Jan Groen van Green Organics is positief gestemd. De biologische teelt van groenten voor de industrie neemt toe. Toch kan nog niet geheel worden voldaan aan de alsmaar toenemende vraag naar biologische industriegroenten. "Ondanks dat er relatief al behoorlijk areaal uitgebreid is en wordt omgeschakeld hebben we te maken met tekorten. Europees gezien wordt er overigens ook opgeschaald maar het Nederlandse industrieproduct blijft wereldwijd veelgevraagd vanwege de productzekerheid en hoogstaande kwaliteit." De afdeling Industrie van Green Organics vermarkt de producten aan de verwerkende industrieën zoals producenten van babyvoeding, diepvries- en conservenfabrikanten en drogerijen.
De teelt- en handelsonderneming in biologische AGF moet voor de inkoop dan ook steeds meer uitwijken naar buitenlandse productielanden, gezien de vraag groter is dan wat er in Nederland beschikbaar is. "Zo dichtbij mogelijk heeft de voorkeur. We kiezen allereerst voor het Nederlands product. Al een paar jaar zetten wij ons actief en met succes in om meer omschakeling tot stand te brengen zodat er meer biologische teelt in Nederland komt. Nieuwe telers zijn meer dan welkom", laat Jan weten. "Als eigen ontwikkeling niet lukt, gaan we verder kijken. Welke teeltgebieden zijn bijvoorbeeld eerder op de markt of waar in het buitenland kunnen wij zelf gaan telen voor lokale afzet. Op die manier kunnen we de markt toch verantwoord bedienen. Het model wat wij in Nederland kennen, willen we graag verder uitrollen in andere landen. Daarvoor is een goede samenwerking met partners nodig en daarmee zijn we al aardig op weg."
Vooral tekort aan erwten en bonen
De grootste schaarste in biologische industriegroenten ligt momenteel bij de doperwten en sperziebonen. Ondanks dat er redelijk veel nieuw biologisch areaal bij komt, zijn er volgens hem maar weinig telers die meteen voor deze industriegroenten gaan. "Na twee magere omschakeljaren wordt veelal ingezet op de hoge salderende vatbare biogewassen zoals uien en peen. Dit is natuurlijk logisch maar volgens ons zijn er goede redenen aan te voeren om bonen en erwten wel direct op te nemen in het bouwplan. Dat er in de bio steeds minder dubbelteelten worden gedaan, draagt hier ook niet aan bij. Steeds vaker kiezen de telers in plaats van nog een late teelt voor een groenbemester om het volgende jaar goed te starten. Daar kun je ze geen ongelijk in geven maar als we puur naar de markt kijken, kunnen er niet genoeg bonen geplant worden." Wel is er volgens hem vanuit de peenteelt meer interesse naar de industriële peenteelt. Hij merkt op dat er in geheel Europa een gigantische omschakeling plaatsvindt naar biowortelen voor de versmarkt. "Het gevaar van onbalans neemt behoorlijk toe. Als industrie kunnen we dit natuurlijk wel opvangen maar het is niet de manier. Zonder al te veel voor industrieteelt te pleiten, zouden de telers hier wel beter af zijn. De industrieteelt biedt veel meer zekerheid qua gegarandeerde afzet en prijs."Biologische industriegroenten in de lift zijn onder andere spinazie en suikermais. De spinazieteelt laat volgens hem een serieuze stijging zien, hoewel deze niet snel genoeg gaat om aan de gehele vraag te voldoen. Jan: "Ook suikermaïs neemt toe, wat voor Nederland toch wel bijzonder is. We hebben jaren gestreden voor het product en zien nu dat telers het opnemen in hun bouwplan. Suikermaïs is echt een combi Nederland en Duitsland. In Duitsland kan biologische suikermaïs ook redelijk goed geteeld worden. Green Organics is overigens de enige biologische suikermaïsverwerker in Nederland en qua areaal verreweg de grootste." Een groot deel van de suikermaïs blijft ook in eigen land. Andere stijgers van biologische industriegroenten zijn knolselderij en prei, evenals wortelen. Ook is er in toenemende mate aandacht voor bijzondere producten. "Hoewel lang niet alles gemakkelijk biologisch te telen is, vormen ze wel een groeimarkt. In de pompoenmarkt bijvoorbeeld vindt er steeds meer diversificatie plaats. Pompoen is voor de biologische versmarkt al een vrij groot product en is nu ook groeiende in de industrie. Bijzondere producten worden nu nog veelal in het buitenland gesourced. Nederland is natuurlijk een relatief duur land als je kijkt naar de arbeid en grond, dus het blijft toch een zoektocht wie kan en durft te investeren in specialties. Toch merken we wel dat er vanuit de afzetkant weer meer naar het Nederlands product wordt gegrepen vanwege de betrouwbaarheid terwijl jaren geleden de goedkopere verdere landen nog de voorkeur hadden."
Strategische speler blijven
Wat eveneens opvalt, zijn de ontwikkelingen in Zuid-Europa. Jan vertelt dat er hier veel wordt omgeschakeld naar biologisch, zowel voor de versmarkt als voor de industrie. "Of dit voor ons een bedreiging vormt? Niet echt. We hebben als missie om biologisch in 2030 de norm te laten zijn. Dan hebben we deze groei hard nodig. Daarnaast zien we dat de producten in het buitenland niet heel veel goedkoper zijn. De transparantie in de biologische handel is dan ook hoog. Er dienen zich op deze manier ook kansen aan om het Europese speelveld breder te bekijken. We moeten toch weten wat er in het buitenland gebeurt, willen we als Nederland een strategische speler kunnen blijven."Voor meer informatie:
[email protected]
www.greenorganics.nl