Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Hobbels op de weg naar meer biobased verpakkingen

Wil het marktaandeel van biobased producten kunnen groeien, dan zijn er nog wel wat hobbels te nemen op het gebied van regelgeving, normering en imago. Wageningen Food & Biobased Research onderzocht de afgelopen drie jaar binnen het Open-Bio-project, een internationaal onderzoeksprogramma mede gefinancierd door de EU, obstakels die biobased producten in de weg zitten in de markt, én oplossingen voor deze hindernissen.

'Biologisch afbreekbaar'. 'Biobased'. 'Composteerbaar'. Al deze termen suggereren dat een product bepaalde positieve eigenschappen heeft, maar het is niet direct duidelijk welke precies. Bovendien brengt het label 'op basis van hernieuwbare grondstoffen' een imago met zich mee dat suggereert dat op kwaliteit is ingeboet. Naast deze imagokwesties zijn normeringsstelsels en regelgeving niet goed ingericht voor nieuwe, biobased materialen. De introductie van biobased producten op de markt gaat dus niet vanzelf, ook al heeft de Europese Unie de ontwikkeling van biobased producten tot prioriteit gemaakt om een duurzamere economie te realiseren die minder afhankelijk is van fossiele grondstoffen.

Geen eenvoudig verhaal

Hoezeer de verschillende etiketten door elkaar worden gehaald, werd duidelijk door sociaal-economisch onderzoek binnen het Open Bio-programma (uitgevoerd door Wageningen Economic Research). Consumenten bleken bijvoorbeeld hoogst verbaasd dat een biobased composteerbare boodschappentas niet in de natuur uit elkaar zou vallen. Ze willen een eenvoudig en begrijpelijk verhaal, maar het verhaal van zo'n tas is niet eenvoudig. "Biobased gaat over de grondstoffen die je voor een product gebruikt. Anders dan bij conventionele kunststoffen, die uit aardolie zijn gemaakt, gaat het bij biobased om hernieuwbare grondstoffen", legt senior onderzoeker Maarten van der Zee van Wageningen Food & Biobased Research uit. "En als iets composteerbaar is, wordt daar iets anders mee bedoeld dan met biologisch afbreekbaar. Bij composteren creëer je de omstandigheden zoals een bepaalde temperatuur en vochtigheid, waardoor materialen snel door biologische activiteit afgebroken worden. Die specifieke omstandigheden doen zich in zee of de berm van een snelweg niet voor."

Kwaliteitsnormen onder de loep

Binnen het Open Bio-programma werden op hoofdlijnen drie clusters van problemen onderzocht. Het imago van biobased producten is er één van. De andere zijn de kwaliteitseisen die aan producten worden gesteld, en de 'End-of-life'-opties; de manier waarop een product weer wordt verwerkt aan het einde van zijn levensduur. Het laatste onderzoek is daarbij niet uitsluitend van toepassing op biobased producten, maar geldt ook voor conventionele materialen. "Wat betreft de kwaliteitseisen die aan producten worden gesteld, merken we dat bedrijven vaak denken dat biobased producten onder doen voor conventionele producten", vertelt senior onderzoeker Karin Molenveld van Wageningen Food & Biobased Research. "Om die reden vergeleken we productgroepen waarin biobased grondstoffen een relatief groot marktaandeel hebben: zoals isolatiematerialen, verpakkingsfolies, wegwerpbekertjes, verven en hout-kunststofcomposieten (WPC's, bijvoorbeeld toegepast als terrasplanken)." Zo werden met biobased plastic gecoate papieren koffiebekertjes grondig getest op doorlekken. Dat bleken ze onder extreme omstandigheden inderdaad te doen. Maar onder diezelfde omstandigheden lekten conventioneel gecoate bekertjes even hard. Molenveld: "Op andere gebieden vonden we sommige normen niet streng genoeg. Zo bleek uit onze tests dat terrasplanken in een iets warmer klimaat dan het onze te veel gaan doorbuigen en kunnen breken. En soms kwamen we kwaliteitsnormen tegen die we twijfelachtig vonden, en waardoor een biobased materiaal nooit een volwaardig alternatief kan worden." Een belangrijke eis is bijvoorbeeld de norm dat isolatiematerialen (bouwsector) minstens twintig jaar mee moet gaan. Is dit voor een specifiek materiaal nog niet aangetoond, dan wordt een correctiefactor geïntroduceerd voor de gemeten isolatiewaarde waardoor het biobased isolatiemateriaal niet meer kan concurreren met traditionele isolatie-producten.

Of dat betekent dat de norm versoepeld moet worden, laat Molenveld over aan de commissies die zulke normen vaststellen. "Nu worden in de norm voor isolatiemateriaal specifieke voordelen van biobased isolatiematerialen niet meegenomen. Dat, gecombineerd met de strenge gebruiksduurnormen, zorgt ervoor dat de bouwwereld niet kan vergroenen."

Nieuwe inzichten in compostering en afbraakprocessen

Gaat het over de 'end-of-life'-opties, dan stuitten de onderzoekers op andere problemen. Zo zijn er uitgerekend voor composteren wél goed omschreven normen, maar wordt veel composteerbaar afval tegenwoordig vergist. Van der Zee: "Daardoor sluiten de normen dus niet meer helemaal aan op de huidige praktijk. We hebben aangetoond dat voor vergisting de beschikbare composteerbaarheidsnormen niet voldoende zijn, en aanbevelingen gedaan voor methoden waarmee je kan bepalen of een product toegelaten kan worden bij het GFT-afval dat verwerkt wordt middels anaerobe vergisting."

Bij biologische afbreekbaarheid in zee was het probleem dat men hier überhaupt nog weinig van weet. Doordat de 'plastic soep' problematiek veelvuldig het nieuws haalt, genieten plastics die in zee biologisch afbreekbaar zijn een warme belangstelling. "We hebben nu voor het eerst een beeld van welke factoren in een afbraakproces van belang zijn. We weten bijvoorbeeld dat fouling – een proces waarbij algen en dergelijke zich aan het plastic gaan hechten – de afbraaksnelheid sterk beïnvloedt", aldus Van der Zee. "We hebben ook gemerkt, dat de omstandigheden in zee in het lab moeilijk zijn na te bootsen. Wat betreft dit onderwerp zijn we er dan ook nog niet, maar we begrijpen wel steeds beter hoe we afbreekbaarheid betrouwbaarder kunnen meten."

Het Open-Bio onderzoeksprogramma laat een grote variëteit aan resultaten zien. "We hebben een aantal losse eindjes kunnen afhechten", concludeert Van der Zee. "Sommige biobased producten hebben last van imagoproblemen, andere van ongunstige kwaliteitseisen en weer andere van end-of-life-knelpunten. En soms is het een combinatie van factoren. Maar wat we nu weten, geeft wel handvatten om voor biobased producten de afstand tot de commerciële markt te verkleinen."

Bron: WUR
Publicatiedatum: