Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Gangbare versus biologische teelt (4/7)

"Biologische landbouw moet tussen de oren zitten"

Wat zijn nou precies de verschillen tussen gangbaar en biologisch boeren? Zit het vooral in de praktische manier van werken of is het echt een andere 'mindset'? Om dat te horen, te zien én te ervaren ging gangbaar akkerbouwer Jasper Roubos uit Abbenes (Noord-Holland) een ochtend op bezoek bij Henk Klompe en Adri van Nieuwenhuyzen, beide biologisch akkerbouwer in Biddinghuizen (Flevoland). Na een uitgebreide rit langs de velden en een intensieve discussie in de tuin van Klompe, blijkt dat beide 'partijen' veel raakvlakken hebben, maar ook een aantal duidelijke verschillen kennen.

Klompe benadrukt dat niet iedere biologische teler 'het erop aan laat komen' en dus maar afziet van biologische bestrijdingsmiddelen. "Wettelijk zijn er bepaalde middelen die we mogen gebruiken en daar is verder ook niets mis mee. Niettemin zie je dat er wel een scheiding is tussen telers die er wél en niet toe neigen. Over het algemeen kunnen je stellen dat ervaren biotelers er steeds minder of helemaal geen behoefte meer aan hebben; zij hebben door de jaren heen ervaren dat werken aan een vitale en gezonde bodem meer helpt dan symptoombestrijding met middelen."

Op Roubos' vraag of biologische landbouw voor hen een ideologie is, antwoorden Klompe en Van Nieuwenhuyzen allebei bevestigend. "Ja, voor ons is het iets dat tussen de oren moet zitten. Het is een manier van boeren die niet zozeer om geld
gaat, als wel om voedsel te produceren op een manier die dicht bij de natuur staat", zegt Klompe. Beide bioboeren hebben dan ook weinig op met collega's die alleen omschakelen om een paar keer te kunnen cashen met één of ander biologisch gewas. "Die telers haken meestal ook af als het werkelijk op biologisch boeren
aankomt", aldus Van Nieuwenhuyzen. Roubos wil weten hoeveel 'omschakelaars' het werkelijk volhouden om biologisch te boeren.

Klompe schat dat hooguit 20 procent van alle boeren die een omschakelcursus volgen daadwerkelijk biologisch gaat boeren. "En daarvan vallen er nog een aantal af omdat ze het niet verdragen dat er zoveel onkruid staat en dat ze daarvoor niet terug kunnen grijpen naar de spuit." Volgens Van Nieuwenhuyzen moet je de eerste twee, drie jaar doorkomen om te ervaren dat onkruiden ook zonder chemische middelen te beheersen zijn. "Zodra je ziet dat de natuur je kan helpen in de bedrijfvoering ben je - zoals ik het noem - 'de grens over'. Díe telers blijven biologisch boeren."

Dit artikel maakt deel uit van een groter artikel dat eerder verscheen in Forward Farming, een uitgave van Bayer CropScience SA-NV. Klik hier voor meer informatie over Forward Farming.
Publicatiedatum: