Nieuwe sluipwespen bestrijden perzikluis

Jaarlijks bespreken glastuinders, onderzoekers, adviseurs en deskundigen de resultaten uit het onderzoek met natuurlijke bestrijders. Naast nieuwe bestrijders worden ook combinaties van biologische bestrijders getest in kooien en kasproeven. Uit de resultaten blijkt bestrijding van perzikluis en boterbloemluis om verschillende aanpak en combinaties vragen.

Helaas bestaat er geen vast recept voor bestrijding van bladluizen. Iedere biologische glastuinder kiest een eigen strategie. Het adagium hierbij is beter voorkomen dan genezen. De meeste telers kiezen bij de bestrijding van bladluizen in paprika voor het vroegtijdig uitzetten van sluipwespen. Dit zijn de echte speurders die luizen snel weten op te sporen. Maar zodra de luis zich echt vermenigvuldigt kunnen sluipwespen het niet meer bijbenen. Voor het opruimwerk zetten biologische tuinders ook veel galmuggen uit. Naast sluipwespen en galmuggen zijn er nog hulptroepen zoals zweefvliegen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes achter de hand. Ondanks de ruime keuze aan natuurlijke bestrijders weten bladluizen het vaak nog te winnen. Het resultaat is dan groeistagnatie, productieverlies en vette vruchten.

Afgelopen jaar heeft Wageningen UR Glastuinbouw in samenwerking met Koppert meerdere bestrijders en combinaties van bestrijders getest. Enkele conclusies uit deze proeven zijn:

Zowel Aphidius ervi als –Aphidius matricaeriae parasiteren perzikluis goed;
Ook nieuwkomer Aphidius gifuensis bestrijdt perzikluis, dit ook bij hogere temperaturen (> 30 oC);
Aphidius ervi bestrijdt juist boterbloemluis weer beter;
Gaasvliegen helpen bij de bestrijding van perzikluis, maar vestigen zich niet in de kas;
Ook roofwantsen (Macrolophus) zijn in staat luizen te bestrijden, maar daarbij is het belangrijk om voldoende hoge dichtheden in het gewas te hebben (gemiddeld 2 per bloem) voordat bladluis optreedt.

Over het uitzetten van generalistische bestrijders zoals roofwantsen ontstaat discussie. Naast luizen heeft Macrolophus ook de eieren en/of (jonge) larven van galmuggen op het menu staan. Dit kan dus nadelig zijn voor de bestrijding van bladluis. Een voordeel is weer dat Macrolophus bladeren die erg plakkerig zijn geworden door honingdauw mijdt. Op deze plekken kunnen galmuggen dan ongestoord hun werk doen. Het eten en gegeten worden, maakt de keuze voor biologische bestrijders tot een lastig vraagstuk. Een biologische succesformule is nog niet voorhanden.

Glastuinders hebben daarom graag natuurlijke correctiemiddelen achter de hand. Maar de keuze hierin is beperkt. Doorgaans valt het effect van een bespuiting met Spruzit tegen. Meer preventief wordt er ook met knoflookextract en Insectclear gespoten om de luizen op afstand te houden.

Op verzoek worden de Handouts van de presentaties toegestuurd. Op basis van de onderzoeksresultaten van afgelopen jaren en genoemde knelpunten worden nieuwe onderzoeksvoorstellen voor komend jaar geformuleerd.

Voor meer informatie: Gerben Messelink, Wageningen UR Glastuinbouw; Leen Janmaat, Louis Bolk Instituut

Bron: BioKennis