Opfok, een zaak van opfokker én leghennenhouder
De overgang van een opfokstal naar een nieuwe legstal is voor een jonge hen heel ingrijpend en kan stress veroorzaken. Een optimale opvang van een opfokhen in goede conditie vormt mede de basis voor een rendabele ronde.
Eigenlijk begint de voorbereiding al voor de opfok: je bespreekt met de opfokorganisatie wat je wensen zijn voor huisvestingstype, het al dan niet aanbieden van ruwvoer en preventieve entingen. Als je als pluimveehouder twee of drie keer bij de opfokker langsgaat (in de periode van 4 tot 16 weken), kun je de kippen zelf bekijken, eventuele problemen horen en zo bepalen hoe je het beste het specifieke koppel kan opvangen.
Een opfokhen maakt in de opfokperiode zowel de periode van baby, peuter, kleuter en puber door met elk hun eigen aandachtspunten en verzorging. Ook ondergaat de opfokhen een intensief vaccinatieschema. Vanwege entreacties en stress is de hen dus niet altijd even fit. Hier kun je rekening mee houden in je beoordeling bij de opfokker.
Lees in dit bioKennisbericht over de aandachtspunten voeder/water, lichaamsgewicht, verlichting klimaat, gezondheid en gedrag. Toegang tot en gebruik van een buitenloop is voor biologische leghennen verplicht. Kijk daarom ook hoe de opfokker hiermee omgaat. De aandachtpunten in de checklist in het bioKennisbericht helpen de leghennenhouder het management aan te laten sluiten bij het gedrag en de eigenschappen van het koppel en zo de overgang van opfok naar leggen voor de hennen zo klein mogelijk te maken.
Voor meer informatie: Jean-Paul Wagenaar, Louis Bolk Instituut; Ine Kempen, Proefbedrijf Pluimveehouderij vzw
Bron: bioKennis