Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jan Groen, Green Organics:

“We naderen het punt dat gangbaar duurder gaat zijn dan biologisch”

Tholen - "Er is altijd dynamiek en deining. Dat is biologisch niet anders dan voor gangbaar. Biologische groei gaat altijd trapsgewijs. Of er is te veel vraag en misschien tijdelijk te weinig productie of er is een omschakelhausse en dan moet de vraag weer mee ontwikkeld worden. Dat heeft zijn eigen dynamiek," duidt bio bestuurder en bio ondernemer Jan Groen, oprichter en eigenaar van Green Organics – dat jaarlijks ruim 50 miljoen kilo biologische AGF teelt, verwerkt en verkoopt - de invloed van de huidige economische dynamiek op het biologische speelveld.

Wel ziet hij dat de inflatie voor beide categorieën andere gevolgen heeft. "De prijsstijgingen gaan gangbaar veel harder dan in het biologische domein. Ik zie dat als gunstig. Gangbare producten zijn altijd al duurder geweest dan ervoor wordt betaald. De verborgen kosten krijgen we bijvoorbeeld als belastingbetalers voor onze kiezen in de 25 miljard euro uitkoopkosten voor (vee)telers, dus we betalen de verborgen meerprijs uiteindelijk toch wel met zijn allen."

Kaarten goed geschud
Jan ziet dat biologische producten – waarvan hij overigens opmerkt dat de afzet, ondanks diverse crises, altijd gestaag is doorgegroeid - daardoor in een interessant speelveld terecht komt. “Ik denk dat we het punt gaan naderen dat gangbaar daadwerkelijk duurder gaat zijn dan biologisch. Biologisch is heel helder: zoals we nu met de wereld bezig zijn met chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, kan niet langer voortduren. Dat gaat een keer tot een einde leiden. Dus zijn alle kaarten voor biologisch goed geschud.” Als voorbeeld noemt hij biologische melk waar de prijs voor het biologische en het gangbare product elkaar een heel eind genaderd zijn. “Het verschil is daar, door de snelle prijsstijgingen van gangbaar,  een stuk kleiner geworden waar het eerst het dubbele was. Datzelfde zien we ook bij sommige groenteteelten terug.”

Desondanks is momenteel rond de vier procent van de Nederlandse teelt biologisch en het marktaandeel van biologisch voedsel bedraagt ruim drie procent. “Dat heeft alles met aandacht te maken, als je iets geen aandacht geeft, ontwikkelt het zich ook niet.” In dat verband is Jan blij met het recente Biologische Actieplan waarin de overheid de ambitie uitspreekt dat in 2030 15 procent van het landbouwoppervlak voor biologische landbouw gebruikt wordt. “De erkenning door de overheid van de biologische teelt als volwaardig teeltsysteem en de ondersteuning om met de biologische marktontwikkeling aan de slag te gaan, is er nu ook.”

Volhoudbaar
“Er zal altijd een bio-markt zijn en als we de wereld volhoudbaar willen blijven houden, dan zal die ook hard moeten groeien.” Jan stelt vast dat op het vlak van aanbod er potentieel veel telers zijn die best de omschakeling willen maken, mits er voldoende afzetperspectief is. Hij merkt op dat daardoor bij een puur economische focus, aanbod en vraag uit balans zouden zijn. Het is de reden dat Jan pleit om deze ontwikkeling vanuit een ander perspectief te bekijken. “De ecologische en de gezondheidskant van het verhaal zouden veel meer voorop moeten staan.” Daarbij ziet Jan dat in Nederland een “echte” culinaire cultuur ontbreekt. “In Nederland mag de eerste menselijke behoefte: het eten, niks kosten en de rest mag alles kosten. Als we met elkaar niet tot bewustwording komen en kiezen voor de volhoudbare zaak, blijft het vechten tegen de bierkaai. Daar is dus nog veel werk te verrichten.”

Waar Jan vindt dat de overheid met het Biologische Actieplan haar eerste voorzichtige verantwoordelijkheid heeft genomen en een eerste aanzet heeft gegeven, geeft hij aan ook andere schakels in de keten – handel, verwerking, retail, onderzoek, ngo’s- dat ook moeten doen. “Alle partijen moeten met elkaar samenwerken om de biologische doorontwikkeling tot een succes te maken. Dat moet wel in een verbindende sfeer gebeuren en niet door elkaar eindeloos vliegen proberen af te vangen, maar door te werken aan succesvolle ketens.”

Ketenallianties
In dat proces ziet Jan ook een rol weggelegd voor de retail. “Dat gaat over de invulling van vragen als: Hoe krijgen we de retail zo betrokken dat het product op de juiste manier bij de consument gebracht wordt en hoe krijgen we de consument meer koopbereid? Het is niet langer verantwoord om niet duurzame producten te blijven promoten. Uit onderzoek blijkt dat rond de 70 procent van wat in de retail verkocht wordt niet duurzaam is. Als de retail daar niet zelf stappen in gaat zetten, zal daar wet- en regelgeving volgen vanuit de overheid.”

Het belang van ketenallianties merkt Jan ook in zijn eigen bedrijf. “Wij beheersen de productketens van zaadinkoop tot eindproduct om daarmee een goed verdienmodel voor alle schakels in de keten te realiseren.” Daarbij ziet hij het voor biologische teelt als een uitdaging om niet dezelfde ontwikkeling als de gangbare teelt door te maken met teveel focus op intensivering en economie. “Niet zoveel mogelijk uit een producerende eenheid halen en dat zo ver weg mogelijk vermarkten. Maar in een gezonde ecologie een juiste balans zoeken, waardoor er ook een breed verdienmodel is op een bedrijf met een focus op teelt voor dichtbij. We moeten eerst zien dat heel Nederland biologisch gaat consumeren. Een thuismarkt is een markt die altijd blijft en is ook relatief makkelijk benaderbaar.”

Tevoren verkocht
Dat brede verdienmodel past Jan ook bij Green Organics toe met een focus op de sectoren vers, industrie als conserven en diepvries. Daarbij zorgt het bedrijf ervoor dat er afzet is voor de productie. “Wij telen producten die we van te voren verkocht hebben.” Daarnaast is het bedrijf altijd op zoek naar nieuwe markten. Zo vermarkt Green Organics in Nederland geteelde sojabonen voor humane consumptie, waarvan Jan aangeeft dat het een noviteit is. Verder worden de mogelijkheden bekeken om Nederlandse droge soja te verwerken in producten zoals tofu of vleesvervangers. Naast een economische focus heeft het bedrijf ook een sociale focus. “We zijn een wat ik noem private coöperatie;  een sociale beweging die met elkaar hard werkt aan een volhoudbare wereld. Telers en leveranciers moeten met ons een lange termijn visie hebben zodat we samen aan de biologische marktontwikkeling kunnen werken.”

Dit artikel verscheen eerder in editie 1, 37e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl. 

Voor meer informatie:
Green Organics
De Kromme Rijn 1
8253 RG Dronten 
+31 (0)321 385 340
jan@greenorganics.nl 
www.greenorganics.nl