Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Biologische zaadproductie: uitdagend, maar niet onmogelijk

Tholen - Wereldwijd zijn er productievelden te vinden waar Bejo zaden teelt. In die teelt wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van 'een biologische mindset', vertelt Youri Draaijer, international seed production research manager bij Bejo tijdens het online event Exploring Bejo's World. 

Biologische zaadproductie vindt vooral in Noord-Amerika en Europa plaats. "Langzaamaan breiden we uit naar andere continenten. Het is een uitdaging om telers te vinden en lokale expertise wat betreft het biologisch telen. Daarnaast moeten regels en voorschriften op elkaar worden afgestemd. Dat is niet altijd het geval", legt Youri uit.

Teeltcyclus splitsen
Zo'n tachtig mensen hoorden Youri vertellen over hoe de biologische teelt van zaden in zijn werk gaat. Voor de meeste gewassen geldt dat de teeltcyclus 11 tot 13 maanden lang is. Meestal van zomer tot zomer. "Deze lange cyclus maakt biologische teelt uitdagend, maar niet onmogelijk. Het vergt veel inspanning om het onkruid en de ziektedruk te beheersen. Een manier om daarmee om te gaan is door  de cyclus in tweeën te splitsen, waarbij we de cyclus onderbreken op het moment dat de gewassen zo groot zijn als wanneer ze commercieel worden geteeld. De gewassen worden opgeslagen tot we ze weer opnieuw planten. Dit geeft ons meer controle over onkruid. Daar tegenover staat dat we moeten zorgen voor logistiek en opslag, volgens de juiste omstandigheden. En in de opslag kan ziektedruk een issue worden."

Insecten
90 tot 95 procent van de teelt vindt buiten plaats en dus gaat er veel aandacht naar de aanwezigheid van insecten die schade kunnen aanbrengen in het gewas. "We onderzoeken wat de cyclussen van deze insecten zijn, op elke momenten ze in ons veld aanwezig zijn en wanneer de gewassen kwetsbaar zijn. Dan proberen we een strategie te bepalen."

Youri noemt als voorbeeld een groep insecten die met name actief zijn in de teelt van schermbloemen (Apiaceae) zoals wortel en venkel. Hun aanwezigheid piekt tijdens de bestuiving en het rijpen van de zaden. Ze eten aan de planten en aan de zaden en daardoor hebben ze impact op de oogstopbrengst en de kwaliteit van de zaden.

Natuurlijke vijanden en vanggewassen
Niet alleen deze insecten worden gemonitord in het veld, ook de aanwezigheid van hun natuurlijke vijanden. Er wordt geëxperimenteerd met vanggewassen waar deze insecten in worden vastgehouden. Omdat ieder insect een andere voorkeur heeft, worden er diverse gewassen getest, van luzerne tot bloemenmixen. 

Ieder insect heeft een eigen voorkeur. Links de Lygus, veel te vinden in vanggewassen luzerne en bloemenmix en nauwelijks in de wortelen, rechts Orthops, die vooral in de wortelen werd gevonden en nauwelijks in de vanggewassen.

"Hoewel de lange cyclus van de zaadproductie uitdagingen met zich meebrengt is het mogelijk om goede zaden op een biologische manier te produceren", concludeert Youri. "Het is alleen wat minder controleerbaar dan conventionele zaadproductie. Door samen te werken met de natuur kunnen we de teelt ondersteunen. Als we de natuur gaan begrijpen geeft ons dat nieuwe inzichten waarmee we oplossingen kunnen vinden om onze zaadproductie te verbeteren."

Voor meer informatie:
Bejo 
www.bejo.nl