"Een nieuw aardappelras kweken kost al gauw tien tot vijftien jaar", vertelt salesmanager Walter Testers van Bonna Terra, de biologische tak van HZPC, in Primeur. "De enkele bio-rassen, die vandaag ingezet worden, zijn hoofdzakelijk vanwege hun resistentie tegen phytophtora ter wereld gekomen. Tegenwoordig spelen er echter meer zaken, zoals smaak en vlees- en schilkleur. Daardoor is de vraag naar de bio-rassen niet al te groot, maar bijvoorbeeld wel naar de gangbaar bekende rassen, die biologisch worden geteeld. In jaren met weinig ziektedruk lukt dit, maar in jaren zoals afgelopen jaar was dit een ramp.""Wil de biologische sector meer marktaandeel verwerven, dan zullen de nieuwe rassen meerdere eigenschappen moeten hebben. De afzet van bio-aardappelen loopt voor het grootste gedeelte via de supermarkt, dus daar zul je oog voor moeten hebben. De echte bio-consument blijft klant, maar wil je verder groeien, dan zal ook de incidentele koper overgehaald moeten worden en deze koopt alleen als het prijsverschil tussen bio en gangbaar niet te groot is. Dit is zeker een punt van aandacht als de bio-pieper verder wil komen dan de 2/3% aandeel van vandaag."
De Triplo, één van de drie biologische aardappelrassen van Bonna Terra die momenteel geteeld worden.
Het volledige interview staat in de laatste editie van Primeur, hét vakblad voor de AGF-handel. Neem een abonnement op Primeur en krijg maandelijks ruim 60 pagina's vol vakinformatie en achtergrondverhalen in je bus.