De kritieke melkprijs is de laatste twee jaar door een daling van de voerkosten op gangbare melkveebedrijven juist iets gedaald tot circa 38,5 euro per 100 kilogram melk in 2010. Dit is relatief hoog. De kritieke melkprijs is dan ook hoger dan de melkprijs. Melkveehouders anticiperen hierop door het inzetten van een inkomen buiten bedrijf of het verlagen van de privébestedingen of het (gedeeltelijk) uitstellen van de aflossingen.
Hogere kosten op biologische bedrijven
Kosten, aflossingen en privébestedingen per 100 kilogram melk zijn op biologische bedrijven sterker gestegen (28 procent) dan op de gangbare bedrijven (7 procent) (tabel 1). De niet-melkopbrengsten op de biologische bedrijven zijn per 100 kg melk minder sterk gestegen door een daling van de subsidies gericht op de biologische productiemethode. Dit versterkt de stijging van de kritieke melkprijs op de biologische bedrijven.Het verschil in ontwikkeling wordt vooral veroorzaakt door een geringere stijging van de melkproductie op biologische bedrijven in de periode 2001-2010 in vergelijking met de gangbare bedrijven. Daarnaast zijn de biologische bedrijven per 1 januari 2008 aangewezen op ruw- en krachtvoer van 100 procent biologische oorsprong. Dit betekent hogere voerkosten of een extensievere bedrijfsvoering door aankoop of pacht van grond voor eigen ruwvoerproductie.
Mede door de sterkere schaalvergroting bij de gangbare bedrijven zijn de privébestedingen per eenheid melk per saldo gelijk gebleven, terwijl deze bij de biologische bedrijven door de achterblijvende groei zijn toegenomen. De achterblijvende schaalvergroting bij de biologische bedrijven heeft mede tot gevolg dat het inkomen met een kwart is gedaald. Om het inkomen zonder schaalvergroting op peil te houden is bijna een 3 euro hogere melkprijs nodig in de periode 2006-2010 in vergelijking met de voorliggende 5 jaar.
Voor meer informatie: Jakob Jager
Bron: LEI Wageningen UR