Het is noodzakelijk om het gebruik van fosfaatmeststoffen te beperken, een hoge fosfaattoestand van de bodem te laten dalen en een relatief lage toestand niet te verhogen. Fosfaatkringlopen moeten worden gesloten en is het noodzakelijk een fosfaatevenwichtsbemesting na te streven (aanvoer = afvoer). De onbenutte fosfaatvoorraad in de Nederlandse bodem is in de meeste gevallen hoog en moet beter worden benut, zodat er minder fosfaat behoeft te worden aangevoerd. Een vraag hierbij is hoe je bij een naar huidige maatstaven lage fosfaattoestand van de bodem toch nog goed gewassen kunt telen.
Het project richt zich op:
- De bijdrage van organisch gebonden fosfaat in de bodem aan de fosfaatvoorziening van gewassen. Hierover is vrij weinig bekend en er wordt in de advisering (nog) geen rekening mee gehouden. Het effect van langjarige organische en anorganische bemesting op de fractie organisch gebonden fosfaat in de bodem wordt nagegaan en getracht zal worden dit te correleren aan indicatoren voor de fosfaatvoorziening van de gewassen.
- De invloed van minimale of intensieve grondbewerking (en een hierdoor hogere bodembiodiversiteit) op de fosfaatbenutting door het gewas.
- Het vermogen van verschillende typen groenbemesters om fosfaat uit de bodem op te nemen en hoeveel hiervan (na inwerken van de groenbemesters) beschikbaar komt voor het volggewas.
- Het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een rekenmodel om de mineralisatie van fosfaat te voorspellen.
Contact informatie: Willem van Geel, PPO van Wageningen UR; Petra Rietberg, Louis Bolk Instituut
Bron: BioKennis