlandse conventionele landbouw in 2015 ten opzichte van 1950 slechts licht zijn gestegen, namelijk met 12%. Maar de input in de vorm van energie, arbeid en land is gigantisch gegroeid: met 600%. In 1950 leverde de landbouw in Nederland net iets meer energie op dan erin was gestopt. In 2015 is de input per hectare ruim 6x zo hoog als de output. Dat is niet efficiënt te noemen en het is een gigantische verspilling van grondstoffen die ook nog eens zorgen voor veel milieuvervuiling en CO2 uitstoot.[v]

De conventionele Boerderij van de Toekomst
Spelers in de conventionele landbouw doen natuurlijk hard hun best om te claimen dat zij aan het verduurzamen zijn. In de film zien we Boersma op een gegeven moment staan op de 'Boerderij van de Toekomst' in de Flevopolder waar ze werken met strokenteelt en groenbemesters. Er wordt gedaan alsof dit de uitvinding van de eeuw is, terwijl deze methodes in de biologisch-dynamische landbouw en de agroecologie al decennialang worden toegepast. Daar worden ze toegepast in samenhangende ecologische teeltsystemen die geen kunstmest en pesticiden nodig hebben. De conventionele landbouw heeft echter deze twee parameters gestolen en combineert het uiteraard met kunstmest en pesticiden, of 'gewasmedicijnen' zoals deze film het noemt. Er wordt wel gesproken over de mogelijkheden voor een lichte reductie van deze middelen. Maar ook daar heeft de agro-industrie al op voorgesorteerd. De digitalisering van de landbouw komt in deze film niet aan bod, maar is wel een groot onderdeel van deze 'conventionele boerderij van de toekomst'. Met drones en softwareprogramma's wordt alles gemeten om vervolgens te worden vastgelegd in datasystemen waar de agro-industrie eigenaar van is en waar allerlei contracten aan gekoppeld zijn. Op deze manier creëert de agro-industrie nieuwe verdienmodellen voor zichzelf. Deze conventionele Boerderij van de Toekomst van landbouw is hightech, maar gezien de grote hoeveel inputs die nodig zijn kan je het eigenlijk niet hoogintensief noemen. Zoals Meino Smit aantoont gaat er veel meer energie aan inputs in deze systemen dan dat er aan voedselenergie uitkomt. De zogeheten verduurzaming van de conventionele landbouw is dan ook vooral een grote greenwashingshow. Er zijn wel degelijk veel  wetenschappelijke rapporten te vinden die de tactieken van de agro-industrie steunen, maar dat heeft eigenlijk met een andere factor te maken…..

Macht van de agro-industrie in de wetenschap
Helaas is ook de wetenschap niet een eerlijk speelveld. Wetenschappelijke departementen die onderzoek doen naar biologische landbouw en agro-ecologie krijgen veel minder financiering dan departementen die onderzoek doen naar conventionele landbouw. Een groot deel van het onderzoek naar conventionele landbouw wordt namelijk gefinancierd door de agro-industrie. Ook de uitkomsten van onderzoeken naar conventionele landbouw worden met corporate media- en lobbystrategieën veel meer onder de aandacht gebracht bij politici en de media. Dit is een belangrijke reden dat de theorie 'sustainable intensification' veel meer aandacht krijgt dan studies uit de biologische landbouw en agro-ecologie.[vi] Daarnaast worden wetenschappers die onderzoek doen dat nadelig uit kan pakken voor de agro-industrie, zoals toxicologen die de verbanden tussen insectensterfte en pesticiden onderzoeken, actief tegengewerkt door de industrie. Hun professionaliteit wordt publiekelijk in twijfel getrokken en kritisch onderzoek doen heeft grote gevolgen voor de persoonlijke carrières van wetenschappers die in het huidige aanstellingenlandschap vaak in onzekere werkconstructies zitten.[vii] Tot slot financiert de agro-industrie graag mediamakers die biologische en ecologische landbouw aanvallen. De film Paved Paradise is daar een uitstekend voorbeeld van. De film doet precies wat de door Boersma zo geliefde gentechnologie in de praktijk ook doet: met slechte en onnodige producten de verdienmodellen van agromultinationals verder uitbreiden. Het is te hopen dat kijkers deze film niet al te serieus nemen en op zoek gaan naar wetenschappelijke informatie uit de biologische landbouw en agro-ecologie over deze onderwerpen.

Tosca Peschier

Tosca doet al meer dan 10 jaar onderzoek naar de macht van agromultinationals in de voedselketen. Ze is onderdeel van de agro-ecologische beweging.

Bronnen
[i] Ponisio et al. Diversification practices reduce organic to conventional yield gap (2015). 

[ii] Muller et al. Strategies for feeding the world more sustainably with organic agriculture (2017).  

[iii] Zie bijvoorbeeld: Fischer et al. Reframing the Food Biodiversity Challenge (2017) 
Kremen. Reframing the land-sparing/land-sharing debate for biodiversity conservation (2015)    

[iv] Idem

[v] Smit, Meino. De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw: 1950 – 2015 – 2040. Wageningen Universiteit (2018). De uitkomsten zijn ook te lezen in zijn boek: ‘Naar een duurzame landbouw in 2040. Een nieuw perspectief.’

[vi] Bernard, B., & Lux, A. How to feed the world sustainably: an overview of the discourse on agroecology and sustainable intensification (2016) 

[vii] Zie het artikel ‘Toxicoloog Tennekes had al die tijd gelijk over bijensterfte’ van Follow the Money.

Publicatiedatum: