Het instituut plaatst een aantal producten buiten de driehoek, zoals sterk bewerkte voedingsmiddelen. Daarvan adviseert het instituut deze liever te vermijden. Het Instituut vraagt tot slot om verspilling tegen te gaan met het oog op genoeg gezond voedsel voor de toekomstige generaties. Opnieuw een pleidooi en een impliciete vraag naar een duurzamere manier om voedsel te produceren en consumeren.
Langetermijnvisie
De bio-sector kan zich, met enkele nuanceringen, vinden in deze nieuwe voedingsrichtlijnen. Zo zijn we blij dat de voedingsdriehoek duurzaamheid propageert en een langetermijnvisie uitdraagt. De internationale bio-sector beschouwt duurzaamheid al langer als een essentieel kader voor onze voedselproductie. Duurzaamheid wordt gedefinieerd door de vier principes van de bio-sector: Gezondheid, Ecologie, Billijkheid en Zorg. De bio-sector streeft expliciet naar een landbouwmethode die een gezonde voedselproductie mogelijk maakt, niet alleen nu maar ook in de toekomst. Voedselverspilling vermijden hoort daar bij.Net als het instituut pleit de bio-sector voor meer plantaardige en minder dierlijke voeding. Dat pleidooi vloeit ook voort uit logische ecologische keuzes: duurzame en diervriendelijke melk of vlees vergen een grondgebonden veehouderij, en dus grond. Als we iedereen nu en in de toekomst willen voeden, dan moet (ook) de grondgebonden veehouderij per definitie beperkt worden en maximaal gebruik maken van minderwaardige gronden die niet geschikt zijn voor teelten. De grondgebonden veehouderij levert een aanvulling op een overwegend plantaardig dieet en vormt zeker niet de hoofdmoot van het dagelijkse bord. Samengevat pleit de biosector voor minder maar beter vlees.
Strenge eisen voor verwerking
Ook in de weigering om sterk bewerkte producten op te nemen in de voedingsdriehoek, volgt de bio-sector. Niet alleen bio-boeren moeten voldoen aan een reeks normen, ook bio verwerkende voedingsbedrijven krijgen extra normen opgelegd. Zo laat de wetgeving voor biologische voedingswaren niet toe om grondstoffen sterk te bewerken. Verschillende additieven, hulpstoffen en technieken die toegelaten zijn in de gangbare voedingsindustrie, mogen niet gebruikt worden voor biologische voedingswaren. Specifiek voor vleeswaren stelt de bio-wetgeving strengere eisen met betrekking tot onder meer nitriet. Plantaardige oliën zijn in bio per definitie van hoge kwaliteit want ze zijn altijd het gevolg van mechanische persing; andere technieken zoals extractie met behulp van chemische hulpstoffen, zijn niet toegelaten.Bio-winkels: partners in gezonde voeding
De voedingsdriehoek zou nog meer kunnen ingaan op de kwaliteit van voedingswaren. Voor bio is kwaliteit een kernbegrip. Dat komt voort uit de verschillende normen die er bestaan voor de productie van biologische landbouwproducten en voedingswaren.Uit onderzoek blijkt dat doorsnee biologische consumenten gezondere keuzes maken en deze nieuwe voedseldriehoek al toepassen. Niet zo verwonderlijk als je een kijkje neemt in een typische biowinkel: bio-winkels bieden voedingswaren aan die het makkelijker maken om voor een gezond voedselpatroon te kiezen. Je vindt er bij uitstek veel verschillende groente en fruit, voornamelijk volkorenbrood, een groot scala aan volkoren graanproducten, diverse soorten noten en pitten, een ruime keuze aan weinig bewerkte plantaardige voedingswaren, een beperkt aanbod kwaliteitsvol vlees en (opnieuw) weinig bewerkte vleeswaren en weinig snoep of frisdrank. Anders gezegd: de bio-winkelier helpt consumenten om gezonde keuzes te maken.
Bron: BioForum Vlaanderen