Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
AGF Trendcafé zag dat juridische materie best te begrijpen is:

“Als je eenmaal een merk hebt, bescherm het dan ook goed”

Tholen – Een C’tje, een R’tje, klasse 29 of klasse 31: zeker die eerste twee tekens zullen bij een breed publiek bekend zijn, maar zijn de genoemde klassen dat ook in de AGF- en tuinbouwsector?

Waarschijnlijk nog lang niet bij iedereen, want het aantal échte merken in die beide sectoren is nog vrij beperkt, zeker in de glastuinbouw. Toch is de verwachting dat het wel steeds meer die kant op gaat als telers zich willen onderscheiden. Daarom was het tijd voor een lesje merk- en octrooirecht voor de leden van het AGF Trendcafé, ditmaal in Dordrecht, op bezoek bij Villa Augustus.


Een gemiddelde opkomst ondanks het op het oog vrij pittige, juridische thema. V.l.n.r. : Martijn Kesteloo (Coöperatie DOOR), Maurice Wubben, Marion Klaver (Concept Factory), Patrick Franken (Vitapep), Rob van der Weele (The Greenery), Peter Duijvestijn (Duijvestijn Tomaten), Wilma van den Oever (GroentenFruit Huis), Peter van der Vreeken (N&S Quality), Jos van Mil (Greenco), Ildi van Wingerden (Valstar), Sandra van der Veer (Van Nature), Henny van de Wetering (Valstar), Amy Peeters (FrisCo), Jos Muisenberg (FrisCo), Simon Metselaar (Koppert Biological Systems), Jenny Peters (Royal ZON Fruit and Vegetables), Patrick Hoefsmit (MerkEcht), Dominic van Doorn (ABN AMRO), Peter Ogg (BASF Vegetable Seeds), Myrthe Mulder (MerkEcht) en Wilko Wisse (Lans). Klik hier voor een vergroting.

Peter Ogg, jurist op de R&D-afdeling van veredelingsbedrijf BASF Vegetable Seeds en Patrick Hoefsmit en Myrthe Mulder van merkenbureau MerkEcht (met een ® en dat is bijzonder zo zal nog blijken) mochten het ongeveer twintigkoppige gezelschap inwijden in de juridische kant van het merk- en octrooibescherming. Een specialistisch onderwerp, maar de sprekers slaagden er met de nodige voorbeelden in het tastbaar te maken, waardoor de discussie onder de aanwezigen goed op gang kwam.

Allereerst werd door Peter stilgestaan bij het kwekersrecht. Dé manier voor veredelingsbedrijven om de voorsprong, die zij proberen op te bouwen, met R&D te beschermen. Let wel: een rasnaam kan geen merk zijn. Kwekersrecht verloopt namelijk na twintig jaar en vanaf dat moment kan iedereen met het ras aan de haal.


Peter Ogg, jurist voor BASF Vegetable Seeds

Registratiekosten niet schrikbarend, aantal patenten op één smartphone wel
Ook octrooien of patenten (internationaal de gangbare term) worden met enige regelmaat door veredelingsbedrijven aangevraagd. In dit geval op planteigenschappen en juist niet op rassen. Het zijn er ontelbaar veel, zeker op technologiegebied. Zo wist Peter, hij werkte eerder ook bij Philips, te melden dat met één soort smartphone bijvoorbeeld al zo’n 100.000 (!) patenten gemoeid zijn. Afhankelijk van de mate van dekking, net als bij verzekeringen in feite, lopen de kosten daarbij op tot een paar ton in euro’s.

En dan zijn er merken. In de veredelingswereld nog een uitzondering en vooral gebruikt om een uniforme ervaring te beschermen, bijvoorbeeld Pink Lady. Een merk, geen appelras, waardoor het mogelijk is ooit nog weer een ander appelras onder het merk te verkopen. Zo’n merk aanvragen hoeft niet duur te zijn, gemiddeld kost registratie zo’n 1500 euro.


Myrthe Mulder en Patrick Hoefsmit van MerkEcht

Beschrijvend is aantrekkelijk, maar niet verstandig
Er gaat een heel traject vooraf aan registratie van een merk. Dat hoeft ook weer niet af te schrikken, maar goed om te weten is het op zijn minst. Daarom namen Myrthe, juriste, en Patrick, oprichter van Merk-Echt, de aanwezigen mee in het proces van onderzoeken, aanvragen en handhaven. En ook in het eigen proces. Een naam die beschrijvend is, wordt doorgaans niet als merk geaccepteerd, zo vertelden zij. Als voorbeeld werd de eigen merknaam Merk-Echt aangehaald. Deze zou namelijk als beschrijvend kunnen worden opgevat en dat zou tegenwoordig genoeg reden zijn voor de merkeninstantie van de Benelux om de merknaam af te wijzen.

Uit het verhaal bleek dat wanneer je een onderscheidend woord als merk voert en daarnaast een herkenbaar grafisch element gebruikt, je voor een optimale bescherming zowel het woordmerk, het zuivere beeldmerk en een beeldmerk met woordelementen zou moeten vastleggen. Op die manier staan bedrijven sterker in mogelijke kwesties.

Keuring doorstaan
Maar wat zijn redenen voor weigering? Een te beschrijvende naam dus, een beschrijvend grafische element ook, een teken dat ieder onderscheidend vermogen mist, een misleidende naam dan wel een naam, aangevraagd voor waren in klasse 31, die als rasnaam is geregistreerd. Ook werd aangestipt dat het belangrijk is om na te denken over producten en diensten waarvoor het merk gebruikt gaat worden. Bij het verrichten van een merkaanvraag is het noodzakelijk deze producten en/of diensten te omschrijven.

Daar komen dan ook de klassen om de hoek kijken, 45 in totaal, waarbij klasse 29, 31, 35 en 44 voor de aanwezigen het meest voorkomend zijn. Alle klassen staan hier uitgelegd.

Met het aanvragen van een merk is het nog niet afgelopen. De bescherming van je merk is cruciaal. Het is van belang om te  controleren of de dekking nog up-to-date is én of niemand inbreuk maakt. Dat is namelijk de verantwoordelijkheid van de merkhouder, al kunnen merkenbureaus ook voor bedrijven in de gaten houden of er merkaanvragen worden verricht die mogelijk voor verwarring met het 'eigen' merk zouden kunnen zorgen.


Villa Augustus, de locatie van de middag

Vragen waren er nog genoeg, maar er moest op een gegeven moment ook gegeten worden. In het restaurant naast Villa Augustus, voorheen een watertoren, kon uit eigen tuin en met de seizoenen gegeten worden. En natuurlijk vegetarisch, het blijft immers het AGF Trendcafé.

Benieuwd naar de vier edities van 2020? Over het conceptprogramma wordt momenteel nog gediscussieerd, maar tegen het eind van dit jaar zal dat hier terug te vinden zijn. De data zijn in ieder geval al bekend: 17 maart, 16 juni, 15 september en 10 november 2020.